pen, vermaande hen te rug te keeren. Doch dit mogt niet baaten. Op haare knieën, en met traanen, baden zy om zyne bescherming, op dat zy, als gedoopte Kinderen, jesus mogten deelagtig worden. Waarom de Heer kaman, met kennis der Overheid, haar in zyne bescherming nam. Terwyl intusschen de OUders hunne Kinders vrugtloos hadden te rug gevraagd, wierden dezelve, door eene Commissie van vier Predikanten, door den Koning benoemd, ondervraagd, waarom zy van hunne Ouderen waren weggeloopen? Het antwoord was, niets anders dan de liefde tot jesus, die ook de Jooden Kinderen lief heeft, en voor ons aan het Kruis gestorven is; biddende voorts het Onze Vader, het tweede Artikel der Verlossinge, en eenige Spreuken der H.S. Om de Wigtjes van hun voorneemen af te trekken, dreigde men hen met zwaare strassen, beloofde haar mooie klederen en andere geschenken, en bragt ze in de tegenwoordigheid haarer Ouderen. Het antwoord was, dat zy geene schande vreesden; dat zy in den Hemel betere klederen krygen zouden, die hun allerliefste jesus hen geeven zoude; dat zy
jesus boven hunne Ouderen lief hadden, en door dien jesus, die aan het Kruis gestorven, en de waaragtige God is, wenschten zalig te worden, en dat deeze hun allerliefste jesus blyven zoude. Naa verscheiden andere vrugtlooze poogingen, door den Leeraar en de Ouders aangewend, wierden deeze drie Kindertjes tot het verder Onderwys, en vervolgens tot het Doopzel, toegelaaten.
Dus luidt dit Verhaal, 't welk, voor weinige jaaren, onder Lieden van zekere denkwyze, te Berlyn, zeer veel gerugts maakte, en de Voorredenaar beschouwt als een bewys, dat God op zyn oude Volk, dat nu Loruchama is, nog een oog van genade nederslaat. Intusschen, daar het Christendom zo wel een werk van het Verstand, als van het Hart is, valt het by ons bedenkelyk, of dezulken, die van gevoelen zyn, dat de Leere van christus op gronden van overtuiginge moet worden aangenomen, over de hier voorgedraagene gronden wel zeer zullen voldaan zyn; en of zy niet van oordeel zyn zullen, dat dusdanig eene aanpryzing van den Godsdienst van jesus, in de daad, denzelven kleine eere aandoet. - De gustibus non est disputandum.