Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1793
(1793)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijStaat van Regeering, Godsdienst, Geleerdheid en Konsten, in Groot-Britanje, omtrent het einde van de agttiende eeuw; door Dr. Gebh. Friedr. Aug. Wendeborn,Predikant te Londen. Vierde Deel. In gr. 8vo.(Tweede Uittreksel.)
Daar de inrichting der Engelsche Universiteiten grootlyks verschilt van die der overige Protestantsche Akademien, zal eenig bericht van dezelve, uit dit Werk getrokken, den Leezer, waarschynlyk, niet onaangenaam zyn. ‘De inrigting der Engelsche Universiteiten, volgens welke de Studenten in Kollegien huisvesten, is niet zo oud als die Universiteiten zelven...De oorsprong der Kollegien...is in 't midden der dertiende eeuw te zoeken...Voormaals woonden de Studenten by de burgers in, en hadden hier en daar vertrekken gehuurd, waarin de lessen gehouden en andere akademische oefeningen verrigt werden. Alle de Kollegien zyn uit godsdienstige giften ontstaan, en derzelver inrigting is vermoedelyk ontleend van de Kloosters. Een Bisschop, of ander aanzienlyk en ryk man, ja de Koningen en Koninginnen....bouwden op eigen kosten woningen....waarin een zeker getal van Jongelingen, onder opzigt van een Opperhoofd en ettelyke aan denzelven toegevoegde personen, uit de inkomsten der stigtinge opgevoed werden. De opperhoofden der Kollegien, welken men by Abten vergelyken kan, dragen onderscheiden benamingen. In eenigen heeten zy Provost....in eenigen Master,...in anderen Warden, in sommigen President, in nog ande- | |
[pagina 163]
| |
ren Principal, of ook wel Rector. Zy worden onder den algemeenen naam van Heads of the Colleges, dat is Hoofden der Kollegien, begrepen. De Leermeesters, welken onder hen aangesteld worden, en die men in 't Latyn Socii, in 't Engelsch Fellows, noemt...hebben vrye woning en tafel, en daar by een inkomen, welk in de onderscheiden stigtingen verschillend is, en van twintig tot honderd ponden sterling zal belopen. Sommigen bezitten tevens Predikantsplaatzen...Vele Kollegies hebben regten van patronaatschap, of Kollaties van Predikantsplaatzen, en waar dit het geval is, wordt een openvallende plaats doorgaans aan een Fellow begeven....De Fellows zyn byna allen Godgegeleerden, en mogen niet trouwen...In 't Kollegie van Christus Kerk, (Christchurch College) te Oxford, wonen verscheiden gehuwde geleerden, die tot de Universiteit behooren; doch dezen zyn Canonici, aan hoedanigen dit vergund is. Het getal der Jongelingen, welken tot ieder dezer Kollegien behooren, is zeer verschillende....Men onderscheidt dezelven in Scholars, die uit de inkomsten van 't Kollegie vrye tafel en huisvesting genieten; in Exhibitioners, die op beurzen studeren; in Commoners....die van hun eigen geld leven; en eindelyk in ServitorsGa naar voetnoot(*)....Te Oxford heeft men ook zekere gebouwen,....welken men als aanhangzels van eenige Kollegien kan aanmerken, en ook van de- | |
[pagina 164]
| |
zelven afhangen. De naam derzelven is in 't Engelsch Hall, in 't Latyn Aula, waardoor men de Kollegien daar van onderscheidt, hoewel het eenige verschil...hierin bestaat, dat de Halls geen Fellows hebben....Te Cambridge heeft men niets van dezen aart, en de gebouwen, die zodanig een' naam dragen,...zyn, in de daad, Kollegies, die hunne eigene Fellows hebben.....Ieder Kollegie heeft, behalven den Principal...nog een' Overopziener, die Visitor geheten wordt, en doorgaans een Bisschop of Aartsbisschop is.....De Principals worden door de Fellows verkoren, en vervolgens door den Visitor bevestigd. Dewyl de Halls te Oxford niet van Fellows voorzien zyn, stelt de tydelyke Kanzelier der Universiteit in dezelven den Principal aan, uitgezonderd in Edmunds Hall, waar de Koning in persoon iemand daar toe benoemt. Wanneer een Fellows plaats open valt, kiezen de overige Fellows uit de Magisters van hun Kollegie een nieuwen, by meerderheid van stemmen..... De inkomsten der Opperhoofden en ProfessorenGa naar voetnoot(*)...zyn...zo vastgesteld, dat men zeggen kan, dat zy zo lang moeten duuren als de Universiteiten zelven; en dezelven worden hun voor hun leven lang toegelegd...Dewyl nu in 't begeven van de Professoraten menigmaal meer naar gunst gehandeld, dan op verdiensten gelet wordt, zo is 't geen wonder, dat de lessen niet alleen dikwerf zeer schraal, maar ook zo zeldzaam zyn, dat een Hoogleeraar misschien niet meer dan een uur drie of vier in een gansch jaar daartoe besteedt...Dodwell, die zeker niet uit gunst...tot Cambdischen Professor te Oxford aangesteld werd, gaf in omtrent drie jaren negentien lectures, of lessen, over 't leven van hadrianus door spartianus beschreven, en men begreep, dat hy zich, in vergelyking met anderen, als een yvrig man had gekweten. Het gene een Engelsch Student derhalven aan de Universiteit leeren zal, moet hy niet uit de openbare lessen, maar by den byzonderen Leeraar, of Tutor, halen. By een Kollegie, welk eenig aanzien heeft, ont- | |
[pagina 165]
| |
moet men meesttyds twee Tutors, eenen voor de Wiskunde, en eenen voor de Philosophie. Wanneer het onderwys van dezen, na verloop van vier jaren, geëindigd is, moet de Jongeling zyne studien door eigen vlyt voortzetten.....Men vindt Kollegies, waar men...wel meer dan twee Tutors heeft; doch dit is zeldzaam. In zulk een geval heeft een Student geen vryheid om onder dezelven een keuze te doen, maar het Opperhoofd van 't Kollegie wyst elk den zynen toe. Het loon der Tutors is aanzienlyk. Sommigen betalen hun voor 't onderwys vyf, anderen, die ryker zyn, wel tien pond. Zy zyn byna allen Godgeleerden, uitgezonderd in eenige weinige Kollegien. Daar zyn 'er genen, voor zo veel ik weet, die in de regtsgeleerdheid of geneeskunst lessen geven....Men vindt 'er mannen van een opgeruimde denkwys onder, doch derzelver getal maakt de meerderheid niet uit..... Men behoeft het niet zo vreemd te agten, dat een Leeraar in zulk een Kollegie in alle noodige zaken onderwys mededeelt: want de Engelschen rekenen daar onder niet het derde deel van 't gene men in Duitschland van een Student vordert....Gemeenlyk bepaalt zig het onderwys tot latyn en grieksch, tot de grammatica en een weinig philosophie, benevens de natuurlyke historie en de wiskunde. De Tutor heeft de vryheid om de Grieksche en Latynsche Klassische Schryvers, die hy zynen kweekelingen verklaren wil, zelve uit te kiezen..... Zeer gevalt het my, dat men de oude Schryvers, die deze of gene wetenschap behandelen, meesttyds in de oorspronglyke taal den Studenten in de hand geeft. De Elementa van euclides maken veelal den grondslag uit van de lessen over de Wiskunde, en aristoteles doet het zelfde by die over de Digtkunde en Welsprekenheid.... Volgens de Statuten der Universiteiten, moet een Student vier jaren onder zynen Tutor blyven. Evenwel heeft men hier een uitzondering gemaakt voor den hoogen Adel of de zoons van Lords, zo dat die met drie jaren, of, indien de Kanzelier het gelieft toe te staan, met minder tyd, kunnen losraken: want de almae matres, de Voedstervrouwen der geleerdheid, begrypen zo wel als andere goede minnen, dat rang en geld de plaats van talenten vertreden kunnen....De Stu- | |
[pagina 166]
| |
denten brengen de eerste drie jaren dikwyls in groote nalatigheid door, maar in het vierde oefenen zy zig tot doorstaan van 't examen, welk vereischt wordt om den eersten graad van Akademische waardigheid, namelyk dien van Baccalaurcus der Konsten (Batchelor of Arts) te verkrygen, met welken de meesten zig...vergenoegen. Dat examen bestaat in 't houden van een disput, welk...zeer weinig om 't lyf heeft. Ook gebeurt het te Oxford zelden, dat iemand daar by tegenwoordig is, dan zulken, die uit hoofde der Statuten niet durven wegblyven: ja het wordt zelfs als een onbeleefdheid......beschouwd, zig als toehoorder daar by te laten vinden. Onder de genen, die verpligt zyn het by te wonen, behooren de Moderator, of, gelyk men in Duitschland zeggen zoude, de Praeses, voorts de Respondens en drie Opponenten, welken door den Moderator benoemd worden....Het disputeren duurt naauwlyks een half uur: doch dewyl de Statuten voorschryven, dat het om een uur beginnen en om drie uur eindigen zal, zo brengt het gezelschap den overtolligen tyd door in een diep stilzwygen. Sommigen lezen een' vrolyken Roman, anderen nemen het aloude tydverdryf by de hand...van namen of figuuren...op de tafels en banken te snyden, of aartige versjes met een potloot daar op te schryven. Komt 'er by geval eens...iemand..in de gehoorzaal, dan beginnen zy een of twee syllogismen uit te stamelen; maar nadien de Opzieners en Professoren wel weten hoe het 'er toegaat, blyven zy 'er niet boven een minute lang.....Te Cambridge is men....wat naauwgezetter en strengerGa naar voetnoot(*).’ Te Cambridge volgt, zo als de Schryver wat laager aantekent, op het disputeren een onderzoek, en duurt drie agtereen volgende dagen, hoewel dagelyks niet langer dan één of twee uuren. Dit onderzoek loopt over de zes eerste boeken van euclides, de driehoeksmeeting, de kegelsneden, eenig gedeelte der algebra, en uit de Werken van newton, ferguson, smith en locke; over de quadraat en cubicwortelen; de Grieksche taal, de Grammatica, de Rhetorica, enz. Met deze promotie, ‘neemt de verpligting om de lessen der Tutors by te wonen een einde, en het wordt | |
[pagina 167]
| |
dan zyne [des Batchelor's] zaak de openbaare lessen der Professoren waar te nemen, en vlytig voor zig zelven te studeren: doch hier komt zelden veel van, en de meesten gaan van de Universiteit weg; alleen zorg dragende om op 't einde van elken Akademischen TermGa naar voetnoot(*) wederom tegenwoordig te zyn, en hunne namen op de lyst aangetekend te krygen; dewyl het waarnemen van die Terms...vereischt wordt om tot hooger trap van Akademische waardigheid te kunnen geraken. Ten bewyze van dit waarnemen, is het genoeg, dat zy boter en brood tot hun ontbyt uit de keuken van hun Kollegie hebben laten halen, en hunne namen dus een of tweemaal geduurende den Term door den boekhouder in de rekening opgetekend worden gevondenGa naar voetnoot(†).’ De zodanigen worden onder de Studenten spotswyze Termtrotters, of Termdraavers, genoemdGa naar voetnoot(‡). Het overige zullen wy kort afdoen. Die te Oxford drie jaren Baccalaureus is geweest kan Magister worden, mits dat hy, geduurende dien tyd, eenige openlyke exercitien houde, welke evenwel, volgens des Schryvers bericht, 'er dikwyls sober genoeg uitzien. Hy mag dan, het geen hem te vooren niet vrystond, ten minsten tot het verkrygen van hoogeren trap niet dienen konde, zyne studien aan andere Universiteiten voortzetten. Zeven jaaren Magister geweest zynde, verkrygt hy zitting en stem in den Akademischen SenaatGa naar voetnoot(§). ‘Die Doctor in het burgerlyke regt begeert te worden, moet nog vyf jaar, na dat hy 't Magisterschap verkregen heeft, de lessen van den regtsgeleerden Professor hooren, en zig Baccalaureus in de regten laten maken; kunnende men tot de hoogste waardigheid in dezen tak niet dan na een twaalfjarigen akademischen levensloop opklimmen. Ten aanzien van het Doctoraat in de geneeskunde heeft men, Magister geworden zynde, maar drie jaren noodig....Te Cambridge kan men in beide gevallen met een jaar minder toe dan te Oxford. In de Godgeleerdheid worden, van den tyd af dat | |
[pagina 168]
| |
iemand Magister geworden is....nog tien jaren gevorderd om zig Baccalaureus in de Theologie te laten maken, en vervolgens nog vier om de waardigheid van Doctor te bekomen. In dezen...tusschentyd....moeten etlyke nietsbeduidende disputen, en in 't laatste zes lessen over een' der kortste brieven van paulus gehouden worden. Dewyl hier by zelden iemand, behalven twee of drie personen die het amptswege niet laten durven, tegenwoordig zyn, noemt men dezen Wall-lectures, dat is lessen die tot de wanden gerigt zynGa naar voetnoot(*).’ - Dus moeten één en twintig jaaren, en niet achttien, zo als de Schryver rekent, verloopen van den tyd af, dat iemand zyne studie aan de Universiteit begint, tot dat hy Doctor in de Godgeleerdheid kan worden. Uit dit verslag en andere byzonderheden, in dit Werk te vinden, waarin de Engelschen zekerlyk niet gevleid worden, kan de Leezer oordeelen, of de Engelsche Universiteiten recht hebben tot dien hoogmoed, welken de Heer wendeborn dezelve, en vooral die van Oxford, te last legtGa naar voetnoot(†). Vervolgens geeft de Schryver een bericht van de byzondere Kollegien en Halls, zo te Oxford als te Cambridge, van de Boekeryen by beide Akademien, en spreekt nog kortlyk van de Schotsche Hooge-Schoolen, te Edinburg, te Glasgow, te Aberdeen, en te St. Andries, aan welke hy vry grooteren lof geeft dan aan de Engelsche. Doch hierin kunnen wy hem niet volgen, gelyk ook niet in het vierde Hoofdstuk. Ons Uittreksel is reeds langer uitgelopen dan wy ons eerst voorstelden. Evenwel zouden wy den Vertaaler verongelyken, indien wy hier niet byvoegden, dat hy het Werk verrykt heeft met eenen goeden Bladwyzer voor al de Vier Deelen. Geheel achteraan vindt men eene lyst van Drukfeilen. Maar, behalven de daar in aangetekende, zyn ons onder het leezen nog al enkele voorgekomen, en daar onder twee of drie van eenig aanbelang, bl. 284, reg. 5. v.o. staat richard, dit zal eduard moeten zyn: want die regeerde in het jaar 1284. De regeering van richard den I eindigde in 1199. Bl. 285, reg. 6. whigift. l. whitgift. bl. 291, reg. 20. launderson. l. saunderson. bl. 297. reg. 2. v.o. sancrost. l. sancroft. |
|