dit Geneesmiddel afgedreeven, doch dit gebeurt zeldzaam; daar en tegen word het zeer dikwyls door de tweede gifte veroorzaakt: in zulk een geval is de kuur niet moejelyk, en doorgaans is de Lyder in staat, om op dien zelfden dag noch uit te kunnen gaan. Wanneer alle drie de poejers gebruikt zyn, zo word men door de veele ontlastingen wel eenige verzwakking ontwaar, dan die, echter, blykens de ondervinding, niet heel veel te beduiden heeft, en door een glas goeden wyn spoedig weder hersteld word. (In één geval, daar ik het voorschreef, veroorzaakte dit middel meer dan dertig ontlastingen, zonder de minste nadeelige toevallen na te laaten.) Twee uuren na dat de Worm ontlast is, kan de Lyder van eene ligte maaltyd gebruik maaken, en een glas ouden wyn drinken; zelfs ook dan, wanneer de Worm na de derde gifte noch niet ontlast is.
Het is genoegzaam, indien het middel slegts een half kwartier uurs binnen gehouden word; maar indien het terstond weder overgegeeven word, dan zoude het zeker geen voldoende uitwerking hebben. (Volgens de waarneeming van bisset, word het overgeeven het best daar door verhinderd, wanneer de Lyder zo lang te bed blyft, tot dat het middel begint te werken; zo haast hy opzit, of zich beweegt, dan verwekt het zeer ligt overgeeven, waardoor het alsdan voor het grootste gedeelte, zo al niet geheel, weder uitgebraakt word.)
Zwakkelyke Lyders mag men wel de eerste gifte van het middel geheel laaten gebruiken; maar indien hun het zelve sterker aantast, als hier vooren reeds gemeld is, zo laat men een gedeelte van de tweede gifte achter.
Wanneer zich de Worm vertoont, zo moet men hem niet afbreeken; maar men laat hem hangen, en gebruikt het middel zo lang voort, tot dat hy geheel ontlast word. Indien zich eenige toevallen mogten opdoen, zo behandelt men dezelve op gelyke wyze als dezulken, die zomtyds door andere purgeermiddelen veroorzaakt worden.