Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1792
(1792)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 375]
| |
Ophelderende aanmerkingen, over de eer van zelfmoord, door de oude Scandinaviers aan den God Odin beweezen.(Overgenomen uit A full Inquiry into the subject of Suicide, by charles moore, M.A. Rector of Coxon and Vicar of Bougthon Blean, Kent, and formerly Fellow of Trinity Colledge, Cambridge.)
‘By de Ophelderende Aanmerkingen, over de Gewoonte eeniger Oostersche Volken, dat de Vrouwen zich met hunne overledene Mannen laaten verbranden, en van de Wetten dit wreed Gebruik betreffende; en iets over de Godsdienstige Zelfmoorden in het Oosten, van den Heer moore, onlangs door ons geplaatstGa naar voetnoot(*), zullen niet kwalyk voegen de Ophelderende Aanmerkingen diens kundigen Schryvers, over een, onderwerp van soortgelyken aart in een ander Wereldoord, in 't Opschrift deezes aangeweezen.’
* * * * *
Lichaamssterkte en Dapperheid de ziel zynde van Krygsonderneemingen, is het geenzints te verwonderen, dat deeze denkbeelden de eerste plaats bekleedden by de Scytische en Gothische Uittrekkers, die allengskens meester werden van alle de Noordlyke en de Zuidelyke gedeelten van Europa. Door verwoesting en slachting moesten zy zich eenen weg baanen tot het verkrygen van nieuwe vastigheden en bezittingen voor zichzelven en hunne Naakomelingschap. Alle Godheden van een zagter aart moesten, in gevolge hier van, in hunne Mythology, wyken voor den God des Oorlogs, die, onder den naam van odin (of woden) het hoofdvoorwerp was van hunnen Eerdienst, en wiens geliefdste eertytel de schriklyk klinkende was, Vader der SlachtingeGa naar voetnoot(†). Welk eene Zielsgesteltenisse kon men welgevalliger keuren voor zulk een God van schrik, verdelging en moord, dan de uiterste veragting van gevaar en dood? of welk | |
[pagina 376]
| |
eene Offerande kon hem aangenaamer geagt worden, dan de uitstorting van MenschenbloedGa naar voetnoot(*)? De onverschrokkenheid en moed der Scandinavische Volken werd nooit in twyfel getrokken; maar hunne denkbeelden waren dermaate bepaald tot oorlog en bloedvergieten, dat zy alle wyzen van sterven, die met geen geweld gepaard ging, versmaadden. In de daad, alle hunne verwagtingen van toekomend geluk waren, door de zodanigen, die dezelve vormden (wie zy ook mogten weezen) zodanig ingerigt, dat ze onvermydelyk moesten strekken om een ras van bloedgierige Helden op aarde te teelen, geschikt om verwoesting en overwinning mede te brengen waar zy zich vertoonden. Het eerste algemeene denkbeeld, den Dienaaren van odin ingeboezemd, was, ‘de Eer van op het Slagveld te sneuvelen.’ Greetig op den dood gesteld, zogten zy dien met drift, en in den stryd door een doodlyken slag getroffen, vielen zy wel te vrede en met een lach van vergenoegen op hun gelaad. Hier uit vloeide, onder een Volk geheel uit Krygslieden bestaande, dat alle Dood, op geenerlei wyze vergezeld van bloed en geweld, voor laag en schandelyk gehouden werd. De vreugde van AsgardiaGa naar voetnoot(†) (het Eliseesche veld van odin,) was naar deeze begrippen berekend. Allen die op hun bedde stierven, toelaatende dat ziekte of de zwakheden des ouderdoms hun wegnamen, werden van het ‘Feest der Helden’ uitgeslooten. In Asgardia was het Paleis van odin, waar hy zelve op een Throon zat, om de Zielen der gestorven Helden te ontvangen. Deeze plaats droeg den naam van ValhallaGa naar voetnoot(‡); en, schoon in de eerste plaats geschikt om de zodanigen te huisvesten, die in den stryd sneuvelden, stondt dezelve open voor allen, die, door noodzaaklykheid, zich beroofd vonden van die gelegenheid tot roem, nogthans eene geneigdheid betoonden om in de | |
[pagina 377]
| |
wellusten daar van te deelen, door zichzelven op eenigerlei wyze eenen geweldigen Dood aan te doen: het was een aangenomen denkbeeld, ‘dat Zielen, op eene geweldaadige wyze uit het lichaam verhuisd, rechtstreeks na Valhalla gingenGa naar voetnoot(*). Het was desgelyks eene Overlevering, dat odin, in vroegeren tyde, zelve in persoon gewoond hebbende onder zyne Dienaaren, ten einde hun te onderwyzen in zaaken van den Godsdienst, en aan te voeren tot het bemagtigen van nieuwe bezittingen, op de volgende wyze van de Aarde na zyn eeuwig verblyf was heenen gegaan. Zyn Raad van Halve Goden en alle de Hoofden zyns Volks vergaderd hebbende, onderrigtte hy hun dat hy nu gereed stondt zyne lichaamlyke gedaante en aardsch verblyf te verlaaten, om weder te keeren en voor eeuwig te leeven in Asgardia, waar hy eene woonstede van geluk zou bereiden voor de Zielen der afgestorven Helden. Hier op beval hy alles gereed te maakenGa naar voetnoot(†) tot het verbranden van zyn Lichaam, op zulk eene wyze en met zodanige plegtigheden, dat het mogt schynen als of zyne Ziel uit de lichaamlyke bekleedzels na de hemelsche Wooning overging. Al de plegtige toestel gereed zynde, wondde odin zich zelven eerst met zyn eigen Zwaard; voorgeevende, dat hy door deeze plegtigheid niet alleen zich zelven toeëigende de Zielen van alle de zodani- | |
[pagina 378]
| |
gen als een geweldigen en bloedigen Dood zouden stervenGa naar voetnoot(*); maar dat hy hun ook een voorbeeld daar van gaf in zyne eigene wyze van deeze Wereld te verlaaten; aan de omstaande menigte beduidende, ‘dat de Ziel, met geweld, ten Lyve uit moest gedreeven worden om by de afgestorvene Helden te kunnen woonen.’ Het groot Voorwerp der Aanbiddinge in het Noorden langs deezen weg het oog zyner Dienaaren onttoogen zynde, zette deeze geweldaadigheid, aan zyn eigen persoon gepleegd, een wyd veld open voor alle buitenspoorigheden van Godsdienstigen Zelfmoord, tot welken de Aanbidders van odin zich rekenden zo sterk uitgenoodigd te weezen door hun Oppergodheid, en voor welken hy hun eene zo ryke belooning beloofde. Naardemaal het verwerven van een plaats in odin's Paleis het groot voorwerp was, na 't welk zyne Aanbidders dongen, en om 't welk te verkrygen, zy, ten allen tyde, gereed waren hun leeven op te offeren, zal het voor de zodanigen onzer Leezeren als niet reeds gemeenzaam zyn met dit onderwerp, niet ongevallig weezen, eenig breeder verslag van ValhallaGa naar voetnoot(†), en de Inwoonderen van dit Paleis, te ontvangen. Valhalla was, (gelyk wy reeds met een kort woord aanstipten,) bestemd tot het ontvangen van allen, die eenen geweldigen dood stierven. Maar de ruwe Bewoonders van het Noorden, geen denkbeeld hebbende van het be- | |
[pagina 379]
| |
staan der Ziele zonder een Lichaam, hoewel zy het laatste tot assche verbrandden, verbeeldden zich nogthans, dat het, op de eene of andere wyze, weder met de Ziel zou vereenigd worden in 't Paleis van odin; waar het, voor altoos, en onafgebrooken, die vermaaken zou genieten, als op aarde 't zelve meest streelden. De hoogste plaatzen in dit Paleis waren geschikt voor de zodanigen, die in den stryd sneuvelden, en het grootste aantal vyanden telden, door hun vooraf verslaagen. Van den anderen kant waren zy geheel buiten de vermaaken van Valhalla geslooten, die door een sleepende Ziekte, of Ouderdom, dit leeven verlieten; dewyl geweld en bloedstorting de eenige pasporten waren om toegang te krygen tot de tegenwoordigheid van deezen God der verwoestinge. Van hier was het, dat veelen, wier ongelukkige Geboortestar hun een roemryk sneuvelen op het Slagveld weigerde, met veel drifts het Zwaard in hun eigen hart stieten, zich van een rots nederwierpen, of, door andere middelen, een geweldigen Dood zogten; verzekerd dat zy door dit middel, en door dit middel alleen, eenen onmiddelyken toegang in Valhalla konden verwerven. Doch alleen en onvergezeld den Throon van odin te naderen, werd niet loflyk gerekendGa naar voetnoot(*); en, integendeel, de hoogste eer beweezen aan de zodanigen, die dit bloedig Paleis met den grootsten sleep van vrywillige Slachtoffers binnen traden. Van hier waren de Vrouwen, de Vrienden en Slaaven, van een gestorven Heer, begeerig om hem in de andere Wereld te vergezellen, waarom veelen zich menigmaalen by diens begraafplaats opofferden. Door deeze middelen bezorgden zy zich mede de vermaaken van Valhalla, van welke plaats alle Slaaven, of lieden van laagen rangGa naar voetnoot(†), geheel waren uitgeslooten, indien zy deeze proeve niet gaven van hun Meerderen te vereeren door dusdanig eene vrywillige vernieling van zich zelven by diens Dood. Wat de vermaaken belangt, welke zy zich voorstelden | |
[pagina 380]
| |
in deeze Noordsche Eliseesche velden te zullen genieten. Ter belooning van die bloedige diensten zouden de Persoonen, in Valhalla toegelaaten, volkomen en voor altoos alle zodanige wellusten smaaken als hun op aarde best bevielen. Zy werden toegelaaten tot het deelgenootschap van Godlykheid met odin en diens Raad van Halfgoden, hier zouden zy den hun geliefden Oorlog blyven voortzetten; Spiegelgevegten houdende onder de Vaandels van deeze GodhedenGa naar voetnoot(*). Naa deeze Krygsoefeningen keerden zy weder in 't Paleis, waar zy zich vergastten op die wyze, welke, naast het vegten, hunne hoofdbezigheid op Aarde uitmaakte: - 't Vermaak van zich dronken te drinken. Doch hierin behieldt odin voor zich een uitmerkende meerderheid; want hy alleen dronk Wyn, en liet Bier en Mede, (de geliefde Dranken der Noordsche VolkenGa naar voetnoot(†)) voor zyne Halfgoden en Helden over, die tot voller genoegen het vermaak hadden van uit de bekkeneelen hunner vyanden als drinkschaalen hunnen drank te drinkenGa naar voetnoot(‡). Zodanig was de Godsdienst, en van dien aart de | |
[pagina 381]
| |
Zelfmoord, loflyk gekeurd by de Dienaaren van odinGa naar voetnoot(*). Schoon hunne denkbeelden van het toekomende zeer grof zinlyk waren, hadt, nogthans, de veelvuldig by hun standgrypende Zelfmoord eene geheel Godsdienstige strekking, en werd niet gepleegd met eenig uitzigt om van de gevaaren en moeilykheden deezes leevens ontslaagen te worden, maar enkel met oogmerk, om, (gelyk zy dagten) hun Gelukstaat naa den Dood te bevorderen: en hierin kwam dezelve met de Asiatische Zelfmoord overeenGa naar voetnoot(†). Terwyl de Zelfmoord, verdeedigd door zommige Westersche Wysgeeren, zo wel als door de Voorstanders van denzelven heden ten dage, een geheel anderen weg oploopt; te weeten, alleen tot ontheffing van tegenwoordig lyden, in welks verdraagen met standvastigheid men meer moeds zou betoonen, dan in het zich daar van ontheffen door Zelfmoord. |
|