Anecdote van den tegenwoordigen Kroonprins van Deenemarken wegens de vryheid der drukpersse.
Ontleend uit de Sketch of the Character van zyne Koninglyke Hoogheid van Deenemarken.
Ten tyde dat de Kroonprins van den Koning zyn Vader bevel kreeg, om hem in 't Ryksbewind de behulpzaame hand te bieden, vertoonden zich de Rykszaaken in een gunstiger gedaante dan zy zints lang gedaan hadden. Op dat oogenblik vervoegde men zich by hem met verzoek om de Boekbeoordeeling te herstellen; ten einde 'er niets zou kunnen gedrukt worden, dan naa het Oordeel der Universiteit te hebben doorgestaan.
De Inleveraars van dit Verzoekschrift hadden zich bediend om ingang te verwerven, op het voorstel, dat men zelfs den geheiligden Persoon van zyne Koninglyke Hoogheid, in eenige kleine Stukjes, niet geschroomd hadt door te stryken, en eene zo weinig ontziende vryheid omtrent hem gebruikt, dat, bleef deeze ongestraft, daar uit de jammerlykste gevolgen te dugten stonden.
De Kroonprins leende het oor aan die listige inboezemingen, met eene aandagt, hem byzonder eigen, en betuigde, in 't einde, ‘dat hy, hoe zeer het hem smertte, zyn gedrag blootgesteld te zien aan een onderzoek onder zulke ongunstige tekenen, niet kon naalaaten te erkennen, hoe het misschien geschiedde, zonder eenig onregt te begaan, dewyl dwaalen het lot van alle Menschen was; dat hy zich altoos meer geneigd vondt om zyne verpligtingen te erkennen aan de zodanigen, die moeds genoeg hadden om ze aan hem te ontdekken, dan aan de partydigheid van die zwakke Vrienden, die liever zyne misslagen wilden verheelen, of verdonkeren; dat hy, in het toekomende, zich zou bevlytigen op zulk eene wyze te handelen, dat hy zo min moge-