duizenden ter neder vellen, zich als eene Godheid doen aanbidden; hy moet toch eindelyk eens, 't zy vroeg of laat, uit zyne Vorstelyke Zaalen, vol gewoel, in het stille Graf nederdaalen.
Laat vry de Gierigaard, in zyn Goud, zyn God en wellust vinden. O! graf, gy wenkt hem, en - wat kan hem nu zyn goud en zilver baaten, daar hy, voor gantsche Bergen opeengestapeld Muntmetaal, geen enkel punt des tyds koopen kan; zyn leevenslamp gaat uit. - Hy is niet meer, en hy daalt, in de donkere wooning, by zyne afgestorvene Vaderen.
Ziet daar Stervelingen uw lot, het einde van alle vleesch, - het einde van al het genot, dat u het leeven op deeze onbestendige aarde schenkt. Dan, ô! kuil des Grafs, gy zult ons niet eeuwig beslooten houden, hoe groot uwe magt ook zy, - hoe gy uwe wreede heerschappy ons doet gevoelen, - ééne wenk van Gods Almagt bedaart uwe woestheid - bepaalt uwe woelingen; - ja, hoe onbeperkt het heerschen van uwen arm moge zyn hier beneden, ééns genaakt die dag op welken gy uwen buit zult wedergeeven, wanneer de schorre Donder bromt door 't barstend grafgewelf, dan zullen allen, die in de graven zyn, de stemme van den Zoon van God hooren, en zullen uit het zelve opstaan, deezen ten Leeven, - geenen ter Verdoemenisse. Bedenkt dit allen, gy Godvergeetenen, gy, die Ongodsdienstig ten aan zien van uwen God - onregtvaardig ten aanzien van uwen naasten - en onmaatig ten aanzien van u zelven, hebt geleesd; hoe zult gy daar, uit den mond van Jesus, het Godlyk vonnis hooren kunnen; doch, hebt gy hier op dit ondermaansche, in uwen kring, volgens uwe vermogens, altoos getragt, een onergerlyk geweten te bezitten voor uwen God, en de menschen. waarlyk deugdzaam voorbeeldelyk gewandeld, hoe aangenaam zal' dan eens in uwe ooren klinken, staat op, gy Dooden! om, op dien grooten dag, uw heil te zien volmaaken; dan zult gy het Graf, en zyn wreed vermogen, belachen; dan zult gy, van alle aardsch verdriet en tegenspoed ontheven, overgevoerd worden in zaliger gewesten, waar niets dan vreugde en wellust leeft, en Dood en Graf zal te niete gedaan worden: ja, dan sluit het Graf zynen hollen mond, dan verdwynt zyne magt, dan zullen wy, in het gezelschap van Hem, die Dood en Graf verwon, by onzen God, volmaakt - ongestoord - eeuwig - leeven, in die ontzachelyke eeuwigheid, daar wy, door 't
Godlyk Alvermogen, toe geschikt zyn, - daar tyd en sterflykheid verzinken, en wy, by 't juichend geestendom, Gods roem - Liefde - en Magt, zullen uitgalmen, - zonder einde.
J.D.V.