begin des tyds, bestaan heeft uit 360 dagen; en dat zulks, by het einde des tyds, wederom zo zal kunnen zyn. In dit betoog verwart de Schryver de byzondere tydrekeningen door elkander; brengende die der Egyptenaaren, ten tyde van moses, (1550 jaaren vóór onze gewoone Jaartellinge) tot het begin der waereld - en tot derzelver einde, over. Het jaar van 360 dagen hadden de Egyptenaaren, zekerlyk in 12 Maaneschynen, in ronde getallen, elk van 30 dagen, verdeeld. De Grieken, ten tyde van solon, hadden dezelfde rekening. Intusschen geeft deeze rekening geen grootsch denkbeeld van de kennisse der Zonsbeweegingen. Dan by de Egyptenaaren bleef deeze rekening in het burgerlyk gebruik stand houden, zelfs in die tyden, toen men zeer wel wist, dat elke Maaneschyn omtrent 29½, en de Zonnejaaren 365 dagen waren. Waarom nu deeze onvolmaakte tydrekening, van zekeren tyd tot de eerste en laatste tyden, moet uitgestrekt worden, begrypen wy niet. Ook strookt het geenzins met de algemeene Chronologie; daar, volgens beweering van den Sterrenkundigen freret, het jaar der Aartsvaderen, in het eerst 336, en daarna 354, dagen inhield. Voor kundigen blyft intusschen nog een ruim veld van onderzoek over: of de jaaren der oude waereld niet nog aanmerkelyk korter zouden moeten zyn? Ten minste dit is een vermoeden van doederleijn, in zyne Theol. Biblioth. B. IV. st. 10. dat veel meer waarschynlykheid heeft, dan alles wat ten opzichte der Tydrekenkunde, in dit Betoog, beweerd wordt.
Tegen de Leer der hervormde Nederlandsche Kerk, heeft de Autheur, in dit Werk, niets rechtstreeks strydende geschreven, volgens bericht van de Gecommitteerden der Eerw. Classis van Amsterdam, in dato 6 February 1792: zy laaten intusschen veele byzondere Begrippen en Uitleggingen voor Rekening van den Schryver. Mogelyk levert de volgende redening, voor Sterrenkundigen, één van die byzondere Begrippen op!
‘Hoe zeker ook de Astronomische rekeningen ondersteld worden, blyft 'er immers nog telkens wat aan te verbeteren, ten bewyze, dat, hoe vast alles op de Natuurwet en Wiskunde ondersteld word gebouwd te zyn, de geduurzaame zekerheid blyft ontbreeken, en verscheidene dingen, als de reden van den stand der Noordster van de Pool, den stand van de Sterren in den