| |
| |
| |
Over de onzekerheid der tekenen van doodslag, in het geval van onegte kinderen. Door wylen William Hunter, M.D.F.R.S. Buitengewoon Geneesheer der Koningin, en Lid van de Koninglyke Academie der Weetenschappen te Parys. Voorgeleezen den 14 July 1783.
(Vervolg en Slot van bl. 419.)
In de meeste van gemelde gevallen, kunnen wy ligt te vroeg een vooroordeel opvatten; en wanneer wy zeer duidelyk het voorneemen ontdekken, om de geboorte van een Kind te verbergen, daar uit besluiten, dat men een oogmerk had, om het Kind te willen vermoorden: en volgens deeze onderstelling, geeven wy dan rede van elke omstandigheid, en zeggen, hoe komt het anders, dat zy zoo en zoo handelt? en waarom handelde zy niet liever zoo en zoo? Zulke vraagen zouden wel ter sneede komen, en men zoude 'er vaste gevolgtrekkingen uit kunnen opmaaken, indien men konde vooronderstellen, dat de Vrouwen op dien tyd door een bedaard en onbelemmerd oordeel bestierd wierden; maar indien wy bedenken, dat, in zulke oogenblikken, haar geest, door verschillende hartstochten en schrikken, in eene geweldige beweeging is, zal ons haare onverstandige handelwyze zeer natuurlyk voorkomen.
Vergunt my deeze waarheid door een voorbeeld op te nelderen. Eene Dame, welke, God dank, nu zedert verscheidene jaaren volkomen hersteld is, ging, in de laatste maanden van haare Zwangerheid, op eenen schoonen Zomerschen avond, gevolgd door haaren knegt, een weinig lugt scheppen op een schoon nieuw plaveisel aan haare eigene deur, in eene van onze gelykste, breedste en stilste, Straaten. Zagtjens tot aan het einde van de Straat gewandeld zynde, waar eene zeer gelyke plaats, om over te steeken, was, wilde zy, om eene kleine verandering te hebben, overgaan, en langs de andere zyde van de Straat na huis keeren. Vermoeid zynde, en om haaren toestand denkende, stapte zy zeer langzaam en voorzigtig, uit vrees van eenig toeval te krygen. Toen zy eenige weinige stappen in het oversteeken van de Straat gevorderd was, kwam 'er een man op een harden draf in eene
| |
| |
Kar aanryden, die een sterk ratelend gedruis maakte. Hy was ver genoeg af om haar met veel bedaardheid geheel te laaten overgaan of weerom te keeren, en zy zoude, indien zy stil had blyven staan, volmaakt behouden geweest zyn. Maar zy wierd van eene ydele vrees bevangen, verloor haar verstand en zinnen, en in de benauwdheid door haare verlegenheid of zy voort zoude gaan, of te rug keeren, 't welk zy beide beproefde, kwam zy juist op een tydstip voor het Paard, dat zy in het Wiel vast en verward raakte, op den grond gesmeeten wierd, en haar vleesch en beenen zoo verscheurd en verbryzeld wierden, dat zy volmaakt gevoelloos opgenoomen, en na huis gebragt wierd, zonder de minste hoop van herstel. Deeze Dame was in den bloei van haare jaaren, leevende in overvloed, bemind door haare Familie, en by de geheele Waereld geacht. Dat zy zich zelve zoude hebben willen te kort doen, konde in geen menschen verbeelding opkomen: maar indien haare omstandigheden zulk eene onderstelling hadden kunnen begunstigen, zien wy, in de daad, dat het onbetwistbaarst bewys, dat zy zich zelve had kunnen behouden, door of voort te gaan, of om te keeren, of stil te staan, niets zoude afgedaan hebben, om te bewyzen, dat zy haar eigen leeven, en dat van haar Kind, had willen doen eindigen. Men beeft op de gedagte, dat onschuldige Vrouwen eenen schandelyken dood kunnen ondergaan hebben, alleen veroordeeld op dubbelzinnige bewyzen, en niets afdoende redeneeringen.
De meeste van deeze Aanmerkingen moeten natuurlyk elken onbevooroordeelden persoon overtuigend voorkomen, en, derhalven, by gelegenheid van een Regtsgeding in dit Land; waar wy het geluk hebben, van onder de bescherming te staan van zodanige Rechters, welke, door hunne opvoeding, studien en gewoonten, boven de vooroordeelen van het gemeen verheven zyn, en het tot eenen regel van hun gedrag maaken, om te vooronderstellen, dat de aangeklaagde onschuldig is, tot dat zyne schuld duidelyk beweezen wordt. Onder zulke Rechters, zeg ik, zal 'er weinig gevaar zyn, dat eene onschuldige Vrouw door valsche redeneeringen zoude veroordeeld worden. Maar in de gevallen, van welke wy nu spreeken, zoude 'er gevaar kunnen ontstaan door de berigten en meeningen ingeleverd door Geneesheeren, welke geraadpleegd worden,
| |
| |
om vraagen, hunne weetenschap betreffende, op te lossen, welke men onderstelt, dat de Rechters en lieden van de Jury niet naauwkeurig genoeg weeten. Veelen van ons beroep hebben niet zoo veel kunde, als de Waereld wel denkt; en sommigen van ons zyn wel eens geneigd, om, by een openbaar onderzoek, zig eene zekere achtbaarheid aan te maatigen, door een kort en beslissend antwoord te geeven daar, waar het zelve twyfelachtig behoorde geweest te zyn: en dit is een character daar een ieder zig voor moest zoeken te wagten, die, in zyn beroep, elken dag in het geval kan komen, om Vraagen van zulk een aanbelang te moeten beantwoorden, daar het leeven van eenen Lyder geheel van kan afhangen.
Om een gegrond oordeel over de geboorte van een pas ter Waereld gekomen Kind te vormen uit het onderzoek van deszelfs lichaam, moet een man van de Kunst veele pas geboorene Kinderen gezien hebben, zoo wel die eerst pas gebooren zyn, als die hunne geboorte alleen maar voor eenen korten tyd overleefd hebben: en hy moet lichaamen in de verschillende tydperken van den voortgang der verrotting of zelfs ontleed hebben, of ten minften by hunne ontleeding tegenwoordig geweest zyn. Ik heb dikwyls verscheide gewoone en natuurlyke zoo wel in-, als uitwendige verschynzels, ten onregte, zien houden voor tekens van eenen geweldigen dood. Ik herinner my een Kind gezien te hebben, 't welk zamengedrukt, en in eene klootsche gedaante gevonden wierd, en gelyk verhard deeg alle de holle indruksels behouden had, op plaatzen daar eenig gedeelte van de huid en het vleesch ingedrukt geweest ware. De Jury was in de gedagte gekomen, dat het vleesch zoo niet had kunnen gevormd worden, indien het Kind niet, geduurende zyn leeven, zoo was t' zamengeperst geworden. Myn veelvuldige Anatomische arbeid stelde my in staat, met daaden, alle hunne twyfelingen op te lossen. Ik bood hun aan de proef hiervan, in hunne tegenwoordigheid, indien zy wilden, te neemen; men moest het Kind in warm water leggen, tot dat zyn vleesch zagt en buigbaar wierd, als dat van een gestorven lichaam; dan moest men het zamendrukken, en zoo laaten liggen, tot dat het koud was, en zy zouden dan het zelfde uitwerksel zien. Zy waren, zonder de proef te neemen, voldaan.
Om in veele gevallen over den dood van een Kind te
| |
| |
oordeelen, zal het noodzaakelyk zyn wel te letten op den graad van zamenhang, die 'er is tusschen de huid en opperhuid; en het zal nog noodiger zyn, wel te weeten, hoe het bloed, dat zig op de uitwendige lichaamsdeelen vertoont, en door alle de inwendige deelen vloeit, 'er uitziet in evenredigheid van den tyd, dat het lichaam dood geweest is, en van den graad van warmte, in welke men het zelve gehouden heeft. Wanneer het hoofd, of aangezigt, van een Kind opgezwollen is, en 'er zeer rood of zwart uitziet, kan het gemeen ligtelyk oordeelen, dat het verwurgd is, om dat menschen, die gehangen zyn, 'er even zoo uitzien. Maar zy, die de Vroedkunde oefenen, weeten, dat niets in natuurlyke geboorten algemeener is, en dat de opgezwollenheid en donkere couleur by trappen verminderen, als het Kind maar eenige weinige dagen leeft. Dit verschynsel ziet men, voornamelyk, in gevallen, waar de navelstreng om den hals van het Kind geslingerd is, en wanneer het hoofd van het Kind eenigen tyd vóór deszelfs lichaam gebooren is.
'Er zyn verscheidene andere omstandigheden, welke men door eene uitgebreide ondervinding in de Ontleed- en Vroedkunde leert, dan welke ik, uit vrees van deeze Verhandeling te lang, en dus minder nuttig, te maaken, overslaan zal, om tot de Hoofdvraag te komen, nam: hoe ver kunnen wy, in gevallen, daar vermoedens plaats hebben, indien de longen op het water dryven, daar uit besluiten, dat het Kind leevendig gebooren, en waarschynlyk door zyne Moeder vermoord is?
Wy kunnen, vooreerst, verzekerd zyn, dat zy lugt bevatten. Wy moeten naderhand zien uit te vorschen of die lugt ook door verrotting ontwikkeld is.
Ten tweeden, om deeze Vraag te bepaalen, moeten wy de andere inwendige deelen onderzoeken, om te zien of 'er luchtgezwellen in dezelve zyn, en zy dus lucht bevatten: en wy moeten met eene byzondere oplettenheid nagaan, hoe 'er de luchtbellen in de longen uitzien. Indien de lucht, welke zy bevatten, uit de ademhaaling voortgekomen is, zullen de luchtblaazen voor een ongewapend oog naauwlyks zigtbaar zyn; maar indien deeze luchtblaazen groot zyn, of in linien langs de spleeten tusschen de lobuli, uit welke de longen zamengesteld zyn, voortloopen, is de lucht zeker emphysemateus, en geen lucht, die door de ademhaaling na binnen gekomen is.
| |
| |
Ten derden, indien men vindt dat de lucht in de natuurlyke luchtblaasjes bevat is, en het voorkomen heeft van lucht, die in dezelve door de ademhaaling gekomen is, laat ons dan onderzoeken, of niet misschien deeze lucht, na den dood van het Kind, in de longen geblaazen is. Het is zoo algemeen bekend, dat men een na allen schyn dood gebooren Kind, door zyne longen op te blaazen, kan doen herleeven, dat de Moeders zelf, of iemand anders, mogelyk dit beproefd hebben. Men zoude het zelfs hebben kunnen doen met een duivelsch oogmerk om de Moeder te doen veroordeelen.
Maar de gevaarlykste en algemeenste dwaaling, in welke wy vallen kunnen, is deeze, namentlyk, onderstellende, dat de proef wel genomen is, en dat wy ons voor elke der bovengenoemde misleidingen gewagt hebben, zoo kunnen wy nog te schielyk besluiten, dat het Kind leevendig gebooren is, en dus waarschynlyk vermoord is geworden: voornamelyk in zulke gevallen, waar de Moeder gepoogd heeft de geboorte van het Kind te verbergen, en het zelve verstooken had. Daar deeze laatste omstandigheid over 't algemeen een groot gewigt by de Jury heeft, zal ik alleenig aanmerken, dat dezelve, volgens alle billykheid, niets meer dan een grond van vermoeden kan opleveren, en, derhalven, geen, anders twyfelagtig, besluit tusschen eene vryspreeking van, of veroordeeling tot, eenen schandelyken dood moet beslissen.
Laat ons hier een geval vooronderstellen, 't geen ieder een toestaan zal, zeer mogelyk te zyn. Eene ongetrouwde Vrouw, zwanger wordende, tracht haare schande te verbergen, en overlegt het best ontwerp, 't geen zy kan uitdenken, om haar eigen leeven, en dat van haar Kind, te behouden, en evenwel tevens haar geheim te bewaaren. - Maar haar plan word in ééns omver geworpen, daar zy onverwagt, en schielyk, alleen zynde, niet wel word, en van een dood Kind verlost. Indien de Wet zulk eene Vrouw met den dood straft, om dat zy haare schande niet aan den dag gebragt heeft, vergt zy dan niet meer van de menschen, dan de zwakke menschelyke natuur draagen kan? In een geval, waar de omstandigheden dus zyn, is de eenigste misdaad der Vrouw, voorzeker, dat zy zwanger geweest is, en deeze misdaad met den dood te straffen, is het oogmerk der Wet niet; en de pooging om dit door geoorloofde middelen te verbergen, moest niet met den dood gestraft worden; daar deeze poo- | |
| |
ging uit een beginzel van deugdzaame schaamte schynt voort te spruiten.
Getoond hebbende, dat het verbergen van het Kind niets meer dan vermoedens kan geeven, laaten wy nu tot de aangelegenste vraag van allen te rug keeren, of wy, namentlyk, indien 'er in 't geval van eene verborgen gehoudene geboorte klaar beweezen word, dat het Kind adem gehaald heeft, daar uit besluiten kunnen, dat het vermoord is? Voorzeker niet. Het is zeker eene omstandigheid, die, gelyk de laatste, enkel vermoedens kan geeven. Om deeze belangryke waarheid ten genoegen der Leezers te bewyzen, zal het dienstig zyn de volgende zaaken te stellen, welke ik by ondervinding weet waar te zyn; en die van ieder een, die veel in de Vroedkunde te doen heeft gehad, bevestigd zullen worden.
1. Indien een Kind maar ééne ademhaaling doet, en onmiddelyk daar na sterft, zullen de Longen even zoo wel op het water dryven, als wanneer het langer adem gehaald heeft, en daarna verwurgd is geworden.
2. Een Kind haalt gemeenlyk adem zoo dra zyn mond gebooren is, en kan, in dien staat, zyn leeven verliezen, vóór dat zyn lichaam gebooren is: voornamentlyk als 'er veel tyd verloopt tusschen 't geen men de geboorte van des kinds hoofd kan noemen, en die van zyn lichaam. En indien dit gebeuren kan, daar de beste hulp by de hand is, zal het waarschynlyk veel meer gebeuren, daar in 't geheel geene hulp is; dat is, als de Vrouw alleen door zig zelve verlost.
3. Wy zien dikwyls, dat 'er kinderen gebooren worden, welke, door omstandigheden in hun gestel, of in den aart van den arbeid, maar even in het leeven zyn; en die, na een paar minuuten, of een paar uuren, adem gehaald te hebben, in weerwil van alle onze oplettenheid, sterven. En waarom zoude dit ongeluk niet even wel kunnen gebeuren aan Vrouwen, die zonder hulp bevallen zyn?
4. Somtyds worden de kinderen zoo zwak gebooren, dat zy, aan zich zelven overgelaaten, na adem gehaald of gesnikt te hebben, waarschynlyk sterven zouden, maar welker leeven men aan den gang houden kan, door in hunne longen te blaazen, warmte en vlugtige dingen te gebruiken, het Kind te wryven, enz. enz. Maar in de gevallen, van welke wy gehandeld hebben, kan men
| |
| |
zulke middelen, om het leeven te bewaaren, niet verwagten.
5. Wanneer een Vrouw alleen, zonder hulp, verlost, kan een sterk Kind volmaakt levendig gebooren zyn, en in zeer weinige minuuten, door gebrek aan ademhaaling, sterven, of door op zyn aangezigt te leggen in eenen poel der natuurlyke ontlastingen, of op natte kleederen; of door dat 'er natte dingen over 't zelve heen vallen, en de lucht weeren, of styf tegen zynen mond getrokken worden door het zuigen om adem te haalen. Eene ongelukkige Vrouw die alleen verlost, wier verstand ontsteld, en wier lichaam uitgeput is, zal geene sterkte of overleg genoeg bezitten, om, oogenbliklyk, ter behoudenis van haar Kind, op te staan. Ter opheldering van deeze gewigtige waarheid zal ik hier een kort geval bydoen.
Eene Dame, in een tamelyk afgelegen gedeelte van de Stad, wierd 's nagts door vlaagen van arbeid overvallen. Haare Min, die in huis sliep, en haare Dienstbooden, wierden opgeroepen, en men zond om my. Haar arbeid was kort, en 't Kind gebooren vóór myne aankomst. Het Kind schreeuwde oogenblikkelyk, en zy voelde, dat het zig sterk beweegde. Elk oogenblik verwagtende my in haare kamer te zien komen, en vreezende dat het Kind een of ander nadeel zou toegebragt worden, indien een onervaaren persoon, by deeze gelegenheid, het ampt van Vroedvrouw waarnam; wilde zy niet toelaaten, dat haare Min het Kind aanraakte; maar bleef in een zeer vermoeijend postuur, op dat het Kind niet gedrukt worden, of verstikken zoude. Ik vond het op zyn aangezigt in eenen poel van ontlastingen liggen, en zoo volkomen dood, dat alle myne poogingen, om het weder in 't leeven te brengen, vrugteloos waren.
Deeze zaaken verdienen de ernstigste overweeging van het publiek, en daar ik overtuigd ben, dat zy, algemeen bekend zynde, zouden kunnen dienen om de eene of andere ongelukkige en onschuldige Vrouw te redden, heb ik derzelver gemeenmaaking als eenen onvermydelyken pligt beschouwd. |
|