Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1792
(1792)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 593]
| |
Den Heeren Schryveren der Algemeene Vaderlandsche Letteroefeningen.wel edele heeren!
In het 10de No. van Uw Ed. geacht Maandwerk, vind ik eene Beschryving van een onbekend Dier, het welk, in Engeland, voor geld vertoond, en door den eigenaar het Lion-Monster genaamd, word. By het slot van die Beschryvinge wenscht men, dat een of ander Engelsch Natuurkundige eene volkomener Beschryving daar van wilde geeven, dan men thans in staat ware te leveren, en doordien ik een juist en naauwkeurig verhaal van dit zogenaamde Monsterdier, van de Heeren pennant en shaw, voor myne Natuurkundige Beschouwingen bekomen heb, meen ik het publiek geenen ondienst te zullen doen, Uw Ed. het zelve mede te deelen. In verwagting dat Uw Ed. het eene plaats zal geeven, ben ik, met alle achting,
wel edele heeren! Uw Ed. D.W. Dienaar,
r. wilding. 's Hage, 10 November 1792. | |
Beschryving van den Bradypus-Ursinus, of Beerluyaard.Dit Dier is uit het binnenste van Bengaalen (niet uit het binnenste van Africa, gelyk de Heer de la methrie verkeerdlyk opgeeft) in Engeland gebragt: en is omtrent vier jaaren oud (in het jaar 1791.) Toen het eerst gevangen werd, had het, zegt men, omtrent de grootte van een Baccoon, en blafte gelyk een Hond; maar thans heeft het de grootte van eenen Beer, en geeft, wanneer het getergd word, een' soort van brullend geluid: in zyn algemeen voorkomen heeft het ook veel overeenkomst met dat Dier, en is zelfs door eenige Natuurkundigen daar onder gerangschikt; dan zyne tanden, het byzondere maaksel van zyne pooten, en verscheidene andere omstandigheden beletten ons het als eenen Beer aan | |
[pagina 594]
| |
te merkenGa naar voetnoot(*); en, hoewel men het den naam van Luyaard heeft gegeeven, heeft 't nogthans niets van den luyen aart dier Dieren, het is zelfs eerder levendig in zyne beweegingen; zich geduurig omdraaiende, gelyk een Hond, die zich ter slaap wil begeeven. Men zegt, dat het uit den grond gedolven is geweest, toen het gevangen werd; en nog schynt het eene geneigdheid te hebben om geduurig in den grond te delven. Het gantsche lyf van dit Dier is met lang, ruw, zwart hair bedekt, dat op den rug veel langer is dan op het overige van het lighaam. Op het voorste gedeelte van het lighaam valt het hair naar vooren; doch op het agterste gedeelte naar agteren. De oogen zyn zeer klein: het voorhoofd is met kort zwartachtig hair bedekt, doch lichter dan het lyf-hair: door het midden van het voorhoofd loopen twee lynregte streepen, die eenigzins donkerer zyn dan het grondhair; het onderste deezer streepen is donker zwart, en maaken een' byna regten hoek, even boven de oogen, en vervolgens met eenen boog boven de oogen loopende, maaken zy twee zwarte wenkbraauwen uit: het overige van het gezigt, beneden de oogen, is van eene bruinachtige vleeschkoleur. De twee Hondstanden, in de bovenste kaak, staan omtrent twee duimen van elkanderen, die in de onderste kaak staan nog verder van elkanderen af. Aan elke zyde van de bovenste kaak heeft het drie Molares, of Maaltanden, waarvan de twee agterste dubbeld zyn, en de voorste enkeld. In de onderkaak heeft het, aan elke zyde, zes MaaltandenGa naar voetnoot(†), waarvan het agterste enkeld is, de twee volgende dubbeld, en de drie overige enkeld. De tong is glad, en heeft niets byzonders in haare vertooning. De snoet is eenigzins langwerpig, en schynt een dwars lid of inwendig kraakbeen te hebben, dat eene byzondere beweeging van dit deel toelaat. De nagels aan de voorste pooten zyn vyf in getal, zeer | |
[pagina 595]
| |
sterk, geboogen, en scherp; die van de agterste pooten zyn korter en stomper. Het aast greetig op tuingewassen en melk, en eet graag appelen; doch het schynt eenen tegenzin voor vleesch te hebben, ten zy het zelve van een zagten aart is, gelyk merg, dat het greetig uit een been zuigt; honig, zuiker, en andere zoetigheden, schynen voor dit Dier een lekkerny te zyn. Verder is de Beschryving, door Uw Ed. van dit Dier medegedeeld, zeer naauwkeurig. |
|