Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1793
(1793)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijOver het gebruik der Digitalis flore purpureo (Paarsch Vingerhoedskruid) in verschillende ziekten.
| |
[pagina 51]
| |
een behoorlyke mate, toedienen, dewyl de vaste delen daardoor nog meer verzwakt, en de vogten nog meer verdund, wordende, de Zieken dies te eerder op deze wyze ten grave gaan. Hy gaf aan een Vrouw, die door droefheid in een asgemene Waterzugt vervallen was, zodat haar lichaam van 't hoofd tot de voeten gezwollen was, dagelyks twee grein Digitalis met Flores Cassioe. Zy had een sterken hoest met een zeer moeilyke fluimlozing, haar smaak was aardagtig, het water weinig en brandig, en de zwelling zagt. Nadat zy 's morgens en 's avonds, gedurende vier dagen, een grein gebruikt had, verminderde de zwelling van armen en voeten merklyk, maar de borst bleef beklemd, en de pols wierd zeer langzaam. Na dien tyd, wierd zy, niettegenstaande zy nu twee grein gebruikte, daaglyks erger, en stierf. Een aamborstige Vrouw kreeg een Buikwaterzugt, met een opzwelling der benen, met een onregelmatige en tusschenpozende pols; de Heer thilenius gaf haar agt poejers ieder van anderhalf grein Digitalis, waarvan zy 's morgens en 's avonds één moest gebruiken. Na vier dagen tyds, had zy reeds veel gewaterd, alle zwelling was verdwenen, de pols sloeg geregeld, en de ademhaling was veel gemaklyker. Zy gebruikte toen nog zes giften ieder van twee greinen, waardoor zy volkomen hersteld wierd; behalven, dat zy nog enige matheid en rilling had, welke geheel door het gebruik van Extract van Gentiaanwortel, en Eikeknoppen, met een tinctuur van Speceryen wierd weggenomen. Hy verligtte, door twaalf giften, ieder van anderhalf grein Digitalis met zuiker en Oleum Cassioe, een Vrouw, die, na een slymkoorts, waterzugtig wierd, zodat de buik en benen zeer gezwollen waren, en de ademhaling zeer bezwaard was. De zwelling wierd door de Digitalis geheel en al weggenomen; doch zy stierf vyf weken daarna. Een Vrouw kreeg, nadat zy voor een loomheid door de leden adergelaten was, een zwelling des buiks en der benen, door het scarificeren verminderde in 't eerst deze zwelling; doch kort daarna was het gehele lichaam opgezet. Zy loosde weinig water, en had eerst een plaatslyke pyn in de mild, en daarna op de plaats der lever. Nadat hy haar purgeerpillen, die sterke ontlastingen te weeg bragten, gegeven had, liet hy haar poejers | |
[pagina 52]
| |
van twee grein Digitalis gebruiken, en daarop thee, van Jeneverbessen getrokken, drinken, en tevens de benen in droge warme zemelen stoven. Deze stoving verdroeg zy niet; maar de poejers der Digitalis deden haar in 't eerst veel water lozen. Naderhand klaagde zy over sterken dorst, zy loosde weinig en zeer dik troebel water; zy gevoelde, om den anderen dag, de pyn in de zyde, en een zekere huivering door de handen en voeten. Hy schreef haar nu Eikelkoffy, een Vinum Squilliticum met Elix. Vitrioli voor, liet haar voor den dorst honigazyn met water drinken, en stond haar des middags een glas wyn toe. Zy wierd, hier door, van alle toevallen bevryd; doch toen het water wederom begon op te zetten, gaf hy haar het volgende aftrekzel: ℞ Herb. Digit. Purp. dr. ii. Zy genas hier door volkomen.
Een zestigjarig Man, van een slymagtige gesteldheid, kreeg eerst een Hydrops Anasarca, en daarna een Borstwaterzucht, zodanig, dat hy niet in het bed leggen konde. Door het gebruik van de Squilla met Syrup. Juniper. wierd eerst de zwelling, en daarna door de Scilla met Sulph. Antimon. aur., en Spec. Anisat. met een aftrekzel van de Rad. Senegoe, de benauwdheid weggenomen. Zyne verdere genezing verwaarloosd hebbende, stortte hy schielyk in, en herstelde ook wederom door het gebruik van 15 poejers, welke uit een halve drachme Digitalis, vyf gr. Sulph. aur. Antim., en vyf gr. zuiker, bestonden, waarop hy een aftrekzel van geneverbessen, als thee gedronken, liet gebruiken. Ten derdenmale ingestort zynde, genas hy nu volkomen door dezelfde middelen. Een driejarig Kind, 't welk, in den zomer, tweemaal petechioe zonder koorts gehad had, kreeg in het najaar een algemene Waterzucht. Na het toedienen van een braakmiddel, gaf men haar vier grein Digitalis in twaalf poejers verdeeld. 'Er volgde een sterke ontlasting van slym, door braking en afgang, en hierop loosde het kind veel water; om de kragten te herstellen, gebruikte het Pontacwyn. | |
[pagina 53]
| |
Een Man van 49 jaar, een sterke brandewyndrinker, wierd door een algemene Hydrops Anasarca aangetast, hy had reeds een stikzinking gehad, en op de benen, die rood waren, vertoonden zich blazen; hy waterde weinig, echter was zyn pols nog vry kragtig. De Heer thilenius gaf hem 24 greinen Digitalis met Flores Cassioe gemengd, die tot 12 poejers gemaakt wierden; hy liet hem Geneverbessen nadrinken, en allen dag een glas Genever drinken, op ieder been een kop zetten, en ze daarna wel dekken. Den tweeden dag begon hy reeds zo sterk te wateren, dat hy hetzelve by emmers vol loosde, de koppen gaven een yskoud weivogt, de benen genazen hierop spoedig, en binnen korten tyd was hy geheel van zyn Waterzugt hersteld. Ter versterking wierd hem nog eenigen tyd een Vinum Squilliticum met tinctura arometica toegediend. Een Vrouw kreeg, na het te vroeg ophouden der Stonden, een uitslag aan de benen, welke, opgedroogd zynde, een Buikwaterzugt veroorzaakte. 'Er wierden aan de benen fontanellen gezet, en twee grein Digitalis met Cremor Tartari, en Citroenzuiker, voorgeschreven. Na het gebruik der poejer, braakte zy veel groene gal, wierd bedlegerig, de buik zwol sterker op, maar de dorst verminderde, en zy waterde iets meer. Zy gebruikte een laxeermiddel, en hierop de Essentia Fuliginis, Cinamomi, enz. en daar de fontanellen niet droegen, wierden 'er nieuwe spaansche vliegen op de benen gelegd, en daarna het Ung. Citrinum aangewend. Dit verligtte haar zodanig, dat de zwelling des buiks merkelyk verminderde; egter bleef 'er, diep in den buik een brandende pyn over. Na dat de voorgaande middelen met een aftreksel van Digitalis gepaard waren, waterde en zweette zy 's morgens zeer sterk, en herstelde daarna volkomen. Een Weduw, die een slepende Borstkanker had, wierd door een Geelzugt aangetast, verzeld met pyn in de lever, welke zich tot den rug toe uitstrekte. Zy nam braakwynsteen, en daarop een mixtuur met Extract. Saponar. Tartar. Vitriol. & Syrup. Nosturcii. Des niettegenstaande vermeerderde de Geelzugt, en zy wierd waterzugtig. Het water was niet alleen in de benen, maar ook in den buik, en was verzeld met spaarzame waterlosing, en een pyn by de minste aanraking des onderbuiks. De Heer thilenius gaf haar de volgende poejers: | |
[pagina 54]
| |
℞ Sp. Sal. coagul. dr. ii. Na vier dagen vermeerderde de waterlozing, doch de buik wierd meer opgezet; zy wierd hardlyvig, hoestte, en had walging. Hy gaf haar een purgeermiddel, en daarop 12 grein Digitalis in agt poejers. Hierna verdween de Geelen Waterzugt; doch de poejers schenen op het Kreeftgezwel geene werking gedaan te hebben. Een Vrouw, die zich, door koude, een zugtige opzetting van buik en benen op den hals haalde, gebruikte vyf poejers van de Digitalis, braakte daarvan, en ging zo veel water door de urine af, dat hetzelve door het vertrek stroomde. Het middel daarop verlatende, kreeg zy een algemene Waterzugt met blauwe vlakken, en alle tekenen van een bederf der vogten. Zy wierd toen wel verligt door poejers van Digitalis met Cremor Tartari & Cortex Winteran.; doch stierf naderhand. Een aamborstig Man wierd, na dat hy enige dagen koortzige toevallen gehad had, door een Waterzugt van buik en benen aangevallen, verzeld met grote zwakheid. Hy was bleek, doch blozend van wangen, hy ademde moeielyk, en wierp taje etteragtige fluimen op. Na dat hy, 's morgens en 's avonds, een grein Digitalis, en 's nademiddags Ess. Galb. & Elix. pector. gebruikt had, en daarop water na welgevallen gedronken, vond hy zich schielyk zeer verligt, en was in twaalf dagen hersteld. Een Kraamvrouw wierd, in de eerste agt dagen van haar kraam, door een koorts aangetast, waarop het zog schielyk verdween, kort hierop wierden de voeten, buik en handen, opgezet, zo dat zy geen voet verroeren, en bezwaarlyk leggen, konde; zy waterde weinig, zweette sterk, en had des nagts veel hitte en dorst. De Heer thilenius gaf haar 12 poejers, die uit twee dr. Crem. Tart. en 12 gr. Digitalis bestonden, waarop zy gerstenwater moest drinken. Na dat zy deze poejers zes dagen gebruikt had, veroorzaakten zy een sterken afgang, een rnime waterlozing, en een vermindering der zwelling: niettemin bleven de schaamdelen tot berstens toe gezwollen; en op den linker voet vertoonden zich kleine blazen, die spoedig wederom verdwenen. Hy schreef haar nu voor: | |
[pagina 55]
| |
℞ Herb. Digit. purp. dr. i. om 's morgens, 's nademiddags en 's avonds, een eetlepel van te nemen. Hierdoor verdween de Waterzugt in veertien dagen. Hy ried haar vervolgens versterkende middelen te gebruiken, en een fontanel aan het been te zetten. In agttien dagen verdreven 24 grein Digitalis een volkomene Waterzugt by een Meisje van 34 jaar, wier maandstonden verstopt waren. In den tyd van tien dagen week een volkomene Anasarca by een Meisje van elf jaar, door purgeerpillen en 12 grein Digitalis. De Heer thilenius besluit uit deze gevallen, dat de Digitalis boven de meeste middelen tegens de Waterzugt de voorkeus verdient, daar zy ook een kragtig middel tegens de verstoppingen der ingewanden, verhardingen en scrofulen, is. Een beroemd Zwitschers Geneesheer, Dr. sulzer, verhaalt een geval van een algemene Waterzugt, die met een uitterende koorts, en zodanig een verstopping der lever, gepaard ging, dat men die uitwendig verhard kon voelen. Na dat men enigen tyd de Zeeuyen en andere pisdryvende Geneesmiddelen vergeefs beproefd had, besloot hy ook de Digitalis in de volgende vorm te geeven: ℞ Fol. Digit. purp. dr. iβ 's morgens vroeg en 's avonds een eetlepel. In 't eerst deed dit middel generhande werking; doch daarna kwamen de toevallen van walging, benauwdheid, duizeling, beneveling en verduistering van het gezigt. Hy gebruikte daarna eenige poejers van de Digitalis. De fluimlozing en de speekzelvloed waren sterk, en gaven verligting; dan men was verpligt met het middel op te houden. De pols wierd nu trager van 130 tot 80 of 90. Men beproefde nu wederom de Scilla, en gaf daarop een zweetmiddel, waarop de huid vogtig wierd; maar het water bleef dik en troebel. Na het toe- | |
[pagina 56]
| |
dienen der Sapo Antimon. met het Pulv. alt. Plummeri loosde de Zieke veel slym. Men gaf nu de Rhabarber met vlug loogzout, op de wyze van peyrilhé, en hierna raakte hy niet alleen veel water kwyt, maar de ontlastingen bevrydden hem van veel slym en verstopte stoffen. De Waterzugt verdween nu allengs, de lever wierd weder zagt, en de Lyder herstelde eindelyk volkomen. De Heer sulzer denkt, dat de Digitalis hier veel nut gedaan heeft; doch dat het vlug Loogzout de natuurkragten heeft opgewekt om deze omwenteling gelukkig te volbrengenGa naar voetnoot(*). De Heer Dr. scherb verhaalt drie gevallen, waarin de Digitalis wel enige verligting, doch gene genezing, te weeg bragt, maar daarby zulke hevige walging en braking veroorzaakte, dat hy dezelve vooral niet boven de andere pisdryvende middelen steldeGa naar voetnoot(†). Ofschoon ik nog weinige gelegenheid gehad heb, om met nadruk de Digitalis te kunnen beproeven, en die gevallen, waarin ik dezelve heb aangewend, meest wanhopig waren, zodat ik 'er weinig uit kan besluiten, zal ik dezelve hier egter mededelen. Een Vrouw van 50 jaar kreeg, na het ophouden der menses, eerst gezwollene benen, en daarna een Borstwaterzugt. Zy had de hevigste benauwdheden, hartkloppingen, een zeer ongeregelde pols, kortademigheid, en kon niet agterover, of op eene van beide zyden, leggen. Ik had haar dikwyls door pisdryvende middelen, vooral door het Sal succini, veel verligting toegebragt. Eindelyk begonnen de buik en benen zodanig te zwellen, en de benauwdheid tot die hoogte te stygen, dat ik alle ogenblik een stikking vreesde; de Zeeuijen, het Sal succini, Rob. Juniperi, en andere pisdryvende middelen, waren zonder de minste verligting gebruikt; ik dagt dus raadzaam, op het getuigenis van withering en thilenius, in dit wanhopig geval de Digitalis te beproeven. Zy gebruikte des morgens een poejer van twee grein Digitalis met zuiker. Nadat zy dit een paar uren had ingehad, volgde 'er een hevige braking, die den gantschen dag | |
[pagina 57]
| |
duurde, en van zulk een sterken pisvloed gevolgd wierd, dat zy in twee dagen van alle zwelling en benauwdheid bevryd was. Zy gebruikte daarna nog enige versterkende middelen, en bevond zich een geruimen tyd zeer wel. Naderhand vernam ik, dat zy langzamerhand wederom was begonnen op te zetten; doch daar zy gemeenlyk de Ziekte in een hogen trap moest gevoelen, vóór dat zy myne hulp vroeg, stierf zy plotsling. Een Vrouw van ruim 40 jaren oud, die, gedurende verscheide jaren, een hardnekkigen hoest gehad had, wierd eindelyk waterzugtig; hare benen waren sterk gezwollen, doch de opzetting was zagt, en liet een indruk der vingeren na; de buik was zeer opgezet; en men voelde duidelyk de golving des waters, het water was dun, doch spaarzaam, zy had veel dorst en een kleine rasse pols. Zy kon geheel niet te bed leggen, was zeer kortademig, hoestte veel zonder opwerping; te bed zeer hoog leggende, zwollen de armen en handen, en de slaap was zeer diep. Nadat ik enige dagen een Vinum Squilliticum gegeven had, verminderde de benauwdheid, en de zwelling der armen; de waterlozing wierd sterker, doch de buik en benen bleven gezwollen. Op deze wyze door de Squilla voorbereid zynde, gaf ik haar eerst één, en daarna twee greinen Digitalis met Flor. Cassioe, dan geen werking bespeurende, vermeerderde ik langzaam de gift tot agt maal twee grein daags. Na deze grote giften, had zy daaglyks walging en braking, welke wel verligting gaven, doch te veel verzwakten om op deze wyze voort te gaan, vooral daar het middel de waterlozing niet vermeerderde. Ik gaf haar nu een mixtuur uit Rob. Junip. Sp. Mind. en Sp. Nitr. d. met aq. Juniperi, waarop zy sterk begon te zweten. Dit zweet, het welk veel verligting gaf, wierd door het gebruik van wynwey bevorderd. Hetzelve wierd zo overvloedig, dat zy het water by stralen als uit de zweetgaten wreef, de armen en benen wierden geheel dun; doch de buik bleef hard en opgezet. Gedurende enige dagen duurde deze beterschap, doch wel dra scheen het water meer in de borst, het hoofd en de armen, te verzamelen, terwyl de benen dun bleven. Zy wierd nu daaglyks benauwder, meer kortademig, en stierf eindelyk slaapzugtig. Ik heb de Digitalis, zedert dien tyd, nog in een geval van algemene Waterzugt, te gelyk met andere middelen, | |
[pagina 58]
| |
toegediend; doch ik kan om deze rede uit dit geval niets ten voordele van dit Middel besluiten. Uit de opgetekende nauwkeurige Waarnemingen der beroemdste Engelsche en Hoogduitsche Geneesheren, blykt het overvloedig, dat de Digitalis ten minsten een plaats verdiene onder die Middelen, welke men in eene zo hardnekkige en gevaarlyke Ziekte, welke dikwyls de beste pogingen der Geneesheren te leur stelt, niet behoort agter te laten. | |
Proeven met de Digitalis in Hydrocephalus, Mania, en Bloedspuwing.De Hydrocephalus, of het inwendig Waterhoofd, is gewoonlyk een Ziekte, die van een scrofulagtigen aart is. Dr. percival vond, dat, van 22 gevallen, elf ten minsten duidelyk scrofnleus waren. Hy beproefde dus, niet zonder grond, de Digitalis in deze ziekte. Hy zegt, dat hy maar in weinige gevallen de Digitalis beproefd heeft. In één geval, het welk zeer lang geduurd had, en ongelukkig uitviel, veroorzaakte dit middel grote zwakheid, verschillende zenuwtoevallen, en wierd door gene goede uitwerking gevolgd. Nadat men kwikmiddelen, en andere kragtige geneesmiddelen, vrugtloos beproefd had, stierf het Kind, volkomen by zyn verstand zynde. By de opening vond men, dat de regter zyde der hersenen geheel ontbonden was, de Corpora Striata verteerd, en de linker holte hield twaalf oncen water in. In een ander geval van Hydrocephalus internus, gaf hy alle vier uren twee van de volgende pillen. Pulv. Digital. purp. Opii Colat. calemel. aa gr. 1. m.f. pil. N. 11. Na het gebruik van vier pillen viel de Zieke, die twaalf jaren oud was, in een gezonden slaap, die agt nren duurde. Zy ontwaakte zeer verkwikt, vry van pyn, en kon zonder ongemak het licht zien. Haar hoofd zweette sterk, en hierop volgde eene sterke pislozing, en van dit ogenblik af aan beterde zy daaglyks. Dan de Heer percival schryft de beterschap vooral aan de Opium en de Kwik toe, welke laatste reeds te voren ryklyk was toegediendGa naar voetnoot(*). Zedert men ontdekt had, dat de Digitalis de pols | |
[pagina 59]
| |
aanmerklyk vertraagde, en diensvolgens de kragt van 't hart en der vaten verminderde, heeft men ook dit middel in andere gevallen gebruikt. De Heer jones geeft een aanmerklyk geval op van Mania, waarin de Digitalis, na een aderlating, gevoegd by buikzuiverende middelen, eerst tweemaal daags in poejers van één grein, en daarna tot anderhalf drachma, in zes oncen water afgetrokken, 's avonds en 's morgens een eetlepel, een genezing te weeg bragtGa naar voetnoot(*). Dezelfde Schryver verhaalt verscheide gevallen van bloedfpuwing, met koorts, en een zeer snelle pols, verzeld, waarin, na het toedienen van aderlatingen en verkoelende middelen, één gr. Digitalis, 'smorgens en 's avonds, de drist des bloeds aanstonds matigde, de snelheid der pols aanmerklyk verminderde, en de Zieke volmaakt hersteldeGa naar voetnoot(†). |
|