De onderscheide aart der staatsdienaaren van Hendrik den IV, Koning van Frankryk, getoetst.
Hendrik de IV, die in geestigheid uitmuntte, en op aartigheden van vernuft gesteld was, wilde, op zekeren tyd, aan een vreemd Afgezant toonen, van hoe verschillenden aart zyne Staatsdienaars waren. Ten dien einde liet hy hun agter den anderen in diens tegenwoordigheid komen, en zeide tot hun: Hier is een Boom, die dreigt te vallen. - Villeroi raadde, zonder 'er zelfs na te kyken, den Koning, dat hy onmiddelyk denzelven zou wegdoen, en een ander in stede planten. - Jenin, den Boom met alle mogelyke oplettenheid beschouwd hebbende, bekende, dat hy 'er niets kwaads aan ontdekte; maar dat men, om ongelukken voor te komen, den Boom door des kundigen moest laaten naazien. - Sully gaf, met zyne gewoone koenheid, te kennen, ‘Sire, wie is het die u dit in het hoofd gebragt heeft? De Boom zal langer staan dan Gy of Ik leeven!’