van den Heer Vertaaler, den Eerw. de goede, vondt de Schryver daartoe aanleiding in zyne byzondere zeer drukkende omstandigheden: eene gevaarlyke Ziekte, welke hem den dood dreigde, en het gelyktydig verlies eener verstandige, deugdzaame en tedergeliefde Echtgenoote. Hoedanig de aanleg deezes Werks zy, en in welke byzonderheden de Eerw. Schryver zynen lydenden natuurgenooten troost zoeke toe te deelen, kan uit eene hoofdzaaklyke opgave van den Inhoud blyken. De Heer troschel, zyn Werk gegooten hebbende in den vorm van Overdenkingen, handelt in de twee eersten, over het onbegrypelyke in het Lyden, dat zoo menig een deugdzaam mensch treft, en over de eenigste hoop, die ons ten vollen gerust kan stellen, by het assterven van de onzen. In drie daar op volgende Overdenkingen ontvouwt hy het Christelyk gedrag, omtrent Zieken - omtrent Stervenden, - en omtrent onze gestorvene Vrienden. In de zesde, of laatste, Overdenking staat hy bepaaldelyk stil, op de verschillende uitwerking der sterkste bewyzen voor een leven na den dood, op de gemoederen der menschen, naar de byzondere gesteldheid van hun gemoed. Naa eene afzonderlyke Verklaaring of Uitbreiding van het voorval, aan Lazarus en diens Zusteren bejegend, ontvouwt de Leeraar de gemelde byzonderheden, op eene wyze, welke voor de daarby onmiddelyk belang hebbende persoonen tot gemoedelyke stigtinge en vertroostinge kan dienen; terwyl anderen, die niet onmiddelyk in het geval zyn, hier eenige nuttige onderrigtingen aantreffen, van welke zy, by voorkoomende gelegenheden, zich met voordeel zullen kunnen bedienen. In de Voorrede belooft de Eerw. de goede meer soortgelyke Stukjes, als hetgeen thans wordt asgegeeven, van den zelfden Schryver te
zullen leveren, indien hy, in het vertier deezer Overdenkingen, daartoe de vereischte aanmoediging ontmoete. Wy gelooven, dat veelen onzer Landzaaten 's Mans arbeid met genoegen zullen ontvangen. Van den redeneertrant des oorspronklyken Schryvers zullen wy dan, veelligt, iets ter proeve mededeelen.