Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1793
(1793)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijLeevensberigt van vader Pierre Francois Couraijer, D.D. opgemaakt uit de beste bescheiden.(Naar het Engelsch.)
Pierre francois courayer werd gebooren te Vernon, of Rouen, in Normandye, den 17 van November des Jaars MDCLXXXI. Zyn Fransche Leevensbeschryver verhaalt niets van 's Mans jeugd, maakt zelfs geene melding van de Traité de Poeme Epique, aan hem toegeschreeven in een Fransch WerkGa naar voetnoot(*), waarschynlyk uitgegeeven vóór dat het Berigt van den Maaker in de Nouveau Dict. Historique aanvangt. 't Zelve begint met courayer's Intrede in de Orde der Reguliere Kanunniken van St. Augustinus, waar van ook het jaartal niet wordt opgegeeven. Kort naa zyne Intrede onderscheidde hy zich door zyn Vernuft en Geleerdheid. en werd, uit dien hoofde, tot Boekbewaarder van St. Genevieve, te Parys, gekoozen. Zyne aankanting tegen de Bulle Unigenitus bragt hem tot het onderzoek der Magt van den Paus van Rome, en de Regten der Leeraaren, om over de Leer zelve te oordeelen. Men wil, dat hy in den loop zyner naaspeuringen tot | |
[pagina 275]
| |
gevoelens kwam, strydig met die de Kerk van Rome leert. Hiervan liet hy, in gesprekken, zich het een en ander ontvallen, 't welk ongenoegen baarde by de yverige Voorstanders van die Kerkgemeenschap, en hunne genegenheid van hem verwyderde. - De uitgave van zyne Dissertation sur la validité des Ordinations AnglicanesGa naar voetnoot(*), deedt hem in openlyken haat vervallen, en als een Ketter aanzien. By de eerste uitgave van dit Werk luidden verscheide Geleerden, vastverkleefd aan de Pauslyke Kerkdwinglandy, de alarmklok, en traden te voorschyn, om dat nieuwe Stelzel te bestryden. De Journalisten van Trevoux, d. gervaise, hardouin de Jesuit, le quien een Dominicaan, en de Cardinaal tencin, waren onder het getal zyner Tegenstreeveren. De moedige Boekbewaarder van St. Genevieve wederstondt hunne aanvallen, met onbezweeke standvastigheid; hy week niet in 't minste; hy deedt geene lange verontschuldigingen; hy gaf geene dubbelzinnige verklaaringen; doch vermeerderde het heirleger zyner Tegenpartyderen, en verschafte den Yveraaren zyner Kerkgemeenschap een overvloed van nieuwe stoffe, om zich over hem te beklaagen, door eene Verdediging der opgemelde Verhandeling over de Wettigheid der Kerkordeningen in EngelandGa naar voetnoot(†). Deeze was geschreeven met veel geests en vuurs, en op een vryen trant, dien men voor smaadend opnam. Overzulks kon zyne Verdediging, zo min als de Verhandeling zelve, het doorstraalend misnoegen en de volle veroordeeling ontgaan van veele Kerkvoogden, aan welker hoofd de Cardinaal de noailles. Aartsbisschop van Parys, stondt, en werd dezelve verboden by een Raadsbesluit van den 7 Sept. des Jaars MDCCXXVII. Vader courayer bezat een hart, bestand tegen allen opspraak, en verdroeg de veelvuldige veroordeelingen, over hem uitgesprooken, met onbezweeke standvastigheid. Hy vondt zich versterkt, om vast te staan in zyne opregtheid, door de gunstige bejegening, welke zyne Verhandeling en Verdediging beide ontmoetten in Engeland, waar zy hem eene algemeene hoogagting en Vrienden bezorgden. - | |
[pagina 276]
| |
Te midden van zyn kampen met een aantal moeilykheden, ontving hy, uit Engeland, een onwraakbaar Getuigenis van agting en goedkeuring, zelden geschonken aan Geestlyken van de Roomsche Kerk. De Universiteit van Oxfort droeg hem de waardigheid op van Doctor in de Godgeleerdheid, den 28 Mey MDCCXXVII. Op den eersten van December, daar aan volgende, betuigde hy zynen dank aan de Universiteit, in een Latynschen Brieve, en verschoont zyne langzaamheid in het erkennen van de Eere, hem beweezen, dewyl hy in dien tusschentyd zich hadt moeten te weer stellen tegen heimlyke laagen, of openbaar geweldGa naar voetnoot(*). Haleanment, digt by St. Germain en Laye, was de plaats, werwaards courayer zich begaf, staande den tyd, dat hy in ongenade gevallen was. Hier kreeg hy het bezoek van Bisschop atterbury, toen als Balling buiten Engeland zwervende: deeze was op verre na de, tot zagtheid aanmaanende, Man niet, of geschikt, om water der verkoelinge te verspreiden op een volyverigen geest; en daarenboven begreep hy, gelyk het, in de daad, was, dat hy met de Kerkvoogden in Engeland belang had in 't geschil, 't geen Doctor courayer in verlegenheid bragt, en aan eene schroomlyke vervolging blootstelde. - De gemeenzaamheid van deezen Bisschop met Vader couraijer, en een afscheidsbezoek van den Boekbewaarder, 's avonds vóór hy Parys verliet, berokkende den Kerkvoogd eenige moeilykheid, en bragt eene onaangenaame boodschap te wege van den Koning van Frankryk, en den Cardinaal de noailles, door den Luitenant der Politie. De toestand van Dr. courayer, en diens verblyf in Frankryk, werd, van tyd tot tyd, meer en meer hachlyk, en in de omstandigheden, waar in hy daadlyk verkeerde, vondt hy het raadzaam, ja noodzaaklyk, na een veilig heenkomen uit te zien. Het vooruitzigt van de veelvuldige en groote onheilen, die onvermydelyk moesten voort- | |
[pagina 277]
| |
vloeijen op een Ban, tegen hem uitgevaardigd, door den Generaal zyner Orde, waren zeer ontrustend, en het ontwyken daarvan leedt geen uitstel. In deezen verlegen toestand nam hy zyn toevlugt tot zyne Vrienden in Engeland; en besloot, op hun raad, ten zynen gelukke, om dat Land tot zyne wykplaats te neemen. De Aardsbisschop van Parys bleef onverzoenlyk; de vriendlyke tusschenspraak van 's Cardinaals Broeder, de Marschalk de noailles, kon niets op hem verwinnen, om zyne strengheid te verzagten, of vervolgzugt te teugelen. Omtrent ééne maand, derhalven, naa het schryven zyns Briefs aan de Universiteit van Oxfort, ving Dr. courayer, in 't holst van den Winter, zyne reis aan na Calais, in een Postkoets en bereikte die plaats, zonder eenig ander ongemak, dan 't geen hy, uit hoofde van het weêr, gevoelde. Tegenwinden hielden hem daar eenige dagen op; en men zegt, dat hy juist van passe het vatten ontkwam; zo dat hy, omtrent het einde van January MDCCXXVIII, in Engeland landde, waar men hem met open armen ontving. - Te Greenwich aan wal stappende, vondt hy de koets van Lord Burggraaf perceval, naderhand Graaf van Egmond, met zes paarden bespannen, gereed om hem na diens huis te brengen, 't geen hy den Doctor verzogt, als zyn eigen aan te zien, en te gebruiken. Naa het middagmaal deedt zyne Lordschap hem een aanzienlyk geschenk. Den volgenden dag nam hy het middagmaal by Dr. wake, toen Aardsbisschop van Canterbury, in diens Paleis te Lambeth; deeze begiftigde hem desgelyks. Dezelfde edelmoedigheid ontving hy van Bisschop hare, Bisschop sherlock, en verscheide andere Kerkvoogden; en, kort naa zyne aankomst, deedt de Markgraaf van blandfort hem een geschenk van vyftig Ponden, uit handen van nicholas man, Esq. Dr. courayer maakte, in een bezoek by den Aardsbisschop wake, niet lang naa zyn komst in Engeland, deeze aanmerking, ‘dat Engeland een slegt Land was voor 't verblyf van een Godsdienstig Man: zo ter oorzaake van de ongelukkige Verdeeldheden in den Godsdienst, waardoor de onderlinge Liefde verlooren ging; als van wegen de Vryheid, welke veelen namen, om tegen de Leerstellingen des Christendoms te spreeken, en de Zeden des Volks te bederven. In dit Land leefde Dr. courayer omtrent eene halve Eeuw, naa het uitboezemen deezer klagte, en hadt tyds | |
[pagina 278]
| |
genoeg, om overtuigd te worden, dat Engeland, onder andere onschatbaare voordeelen boven het Land, door hem verlaaten, ook te waardeeren was boven 't zelve in die eigenste opzigten, waarover hy klaagde, en te zien, dat de Godsdienstgezindheden der Dissenters, meer dan men gewoonlyk denkt, strekten, tot vastigheid der vastgestelde Kerke - dat de Vryheid, zo gewraakt, de buitenspoorigheid ter zyde gezet, en uitgeoefend gelyk dezelve doorgaans gebruikt wordt, en moet gebruikt worden, met voegelykheid, een natuurlyk zout is, zeer geschikt en kragtig werkende, om in de gemoederen des Volks bederf voor te komen, of te weeren.
Beati, bona si sua norint
Anglicoloe.
Het strekt my tot niet weinig genoegen, met zekerheid te mogen zeggen, tot eere deezes Volks, dat veele der Tafelen en Huizen van de Grooten edelmoedig openstonden, om Vader courayer te ontvangen, zints hy den voet in Engeland zette. Hy verzekerde zyn bestendig welkomzyn in het toekomende, door zyne eigene verdiensten, door zyn onderhoudenden, leerzaamen en heuschen, ommegang. Welhaast werd het hem gewoon, maanden agter elkander te leeven in de eene of de andere der eerste Familien in dit Ryk; op de onderscheide Buitenverblyven der Graavinne van hertford, naderhand Hertogin van somerset, was het niet vreemd, dat hy zes maanden agter den anderen bleef. Niet lang, egter, bleef hy een behoeftig Afhangeling van de goedheid onzes Adels, en der Kerkvoogden, die steeds weldaaden op weldaaden hoopten. Een Lands Jaargeld van honderd Ponden werd hem voor zyn leeven toegestaan. Koningin carolina, eene milddaadige Beschermster der Geleerden, en van behoeftige verdiensten, verdubbelde, in 't Jaar MDCCXXXVI, die som. Aan haar droeg hy de Fransche Vertaaling op, van Fra paoli sarpi's Geschiedenis der Kerkvergadering van Trente, in dat jaar uitgegeeven. Zyne Opdragt is geschreeven met de gevoeligste en warmste uitboezemingen van hartlyke dankbaarheid. De Verkoop van die Overzetting, stelde hem in staat, om 1500 Ponden te betaalen, en 1600 Ponden aan Lord feversham te geeven voor een Jaargeld van 100 Ponden, 't geen hy omtrent veertig jaaren trok. | |
[pagina 279]
| |
Naa dat Dr. courayer in Engeland wam, ontbrak hem nooit iets van het noodige, of dat kon strekken om hem het leeven aangenaam te maaken, 't geen tot den zeer hoogen ouderdom van vyf en negentig jaaren duurde. Allengskens, en naa geen lang tydsverloop, geraakte hy in vry ruime omstandigheden, en ontving veel meer gelds 's jaarlyks, dan hy tot zyne spaarzaame wyze van leeven behoefde. Nogthans lag hy het overschot van zyn jaarlyks Inkomen niet op. Zyne kleeding, schoon altoos ten uitersten net, was niet kostbaar, zelfs niet wanneer hy zich als een Wereldlyk Heer vertoonde, en met een degen ging, gelyk hy zomtyds deedt, en deeze, zo men zegt, vry vreemd droeg. Hy hieldt geen huishouden op, was in geen ding verspillend, en de Armen deelden ryklyk van zyne goederen. Ongelukkige Gevangenen waren de uitgezogte voorwerpen zyner liefddaadigheid. Zo ras hy zyn Jaargeld ontvangen hadt, was zyne gewoonte, om van vyftig tot tachtig Ponden ten hunnen behoeve te geeven. - 't Is eene bekende, en welbevestigde, byzonderheid, dat hy gewoon was het benoodigde voor zichzelven, in eene week, op eene zeer maatige som te bepaalen: en wat hy daar van bespaarde, met het overige van zyn Inkomen, nimmer de gewoone liefdegaaven vergeetende, bestemde hy om de behoeften te vervullen, of de leevensaangenaamheden te vermeerderen, zyner twee Zusteren, die Nonnen waren in Frankryk, en van een ouder Broeder, door hem desgelyks in dit Ryk agtergelaaten. - Zyn geld vermeerderde met dit alles, en uit zyn Laatsten Wil blykt, dat hy ryk mogt heeten: aan zyn oudsten Broeder, een Regtsgeleerde te Parys, by het maaken van zyn Laatsten Wil in den Jaare MDCCLXXVI nog leevende, maakte hy een gouden keurlyk gewerkte Snuifdoos, hem door Koningin carolina ten geschenke gegeeven. De Jesuiten waren algemeen, en altoos, Dr. courayer's geslaagendste Vyanden; nogthans voelde zyn menschlievend hart zich getroffen door de Vernietiging van hunne Orde, in den Jaare MDCCLXXIII, en hy beklaagde zeer het harde lot van veelen, door die Vernietiging in eenen behoeftigen staat gedompeld. Nooit kon men Dr. courayer beweegen, om gunstig te denken over archibald bower, Schryver van het Leeven der Paussen; maar hieldt hem altoos, zints den aanvang dat hy hem hadt leeren kennen, voor een duis- | |
[pagina 280]
| |
ter man, van een verdagt character, die voorgaf veele dingen uit Boeken ontleend te hebben, die hy zeker nimmer gezien hadt. De ontdekking, die wy ten deezen opzigte verschuldigd zyn aan het verstand en den loflyken yver van Dr. douglas, bevestigt de vermoedens van Vader courayer. Men verhaalt, dat hy, kort naa zyn komst in Londen, in 't Jaar MDCCXXVIII, by een Roomsch Priester ging, om te biegten en zondvergiffenis te krygen. Maar dat die Priester, toen courayer zichzelven ontdekte, en deeze bemerkte dat hy gebannen was, of op het punt stondt om in den Kerkban gedaan te worden, weigerde hem de Biegt af te neemen, en den Doctor ernstig aanmaande, om zich rechtstreeks te vervoegen tot zyn Superior te St. Genevieve. Wy weeten niet, wat hier op volgde; doch wy mogen, uit het geen hy des betreffende gezegd heeft in de Verklaaring zyner Gevoelens over verscheide Leeringen des GodsdienstsGa naar voetnoot(*), gissen, dat die weigering Dr. courayer geen groote of langduurige kwelling baarde. - Te deezer gelegenheid schiet my een geval te binnen, 't welk, schoon eenigzins grappig, zo zeer past op het geval van Dr. courayer, dat de Leezer zich over het invoegen niet zal belgen. Niet lang geleeden, toen de Hertog van gordon, en al de Lords van die Familie, Roomsch Catholyk waren, huurde een Protestant, als zodanig niet onbekend by zyne Genade, eene kleine Landhoeve, digt by Huntley-castle, en was, door een zamenloop van omstandigheden, ten agteren geraakt in het betaalen van de Landhuur. Een volyverig Rentmeester tastte de Goederen des Landhoevenaars aan voor de agterstallen, en liet door den Roeper bekend maaken, dat dezelve, op een bepaalden dag, openbaar zouden verkogt worden. De Hertog keerde in dien tusschentyd gelukkig weder. De Landhoevenaar vervoegde zich zeer schielyk aan het verblyf des Hertogs; hy werd niet wederhouden, maar terstond geholpen door de Bedienden, die dagten dat hy opontboden | |
[pagina 281]
| |
was. ‘Wat schort 'er aan, donald? vroeg de Hertog, als hy hem droefgeestig zag binnentreeden. Donald vertelde kortlyk wat het geval was: dit trof den Hertog, en deeze gaf hem een volkomen Kwytbrief. Vergenoegd heenen gaande, sloeg hy het oog op de Schilderyen, die aan den wand hingen, en de Beelden; vraagende, op zyn eenvoudigen trant, wat die betekenden? Deeze,’ zeide de Hertog, met veel heuschheids, ‘zyn de Heihgen, die by god, voor my, tusschen beiden treeden.’ - Mylord Hertog, voerde donald hem te gemoete, zou het niet beter weezen, u rechtstreeks tot god te vervoegen? Indien ik my met andere gordons opgehouden hadt, en niet by uwe Genade zelve gekomen was, ik zou myn Kwytbrief niet gekreegen hebben; myne Goederen waren verkegt geworden! - Een eerlyk hart drukt zich altoos wel althans onaanstootelyk, uit. De Hertog nam het niet euvel, en Vader courayer vertrok misschien van zyns Broeders Biegtstoel, denkende even als de Landhoevenaar. Niet te min, zegt men, dat Dr. courayer, jaaren lang, en mogelyk tot het einde zyns leevens, geregeld op gezette tyden zich ter Biegte aandiende, waarschynlyk uit hoofde eener Godsdienstige Verbintenis, na welker vervulling te tragten hy een pligt rekende. Zeker gaat het, dat hy, door eene strikte inagtneeming eener Gelofte van dien aart, in zyne vroege jeugd gedaan, tot het laatst zyns leevens alle dagen zyn Breviarium opzei, of las, waar toe hy dagelyks meer dan een uur besteedde. Als Dr. courayer zich in Londen bevondt, bezogt hy geene andere dan Roomsche Kerken, en nooit verzaakte hy volstrekt de Roomsch Catholyke Kerkgemeenschap. In zyn Laatsten Wil, drukt hy zich deswegen in deezer voege uit: ‘dat hy een Lid stierf van de Catholyke Kerke; doch zonder goed te keuren veele van de Begrippen en Bygeloovigheden, ter Roomsche Kerke ingevoerd, en in hunne Schoolen geleeraard, waar op men gedrongen heeft als op Geloofs-Artykelen, schoon zy hem toescheenen niet alleen niet gegrond te zyn op de waarheid; maar ook hoogst onwaarschynlyk.’ Niet te min te Eealing in Middlesex zynde, een Vlek werwaards Dr. courayer dikwyls ging, of wanneer hy zich te Percylodge, enz. bevondt, ging hy altoos in de Dorpkerk, en betuigde zyn genoegen in de Gebeden der | |
[pagina 282]
| |
Engelsche Kerke. 's Doctors eigen woorden zullen best den zin te verstaan geeven, in welken zyne aanpryzingen van de Engelsche Kerk te verstaan zyn: naardemaal zy duidelyk toonen, wat het was, 't geen 'er hem het meest in aanstondt, 't welk zeker dat geen niet was, 't welk derzelver beste Vrienden voor 't beste keuren: ‘Van alle Kerken,’ zegt hy, ‘die de eenigheid gebrooken hebben, is de Engelsche Kerk Ons de naaste, en heeft het meest behouden van onze Kerkgebruiken en Plegtigheden.’ Hieruit is blykbaar, dat Dr. courayer de Kerk van Engeland alleen beschouwde als een wyziging van de Kerk van Rome, en de daar in vastgestelde Leer als een soort van Paapery, zo veel, als ten dien tyde kon geschieden, geschikt naar den smaak der meer verlichte Inwoonderen van dat Ryk. - Uit zyne Geloofsverklaaring kan een schrander Leezer met zekerheid opmaaken, in welke stukken deeze Roomsche Doctor de Engelsche Kerk schuldig agtte, of in overmaat, of in gebrek, eene strikte overeenkomst te derven met de Roomsche, welke in geenerlei gedaante ooit voldoende of bestendig kan zyn, in eenig Land, 't welk eene verkleefdheid betuigt aan de Eenvoudigheid van het Euangelie, in deeze verlichte Eeuwe, nu men de Heilige Schriften beter verstaat. Het schynt onnoodig, en het zou in de daad onvoegelyk weezen, hier te treeden in de veelvuldige byzonderheden, waartoe dezelve de aandagt trekt. In allen gevalle, het schynt onheusch, en eene geheele ontwyking van het bewys, alle de begrippen en gevoelens van Dr. courayer, die niet in lengte en breedte juist overeenkomen met de vastgestelde maatstok der Engelsche Kerke, toe te schryven aan den slegten invloed zyner vroeg ingezoogene vooroordeelen. Zulks te beweeren, zou blykbaar te rug gekaatst kunnen worden op den Protestant, die 'er gebruik van maakt, en het bewyst zeker niets, noch aan den eenen, noch aan den anderen, kant. - In veele begrippen en gevoelens, byzonder die gods Eenheid betreffen, waarin hy zo uitdruklyk en schriftuurlyk spreekt, was Dr. courayer zeker niet opgevoed: zyne vroegste vooroordeelen moesten hem hier blykbaar in den weg zyn. Hy doet de waarheid daarvan alleen rusten op het Euangelie, en neemt geen anderen grond aan, dan waartegen geen Protestant iets kan hebben, zonder asstand te doen van allen eisch op die benaaming. | |
[pagina 283]
| |
De eigenste begrippen, die 't meest naar Paapery smaaken, en zyne gehegtheid daar aan toonen, draagt Vader courayer, verre genoeg van vroege vooroordeelen verwyderd voor, als de uitkomst van redenkavelingen, die eene zeer ernstige overweeging verdienen: te meer, daar zommige derzelve, en aangemerkt als Tegenwerpingen tegen de Protestanten, en als eene Verdediging van het Pausdom, voorkomen onbeantwoordelyk te zyn, wanneer men zich strikt houde aan de tegenwoordige Artykelen en Gebruiken der vastgestelde Kerk in Engeland. De Geloofsverklaaring zelve, blykbaar opgesteld met eene oplettenheid, die den ernst aanduidt van de overledene Vorstinne, op wier verzoek, en tot wier gebruik, dezelve naar alle waarschynlykheid eerst geschreeven werd, strekt zeker tot eere van wylen haare Koninglyke Hoogheid, en versterkt het heerlyk getuigenis, haar, als eene Christinne, gegeeven door dien Man in 't Ryk, die best in staat was 't zelve te verleenenGa naar voetnoot(*). Met deeze Vorstin, en haare Zuster carolina, hieldt Dr. courayer, als hy in Londen was, het voor een regel, één avond in de week door te brengen. Haar Vader was, zegt men, dikwyls van de party. Deeze verkeering moet zeer leerzaam en genoeglyk geweest zyn; want courayer was een bevallig man, een beminnaar en kweeker van onzondige vreugd. - In deezen kleinen kring was Vader courayer, strydig met de doorgaande gewoonte ten Hove, waarschynlyk het openhartigst en gespraakzaamst. Ongetwyfeld veronderstellende, dat het aan zyn stand en omstandigheden in dit Ryk best voegde, was hy, ten aanziene zyner gesprekken over onderwerpen, den Godsdienst betreffende, agterhoudender, dan hem natuurlyk scheen te weezen; zorgvuldig vermydende, in algemeen onderhoud, zyne gedagten te uiten over alle stukken, die aanleiding tot geschil konden geeven. In dit opzigt schynt hy niet omzigtiger geweest te zyn, dan ten vollen verdedigd kan worden; want in zyne Fransche Werken hadt hy zyne gevoelens genoegzaam opengelegd voor Geleerden, en de zodanigen, die dagten: en voor die niet denken, kon eene ontvouwing van dezelve, nu of vervolgens, van weinig betekenis weezen. | |
[pagina 284]
| |
Dr. courayer hadt, ongetwyfeld, eene liefde en eerbied voor de waarheid, welke hem niet toeliet zyne gevoelens te vermommen of te bedekken; maar, volgens het eenpaarig getuigenis van verscheide geloofwaardige Getuigen, die hem wel kenden, en veel met hem verkeerden, hadt hy daarbenevens eene zeer groote maate van natuurlyke beschroomdheid, welke hem eene omzigtigheid in de verkeering inboezemde, pryzenswaardig in stukken, waarin het niet onmogelyk is, dat wy mistasten. Dezelve ging, egter, de paalen niet te buiten, en Vader courayer was nooit in 't minst verdagt van veinzery en ontveinzing. Dat zo zeer doorschynend kleed, 't geen hy droeg by zyn leeven, wenschte hy, zo 't schynt, dat, naa zyn dood, geheel zou weggenomen worden, door de Uitgave zyner Geloofsbelydenisse, hoogwaarschynlyk opgesteld tot voldoening eener godvrugtige Vorstinne; maar eindelyk bestemd om een laatste Aanspraak te zyn aan de Christenen. 't Was als een kostbaar juweel weggelegd, en ziet thans het licht. Veele jaaren te vooren, was de Uitgeever van het Oorspronglyke naar het Handschrift des SchryversGa naar voetnoot(*), | |
[pagina 285]
| |
en waren mogelyk verscheide van Dr. courayer's gemeenzaamste Vrienden, en zeker eenige schrandere Geleei- | |
[pagina 286]
| |
den, die zyne Schriften met aandagt geleezen hadden, zeer wel onderrigt van 's Doctors begrippen en gevoelens, en begreepen zeer duidelyk derzelver gewigt en gevolgen. De volgende zinsneede uit eenen Brieve van Mr. Jeremiah marckland aan Mr. bowyer, gedagtekend 29 Sept. MDCCXLVI, brengt men by als een bewys van deeze stellingen, en maakt eenige derzelve ten minsten uit. - ‘Mr. clarke heeft my Vader courayer's Overzetting van de Geschiedenis der Trentsche KerkvergaderingGa naar voetnoot(*) ter hand gesteld. Ik heb zo veel genoegen gehad in de Voorreden, (zo even heb ik dezelve geleezen,) dat, indien hy niet meer Papist is in andere Stellingen, dan in die, welke hier voorkomen, (welke veelvuldig zyn, en van de aangelegenste soort,) ik durf zeggen, dat 'er weinig zyn, die zo goede Catholyken zyn, als hy is. Indien gy deeze Voorreden niet geleezen hebt, dan hebt gy nog een groot vermaak te goed.’ Dit gedeelte eens Briefs van een geleerd, schrander en beminnenswaardig, Man, is zodanig nedergesteld, als of hy zo even was opgestaan van het leezen der Geloofsbelydenisse van Vader courayer: want, die geleezen hebbende, zullen wy niet kunnen naalaaten dezelfde of soortgelyke gevoelens te vormen van Dr. courayer's Paapery. Dit waarschynlyk het geval zynde, zal het niet ongepast weezen, een weinig uit te weiden over de begrippen, welke zodanige gevoelens blykbaar veronderstellen, en over de gevolgen, tot welke zy aanleiding schynen te geeven.
(Deeze Uitweiding by eene nadere gelegenheid.) |
|