voor zo verre wy weten, heeft hy dit nimmer tegengesproken) dan zou deze vrees ook zeer onnodig geweest zyn; maar dan zien wy tevens ook geene reden, waarom het stukje liever door eenen vreemden, dan door den Maaker zelven, zy uitgegeven, en waarom men op den titel, het zy dan valschelyk of naar waarheid, London, als de plaats, waar het gedrukt zou zyn, aangegeven vinde. Doch, deze geheimzinnige handelwys voor rekekening van den Uitgever laatende, zullen wy het stukje zelve beschouwen.
De tekst, die aan het hoofd van hetzelve staat, is Ps. LXVIII: 2-5. De Redenaar begint met eene korte opgave van de omstandigheden, in welken het lied, waar uit hy zynen tekst ontleende, was opgesteld: hy vondt de omstandigheden zo gelyk aan die, waar in Nederland onlangs verkeerde, dat hy zich verbeeldde, dat ieder toehoorder terstond de toepaslykheid van zyn tekst ‘op de wenschen van alle braave Inwooners van den Staat, en de onlangs voorgevallene gebeurtenissen’ voelen zou. Hy schetst den toestand van ons Land kort voor, en by, den jongsten inval der Fransche troupen in hetzelve; besluit uit die schets, dat wy nimmer aan grooter gevaaren blootgesteld waren, dan toen; vermeldt vervolgens de afwending dier gevaaren, en poogt aan te toonen, dat dezelve aan de byzondere tusschenkomst eener weldaadige Voorzienigheid toe te schryven zy, ‘dewyl zoo menigvuldige, zoo duidelyke, zoo aanhoudende, voordeelen op den vyand den kundigsten waarnemeren tot verwondering en verbaazing strekken, en zelfs de bekwaamste Legerhoofden, die 'er de werktuigen van geweest zyn, de eersten zyn, die daar in eene werking der Voorzienigheid erkennen;’ hy leidt uit die gelukkige afwending de vrolykste uitzichten op verderen zegen af; hy tracht die uitzichten ruimer en zekerder te maaken, door een zwart tafereel op te hangen van den zedelyken toestand van het volk, dat den inval gedaan heeft, het welk hy afmaalt, als een volk, dat alle godlyke en menschlyke wetten met voeten treedt, en het welk hy dus als vyanden Gods, en voorwerpen van zynen toorn, beschouwt; en eindelyk sluit hy met opwekkingen tot blydschap en dankbaarheid, en tot een eerbiedig gebed. De dankzeggingen en gebeden zelven, by deze gelegenheid gedaan, zyn achter de Redevoering gedrukt, en men kan derzelver inhoud uit de schets der Redevoering gemakkelyk gissen.