Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1792
(1792)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijSchets van het leeven en de verrichtingen van den heere Aart Schouman, als konstschilder beschouwd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 433]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deeze opmerking oordeelde ik vooraf nodig te zyn, by het volgende dat ik tot aandenken van wylen mynen ouden Vriend, den Heere aart schouman, nu onlangs, 5 July 1792, in 's Hage, in den ouderdom van 82 Jaaren overleeden, voor de Kunstlievenden, en inzonderheid ten voorbeelde van allen die de Teken- en Schilderkunst beoefenen, meende schuldig te zyn.
Aart schouman wierd te Dordrecht, den 4 van Lentemaand 1710, gebooren; zyn Vader was martinus schouman, Schipper van Dordrecht op Middelburg; zyn Moeder cornelia lugten, die in 1734 overleden is, en Weduwe bleef van zyn Vader, die hem reeds vroeg door den dood ontvallen was. Twee jaaren laater, in zyn 26ste jaar, trok hy naar 's Hage, daar hy sedert gewoond heeft. Hy had zyne Oefeningen, in de Tekenkunst, begonnen, en zyne yverige studie tot de edele Schilderkunst, onder de leerzaame Lessen van zyn Meester Adriaan van der Burgh, te Dordrecht, in 8 jaaren, zo gelukkig volbragt, dat hy toen in staat was, om zich, met een gewenscht gevolg, te kunnen bedienen van het stout, vloeijend en vaardig Penseel, 't welk het voorbeeld zyns Meesters hem zo gelukkig had leeren bestieren. Hy beproefde daarmede eerst zyne bekwaamheden tot het afbeelden van verscheide persoonen; waarin hy van tyd tot tyd zo wel slaagde, dat hy, reeds van zyn vroege jeugd tot nog zelfs in zyn hoogen ouderdom, wierd aangezogt, en gebruikt is geworden, tot het afmaalen der voornaamste persoonen van rang en verdiensten in ons Vaderland. Dan zyne vrye en onbedwongen schilderwyze kon zich niet alleen bepaalen aan het afbeelden van zo veele Persoonen en Familien, als van zyne hand, zo in byzondere als openbaare Gebouwen, ter Vergaderinge van hoogere en laagere Collegien gevonden worden; maar zyn vlugge geest verhief zich in het kunstig afbeelden van Menschen, Dieren, Planten, Bloemen en Gewassen, tot in een hooger Luchtgewest, en volgde, in het lommerig Woud, de Zangerige Chooren van 't gewiekte Pluimgedierte. Hy trof niet alleen de edele en bevallige gestalte der Vogelen; maar de schoonste kleuren, waar mede de groote Schepper van alles hunne Vederen versierd heeft, wist hy, op de leevendigste wyze, naar 't leeven af te maalen. Ten dien einde bestudeerde hy daaglyks de Werken van G.B. Weniz | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 434]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en Melch. de Hondekoeter, en nam waar, hoe zy, op een fikse en eigenaartige wyze, hunne penceelsslagen geschikt hadden naar den aart, de gedaante en 't beloop, van de huid, van de Muskelen en haare werking, op welke het Hair, de Wol, de Vederen, gerigt waren. Hy vereenigde de naauwkeurigheden van de kennis der Natuurlyke Historie, in 't Dierenryk, zodanig met de bevalligheden in de Schilderkunst, dat de waarheid der afbeelding niet in de kunst verlooren wierd. Hoe veel tyd en vlyt hy hier toe met oordeel gebezigd heeft, getuigen de menigte van Studien en Overblyfzelen, welke onder de Kenners en Liefhebbers als keurige Kleinodien bewaard, en nog in zyne nagelaaten Kunstschatten van zyn hand gevonden worden; als mede verscheide Zaalen, zo met Historische Onderwerpen, als met Bosschen, Hofgezichten, enz. gestoffeerd met Menschen, Dieren, Bloemen, enz. en inzonderheid Gevogelte, geschilderd; waarvan een uitmuntend blyk op het Vorstelyk Departement in 's Hage, behalven zo veele andere plaatsen, te zien is; om nu niet te spreeken van verscheide groote en kleinere Kabinet- en Familiestukken, onder anderen, het Familiestukje van beide de Heeren de bisschop, voornaame Liefhebbers te Rotterdam. Tot uitspanning en afwisseling van zynen arbeid, verkoos hy altoos de beoefening van eenige Kunstmaatige proeven - welke gestadig zyn vernuft opscherpen, en zyn Kunstryke hand meer beoefend, en vaardiger tot zyne oogmerken, maaken kon. - Zomtyds begaf hy zich, in naarvolging van voorige voornaame Schilders, tot het etsen, of het schraapen in Zwarte-Kunstplaaten, waarvan hy, zo door Pourtretten als andere Voorwerpen, naar zyn eigen of anderer Tekeningen en Schilderyen gemaaktGa naar voetnoot(*), veele fraaije blyken heeft nagelaaten, welke onder de Prentschatten der Liefhebbers verzameld en bewaard worden; zelf zyn 'er verscheiden Pocaalen en andere Glaswerken voor handen, op welken hy, in den trant van zyn Vriend Frans Greenwood, zeer kunstig gesneeden heeft. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 435]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hy had in zyne vroege jeugd pas de gewoone wyze, om siks met rood en zwart Kryt te tekenen, verkreegen, of begaf zich tot het tekenen, naar het naakte Menschbeeld, op de publieke Academie, waarvan hy, in 1752, Regent geworden, en tot zyn dood toe gebleeven is, en van wier nuttigheid hy zo zeer overtuigd was, dat hy, tot maar kort voor zyn einde, de Haagsche Kunstschoole, onder den naam van Pictura bekend, ten dien einde bezogt, en zich daar geoefend heeft. - Doch, overtuigd zynde, dat deeze wyze van tekenen, alhoewel meest geschikt tot deeze noodige oefening der Schilders, echter, ten aanzien van het naakte Menschbeeld, niet algemeen toereikende was, ter naarvolging van zo veele andere Voorwerpen, als zich in de natuur voor een Tekenaar en Schilder, daaglyks aanbieden, zich echter niet altyd of door de gelegenheid tot den omslag by de Olyverw vereischt, modelleeren, of om den aart der Voorwerpen zelve, zo gemaklyk als voor den Kunstenaar nodig is, ter naarvolging gebruiken laaten, - zo leide zich onze jonge Kunstenaar vlytig toe, tot het verkrygen van eene hebbelykheid om in O. Ind. Inkt, met 't penceel, nauwkeurig, kragtig, zagt, en met malsheid, naar 't voorbeeld van Nicolaas Verkolje, te wasschen, of, in naarvolging van J. de Bisschop, met deszelfs Inkt, naar de Schilderyen van J. van der Ulft te tekenen. Hier door wierd zyn lust uitgelokt, om ook deeze en andere groote Meesters, in hunne Schilderyen met kleuren, na te volgen, en hy vond hier toe een middel uit, om in Waterverw, op eene wyze, die men tusschen gedekte Verw en Sappen noemt, te schilderen; eene wyze, die, zo veel mooglyk, de slaafsche uitspaaring der hoogzels voorkomt, - het penseel van den Tekenaar een vryer vlugt geeft, en in de Tekeningen een zekere fikse bewerking doet zien, welk een kunstkundig oog, misschien vergeefs, zoude zoeken in dezulken die met een naauwkeurige voorzigtigheid, hoe fraai andersints gemaakt, voltooid zyn, en welke daarom te verschoonlyker geacht worden, om dat ze als naauwkeurige Copyen, naar de uitvoerigste Schilderyen gemaakt, moeten voorkomen. Daar nu ondertusschen deeze manier, zeer zeldzaam, voor den Tekenaar te kiezen is, wanneer hy, volgens zyn eigen vinding, vry en uit den geest wil werken, ware het te wenschen, dat de bereiding van de Verwen door den Heer schouman, met zo veel voordeel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 436]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gebruikt, nevens zyne vaardige schilderwyze, algemeen by de Kunstoefenenden, zo wel als by zyne bekwaamste Leerlingen, bekend en in gebruik was. Deeze manier schikt zich byna tot allerlei wyze van penceels - oefeningen, zo wel in naakte als gekleede Beelden, Zyden en Satynen Stoffen, Meubelen, enz. als tot het vervaardigen van hair, en wolagtige Dieren, tot de pluimen en kleuren van 't Gevogelte, Bloemen, Planten, Boomen en Gewassen, ja niets uitgezonderd, tot welke het uitspaaren, by de Sapverwen, anders een slaafagtige of pynlyke moeite baart. En deeze manier is, by de groote bekwaamheid, het wezenlyk en gepast middel geweest, waardoor de Heer schouman zo uitmunt, en, meesterlyk, allerlei Schilderyen volgens hun aart en kleur, gecopieerd heeft. Waarvan zo veelen der voornaamste Liefhebbers de onwraakbaarste bewyzen, onder meer andere werken van zyn eigen vinding, bezitten: zo als hy gemaakt heeft voor den Heer hendrik van slingelandt, wylen den Heer verschuuring, beiden in 's Hage, wylen de Heeren de bisschop, en den Heer jan snellen, te Rotterdam. Ook berusten, in myn eigen Verzameling, verscheide Werken van zyn hand, die ik uit het Kabinet van zyn Hoogheid, Prins willem V,Ga naar voetnoot(*) door hem heb laaten copieeren, als mede die | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 437]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
naar 't fraaije Schildery van Adriaan van de Velde, verbeeldende een gezicht in de Haagsche Koekamp, eertyds uit het Kunst-Kabinet van den overleden Heer de bisschop, te Rotterdam; ook twee fraaije Stukken van Gabriel de Metzu, uit dat van den Heere jan hope, welke laatste Stukken hy, met een verwonderlyke vaardigheid van penceelsbehandeling, die hem byzonder eigen was, in twaalf dagen, aan 't huis van dien Heer, voor my gemaakt heeft. Schouman bevatte de waare Energie van ieder Tafereel, dat hy, met verrukking, voor zig zag. Hy had daar by een vermoogen verkreegen, om, door zyne behandeling van de gemelde Verwen, de Schilderstukken der beste Nederlandsche Meesters van deeze en de voorgaande Eeuw, op de meesterlykste wyze naar te volgen. Hy was in zyn soort, onder de Schilders, 't geen onder de Dichters de groote Engelsche Pope, ten aanzien van Homerus, en onze schrandere Charles Sebille, ten aanzien van den verheeven Pierre Corneille, was; de een heeft den Griekschen Heldendichter geen heerlyker Engelsch, de andere den Franschen Toneeldichter geen krachtiger Nederduitsch, doen spreeken, dan die in alle de deelen der Schilderkunst bedreeven schouman, die de genie, het vuur, de kracht der eerste Nederlandsche Schilders, uit de taal der Olyverwen, in de taal der Waterverwen, heeft weeten over te brengen. Behandelt hy Douw of Mieris, dan ziet men een edele uitvoerigheid, zonder slaafsche zwaarmoedigheid; volgt hy | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 438]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het vette en breede penceel van Metzu, of ter Burg, of Jan Steen, na, dan ziet men die veegägtige penceelsslagen, die beslissende toetsen, die fiksheid van omtrek, die helderheid van coloriet en reslexien, welke die groote Meesters de verwondering van Kenners en Liefhebbers maaken. Dit alles deed hy met die gemaklyke ongedwongenheid, die hem eigen was, en waar door, in hem, de vrye Naarvolger van den schroomächtigen Naarbootzer onderscheiden word. En hoe juist zyne Tekeningen ook naar de origineele Stukken gevolgd waren, altoos was, by de uitvoerigsten, de siksheid het voornaame kenmerk; en nimmer bespeurde men daar by eenigen zweem van pynlyke arbeidzaamheid, of werktuiglyke netheid; maar dezelve schynen eerder als uit een vryen geest over het papier heen geblaazen, dan met moeite en studie gemaakt te weezen; altoos bleef 'er schouman de groote meester in, en de origineelen wierden wenschlyk om de bevalligheid der Copyen; of hadden de onderlinge gelykheid tot elkander, welke Ovidius, zo aartig, in de Dochters van Doris beschryft, en geleeken zo op elkander, dat, alhoewel verschillend van weezen en houding, men echter klaar bespeuren kon, dat zy Gezusters waren. Zyn meesterlyke behandeling, in 't copieeren, verhefte den luister zyner Origineelen, en, even gelyk een deftig Afgezant eener Mogendheid, door zyne eigen waardigheid, de waardigheid van zyn meester ophoud, zo deedt ook schouman zyn eigen verdienste kennen, door het waardig overbrengen van der verdiensten der Stukken, die hy naarvolgde. Hy openbaarde de verhevenste schoonheid der schilderkundige welspreekenheid, in ieders byzondere Taal; zyn penceel had, om zo te spreeken, door een bestendige beoefening, een vrymoedigen nadruk, en zodanigen klem, verkreegen, dat het tot een algemeenen tolk van alle gedaanten voor alle de volkeren der aarde kon verstrekken. - Hy scheen gebooren, niet alleen om een Naarvolger van zyne beroemde Voorgangers, en tevens een vermenigvuldiger van het aanblik hunner weergâlooze werken te zyn; maar hy was geschikt om zyn vryen geest, in de Tekenen Schilderkunst, bot te vieren; inzonderheid, wanneer hy zich, boven en op de aarde, naar de gevleugelde zyde van 't geschapene keerde, en hy zyn oog liet gaan, over 't Pluimgedierte, en haar schoon gekleurde Vederen! Wie was hem, zints een Wenix en een Hondekoeter | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 439]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gestorven waren, daar in gelyk geworden? - Wie wist, door meesterlyke trekken en toetsen, de hartstogten en gemoedsneigingen der Vogelen, na hen, zo leevend uit te drukken, als onze groote schouman, die, in de daad, onder de laatere Vogelschilders, zo uitmuntend te achten is, als de Phenix, volgens de overleveringen der oudheid, onder de Vogelen gehouden werd. Schouman schilderde niet alleen met Oly- en Waterverwen, in kleuren, allerlei soorten van Onderwerpen, Beelden, Historien, Landschappen, Watergezichten, Vrugten en Veldgewassen, allen om het schoonst; maar ook dong hy naar den prys van den grooten Jacob de Wit, in 't naarbootsen van 't half verheeven Beeldwerk, of Basrelief, en het gelukte hem daar zo wel in te slaagen, dat hy meenig Kunstenaar zelve, daar mede, zodanig misleid heeft, dat zy het werk van zyn penceel voor dat van den beitel aanzagen: - tot getuigen hier van, bezit ik een Stukje in 't graauw, door zyne hand gemaald, welk my nog dit jaar, tot een Gedenkstuk der bestendige Vriendschap van zyn hart, geschonken is; en geplaatst boven den ingang myner Binnenkamer, ieders verwondering, met verrassing, trekt. Gevoelig voor een Vriendschap, welke ik het geluk heb gehad veele jaaren met dien grooten Kunstenaar te onderhouden, oordeelde ik my verplicht, in deeze flaauwe schets, zyn kunstmaatig Karakter eenigermaate te doen kennen, ten einde, naar myn vermogen, de Kunstlievenden aan te zetten, om 's mans Werken meerder en meerder te beschouwen. Voorts zo by zyne DiscipelenGa naar voetnoot(*), als mede by andere Kunstoefenaaren, den lust op te wekken, om, naar zyn Voorbeeld, in de Kunst te vorderen; my verzekerd houdende, dat eene kunstmaatige beschouwing van die Werken, welke hun eigen roem medebrengen, de beste Lofreden is die 'er van gemaakt kan worden, en niet kan nalaaten om andere Kunstenaars aan te moedigen, en dus ten voordeele der Kunst te gedyen. |
|