Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1792
(1792)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 479]
| |
Leevensberigt van den eerw. Philip Doddridge, D.D.(Vervolg van bl. 432.)
Mr. doddridge gaf, in zyne vroege jeugd, verscheide blyken van eene Dichterlyke Genie. Dr. johnson houdt de regels welke hy schreef op het Motto van zyn Familie-Wapen, dum vivimus vivamus, voor een der beste Epigrammas in de Engelsche taalGa naar voetnoot(*). Het eerste Geschrift, 't welk Mr. doddridge in 't licht gaf, in den Jaare MDCCXXX, droeg zyn naam niet op het voorhoofd, 't was getyteld: Free Thoughts on the most probable Means of reviving the Dissenting Interest, occasioned by the late Enquiry into the Causes of its Decay. Het Geschrift van Mr. doddridge, waarin hy, wat de hoofdzaak betreft, van zyne Party verschilde, kan ten voorbeelde dienen van de opregtheid en beleefdheid, waar mede men aanmerkingen kan maaken op de Gedagten en Schriften van een ander. - In den jaare MDCCXXXII gaf hy uit Sermons on the Education of Children, die, in een zeer kort bestek, eene verscheidenheid bevatten van dringende beweegredenen, om de Ouders over te haalen, om zich wel te kwyten van deezen aangelegen Pligt. In 't jaar MDCCXXXV zagen zyne Sermons to Young People het lichtGa naar voetnoot(†). | |
[pagina 480]
| |
De Universiteit van Aberdeen droeg, in den jaare MDCCXXXVI, aan Mr. doddridge, de Waardigheid van Doctor in de Godgeleerdheid op. Te welker gelegenheid zyne Kweekelingen het een stuk van welvoegelykheid oordeelden hem gezamenlyk geluk te wenschen. Hy was wel voldaan over dit blyk van genegenheid en agting; doch gaf hun te verstaan, ‘dat hunne Geleerdheid, Godsvrugt en Yver hem duizendmaal meer eere zouden geeven, hem duizendmaal meer genoegen schenken, dan de hem opgedraagene Waardigheid, of eenig Teken van openbaare hoogagting.’ - In 't zelfde jaar ontving men van zyne hand, Ten Sermons on the Power and Grace of Christ, and the Evidences of his glorious GospelGa naar voetnoot(*). De drie laatste, over de Evidences of the Gospel, werden naderhand afzonderlyk gedrukt, op het byzonder verzoek van een der aanzienlykste Persoonen der Kerke van Engeland. Zy behelzen een zeer oordeelkundige optelling van verscheide der voornaamste bewyzen ten steun van de Christlyke Openbaaring, en inzonderheid van die de Egtheid en Geloofwaardigheid der Euangelische Geschiedenisse staaven. De Schryver smaakte het genoegen, dat deeze Redenvoeringen ten middel verstrekten om twee Heeren van uitsteekende bekwaamheden, die in twyfel gehangen hadden omtrent dit Stuk, tot het Geloof in onzen heiligen Godsdienst over te haalen. Een hunner, die voortyds zyn best gedaan hadt om anderen tegen de Blykbaarheden en den Inhoud van het Euangelie voorin te neemen, werd een yverig Prediker van den Christlyken Godsdienst, en een schitterend cieraad voor denzelven, door zyn Leeven en Zeden. Het eerste Deel van Mr. doddridge's groote Werk, The Family Expositor; or a Paraphrase and Version of the New Testament; with critical Notes, and a Practical Improvement of each Section, verscheen in 't jaar | |
[pagina 481]
| |
MDCCXXXIXGa naar voetnoot(*). Dit Deel behelsde het eerste Gedeelte van de Geschiedenis onzes Heeren jesus christus, naar het verhaal der vier Euangelisten, in de orde van eene Overeenstemming gebragt. Het Tweede Deel, de Euangelische Geschiedenis besluitende, verscheen in den jaare MDCCXL. Korten tyd daarnaa gaf hy in 't licht: The Scripture Doctrine of Salvation by Grace, through Faith, illustrated and improved in two Sermons. Dit werd welhaast gevolgd door Practical Discourses on Regeneration, welke Leerredenen hy Zondags avonds gedaan hadt, en die met zeer veel toeloops werden bygewoond door lieden van onderscheidene Begrippen; voor zommigen waren zy hoogst nuttig. De aanpryzing daarvan gegeeven door een buitenlandsch Godgeleerden, voor de Nederduitsche Vertaaling, de Eerw. w. peiffers, Bedienaar des Euangeliums te Amsterdam, luidt: ‘Hier heerscht Regtzinnigheid gepaard, met Gemaatigdheid; Ernsthaftigheid met Zagtmoedigheid; diepverborgen Wysheid met zeldzaame Klaarheid: hier straalt door, Eenvoudigheid van styl zonder lafheid; Zuiverheid zonder Opgesmuktheid; Verhevenheid zonder Opgeblaazenheid; hier wordt men even zeer verrukt door Redelykheid zonder Pelagianerye, en door Geestlykheid zonder GeestdryveryeGa naar voetnoot(†).’ Dr. doddridge gaf, in 't jaar MDCCXLIII, een Antwoord op het Geschrift, getyteld: Christianity not founded on Argument, 't welk, onder den schyn van yver voor de Regtzinnigheid, met de daad een aanval op onzen heiligen Godsdienst behelsde. Dit Antwoord was begreepen in drie Brieven, zeer rondborstig, maar tevens zeer beleefd, geschreeven; hy verwierf daar voor den dank van eenige Heeren, uitsteekende in rang en verdiensten. De laatste Brief, inzonderheid, wordt gehouden voor de redelykste en volkomenste verdeediging des Invloeds van den Geest op 't Menschlyk hart, tot dus lang te voorschyn gebragt. In 't zelfde jaar ontving men van onzen Schryver: The Principles of the Christian Religion, expressed in plain | |
[pagina 482]
| |
and easy Verse, for the Use of Children and Youth. In dit Werkje is gemaklykheid, eenvoudigheid en fraaiheid, gelukkig vereenigd; doch het zou van eene uitgestrekter nutheid geweest zyn, was 'er geene Leerstelling van eenen betwistbaaren aart in gebragtGa naar voetnoot(*). Dr. doddridge was zeer yverig in het ontwerpen van een Plan van een Lands Gasthuis te Northampton. In den Jaare MDCCXLIII schonk hy eene Redenvoering, om dat weldaadig oogmerk te bevorderen: het wel slaagen hadt men, grootendeels, aan zyn invloed en arbeid te danken. In 't zelfde Jaar, werd Dr. doddridge Lid van een Wysgeerig Genootschap te Northampton. By de zamenkomsten van 't zelve, leverde hy, in den Jaare MDCCXLIV, een Vertoog in, over de Leer der Slingers, en een ander over de Wetten van de mededeeling der Beweeging, zo in veerkragtige, als in onveerkragtige, Lichaamen. De aangelegenste voorstellen, tot beide betrekkelyk, worden in deeze Vertoogen zeer eenvoudig verklaard. Hy deelde ook aan de Koninglyke Societeit drie Verhandelingen mede, die ten blyke strekken van de buitengemeene arbeidzaamheid, hem eigen. The Rise and Progress of Religion in the Soul kwam, in MDCCXLV, in 't licht. De Oorsprong en Voortgang der Godsvrugt in 's Menschen Ziel, werd opgehelderd in een reeks ernstige Vertoogen, geschikt voor Persoonen van allerlei characters en omstandigheden, met eene Godsdienstige overweeging of gebed by elk Hoofdstuk. Dit was een der nuttigste, en voor het Volk geschiktste, Werken die hy uitgaf. Het ontving groote toejuiching, niet alleen van de Dissenters; maar van verscheide Geleerden en Godvruchtigen der Engelsche Kerk. Een Heer van uitsteekende Geleerdheid en Braafheid droeg het altoos by zich, verklaarende dat het alles behelsde, wat noodig was ten opzigte van ernstige en daadlyke GodsvrugtGa naar voetnoot(†). | |
[pagina 483]
| |
In 't Jaar MDCCXLVII, zagen van Dr. doddridge het licht, Some Remarkable Passages in the Life of the Hon. Col. james gardiner. Zyn oogmerk was, om niet alleen eene schatting van Dankërkentenis toe te brengen, aan de Naagedagtenis van eenen onschatbaaren Vriend; maar van verpligting aan god en zyne Medemenschen: dewyl hy de streelende hoope koesterde, dat het Verhaal, onder den Godlyken Zegen, een middel zou weezen, om een warm en leevendig gevoel van Godsvrugt te verspreidenGa naar voetnoot(*). | |
[pagina 484]
| |
Het Derde Deel van Dr. doddridge's Family Expositor kwam, met den Jaare MDCCXLVIII, te voorschyn. Het | |
[pagina 485]
| |
behelsde de Handelingen der Apostelen, met bygevoegde Aantekeningen op de Overeenstemming der Euangelisten, en Two Dissertations. 1. On Sir isaac newton's System of Harmony. 2. On the Inspiration, of the New Testament. - Dit Deel maakt een zeer aangelegen gedeelte uit van Dr. doddridge's groot Werk. In de Verhandeling over Sir isaac newton's Stelsel, om de verscheide Geschiedenissen, by de Euangelisten voorkomende, tot derzelver eigen plaats te brengen, bestrydt Dr. doddridge, met veel voordeels, Sir isaac's veronderstelling; maar geeft hem, intusschen, den grootsten lof. ‘Ik kan my’ luiden zyne woorden, ‘tot deeze taak niet nederzetten, zonder de zwaarheid van de taak aanmerkelyk verligt te voelen, door het genoegen waarmede ik denk aan de vaste overtuiging, welke een Man van zyne gadelooze schranderheid moet gehad hebben van de waarheid des Christlyken Godsdiensts, daar hy zich zo veel moeite gaf, om de Heilige Bladeren op te helderen; een genoegen, waarin ik denk dat elk braaf Leezer met my gaarne zal willen deelen; inzonderheid daar (volgens de beste berigten, openbaare en byzondere, welke ik heb kunnen magtig worden,) zyn vast geloof in de Godlyke Openbaaring zich ontdekte in de egte vrugten van manlyke Deugd en Godsdienstigheid, en ons, by gevolge, de regtmaatigste reden geeft, om te besluiten, dat hy tegenwoordig in de gelukkige uitwerkzelen daarvan zich onëindig meer verheugt, dan in al de toejuiching, welke zyne Wysgeerige Werken hem verschaften; schoon zy hem eene Beroemdheid bezorgden, duurzaam als de Wereld, waarvan hy het waare bespiegelend Stelzel ontdekte, en die hem, (in spyt van de niets beduidende poogingen van onkunde en trotsheid, en derzelver waare afstammeling, bygeloof,) als 't ware, met straalen van de Zon verheerlykt, en zyn naam onder de Gestarnten des Hemels aanschreeven.’ Dr. doddridge beschonk de Wereld, in 't Jaar MDCCXLIX, met A plain and serious Address to a Master of a Family, on the important Subject of Family Religion. In dit stukje | |
[pagina 486]
| |
waren twee Gebeden. Het een geschikt om te dienen, tot een Aanvang van vastgestelde Gebeden in de Huisgezinnen, waar deeze voorheen niet gebruikt waren; het ander tot een Morgen- en Avondgebed, voor de Huisgezinnen. Dr. doddridge, schoon een Dissenter, en uitsteekende in het doen van niet vooraf overlegde Gebeden, was, gelyk hier uit bleek, niet afkeerig van vooraf beraamde Gebeden, by voeglyke gelegenheden.
(Vervolg en Slot in 't volgend Stukje.) |
|