| |
Aan de Heeren Schryveren der Algemeene Vaderlandsche Letteroefeningen.
wel edele heeren!
Indien U Wel Ed. den Leezeren van uw veel geacht Maandwerk eenigen dienst meent te doen, met het inruimen eener plaats in het Mengelwerk, aan eene Leevensbeschryving van een of ander voornaam Hoogduitsch Geleerden, zoo door hun zelven, als door anderen opgesteld, zal het my aangenaam zyn U Wel Ed. daartoe van tyd tot tyd iets te leveren.
Ik ben met alle achting
wel edele heeren!
U Wel Ed. D.W. Dienaar,
c. müller, v.d. m.
Zyderveld,
den 24 May 1792.
| |
| |
| |
Levensbeschryving van Johan Benjamin Koppe.
(Naar het Hoogduitsch.)
Onder alle groote Godgeleerden van den tegenwoordigen tyd, is 'er geene, welke in alle deelen en zaaken, die slegts van eenen Godgeleerden gevorderd kunnen worden, met zoo veel geluk en roem arbeidde, dan de der geleerde Waereld, als mede het gansch Kerken School-wezen, al te vroeg ontrukte Hanoversche Konsistoriaal-Raad, eerste Hovprediker en Generaal Superïntendent, Dr. johan benjamin koppe. - Maar het is niet slegts uit hoovde zyner zeldzaame, veel omvattende, geleerdheid, zyner diepdoordringende scherpzinnigheid, zyner rustlooze werkzaamheid, dat zyn dood algemeen betreurd word; neen, het waren zyne belanglooze edele werkzaamheid, zyne zagte menschlievende denkenswyze, zyne geneigdheid om overäl het goede en gelukzaligheid te stigten en te verbreiden, waar hy slegts konde, welke by de aanzienlyksten des Lands weêmoedige traanen deeden gebooren worden, en hem even zoo onvergeetelyk maaken, als de werken, welke de roem zyner geleerdheid voor eeuwen lang gegrond hebben. - Het is over het algemeen moeilyk te onderscheiden, wat men meer in den Zal. koppe moest beminnen en bewonderen; of zyne edele, deugdzaame, menschlievend werkzaame, denkenswyze, of zyne scherpzinnigheid en vlugheid van geest, waardoor hy alles met zulk een goed gevolg ondernam; dat hy allen, welke vóór hem, het een of ander onderzocht hadden, evenäarde, zoo niet overtrof. - Waar vindt men eenen dergelyken geleerden Bybelverklaarer, eenen naauwkeuriger Taalkundigen, die, zoo vry van alle banden, welke zoodanige naspeuringen, zoo als men zich zou verbeelden, den geest moesten ketenen, boeken voor het eerste onderwys opstelde? - Dan ik mag en wil niet gaarne een Lovredenaar van dezen man worden!
Johan benjamin koppe wierd te Dantzig den 19 Augustus 1750 geboren, waar zyn oude, thans nog leevende, drieëntagtigjaarige Vader, een wegens zyne rechtschapenheid en deugdzaamheid geächt Lakenfabrikeur is. In het huis van dezen deugzaamen Vader, en onder het oog eener Moeder, welke volkomen het zagtzinnig, liefderyk, karak- | |
| |
ter van haaren Zoon bezat, en vóór omtrent tien jaaren gestorven is, genoot hy zyne eerste opvoeding; en deze deugdzaame, godsdienstige, opvoeding in het ouderlyk huis, was, volgens de eigen bekentenis van onzen overledenen, geheel zyn leven door, ten uitersten vruchtbaar; deels, wegens het voorbeeld, dat de godsdienst de menschen zoo gelukkig, vergenoegd en wel te vrede, maakte, deels, dat zyn godvruchtige Vader hem geheele plaatzen en boeken uit den Bybel, voornaamlyk alle Psalmen, van buiten liet leeren. Behalven dat dit eene zeer voortreffelyke oefening voor het geheugen was, waardoor het onzen Zal. koppe naderhand gemaklyk viel, om Leerredenen van een uur lang, in even zoo veel tyds, volkomen in het geheugen te prenten, bragt het in de ziel van het denkend kind eene menigte van denkbeelden; maakte het op meerdere dingen opmerkzaam, en verwekte in hem vroegtydig die achting en lievde voor dat Boek, welke hem, geheel zyn leven door, bybleev. Zyne Schooljaaren bragt hy op de voortreffelyke Schoolen, welke Dantzig tot het vormen van jonge lieden heeft, door, en trok hier door zynen iever, zyne bekwaamheden en de beminnenswaardige bescheidenheid, waarmede hy, overäl, waar hy kwam, de liefde en harten der menschen innam, de opmerkzaamheid zyner leermeesteren tot zich. Voornaamlyk hield hy zich bezig met de beöefening der Oude Taalen, en drong hier reeds dieper in derzelver geest in, dan men op deze laage Schoolen gewoon was; het Hebreeuwsch behaagde hem het meest, en hy maakte hierïn zoo veele
vorderingen, dat hy, zonder groote moeilykheid, ten aanzien van de taale, hier reeds alle Schrivten van het Oude Testament kon leezen en las; ook schreev hy, toen hy dit Gymnasium verliet, en naa de Hoogeschool wilde vertrekken, eene Verhandeling de Critica V.T. caute adhibenda, welke hy openlyk verdeedigde.
In het Jaar 1769 ging hy naa Leipzig, om zich daar op de Godgeleerdheid toe te leggen. Zyn uitsteekende lever en voorbeeldig gedrag maakten hem weldra by die mannen, welke toen ter tyd in Leipzig zoo luisterryk bloeiden, als ernesti - gellert - morus - zollikofer - bekend; en de diepe kundigheden, welke de Zal. ernesti by hem bespeurde, deeden weldra dien grooten man het voorneemen opvatten, dat men dezen jongeling voor de Hoogeschool moest optrekken. Uit dien hoofde zag hy het zeer ongaarne, en ried het den
| |
| |
jongen koppe af, toen hy hem, naa een tweejaarig verblyv te Leipzig, zyn plan mededeelde, om naa Göttingen te gaan, om dat hy vreesde, dat hy voor Leipzig zou verlooren gaan, en om dat de goede Zal. man, welke de waarde der Geleerden te zeer naar den Latynschen styl, waarïn zy schreven, beöordeelde, waarlyk van de Göttingsche Hoogleeraaren, en vooräl van de Godgeleerden, te gering dacht. - Ondertusschen volvoerde koppe zyn voorneemen, en ging in 1771 naa Göttingen - om daar zyne Godgeleerde Studiën te voltooien, en vervolgens naa Dantzig te rug te keeren. Dit was tot hier toe nog zyn vast voorneemen, en ook, om dat het de ernstige begeerte van zynen ouden Vader was. Maar welk eene geheel andere wending nam hier zyn lot! - Ernesti had hem eenen briev van aanbeveeling aan den Hovraad heyne medegegeven, en hem byzonder de Voorleezingen van dien grooten Göttingschen Hoogleeraar aanbevolen: en aanstonds, op het eerste gezigt, won de jongeling het hart van dezen man zoo zeer, dat hy het besluit nam, om voor zyne vorming in alle zyne oefeningen te zorgen, en met eenen zeldzaamen iever en gelukkig gevolg ook ondernam. De jonge Godgeleerde, welke de ongewyde Philologie wel niet geheel en al verwaarloosd had, maar wien nogthans de beschaavde en smaakvolle wyze, waaröp heyne dezelve leeraarde, en anderen aanwees dezelve te beöefenen, geheel nieuw was, welken in de Voorleezingen van heyne over de Grieksche Oudheden, de Geschiedenissen der Kunsten, pindarus en homerus geheel nieuwe uitzigten geöpend wierden, en, tot zyne verbaazing en overgroote vreugde, zoo veele dingen weder vond, welke hy in zyn Oud Testament reeds gevonden had,
wierd nu geheel en al een. beminnaar van deze studie, voornaamlyk van de Grieksche Taal en Oudheden. - Het kon niet missen of, onder deze aanvoering, met dien iever en dat vernuft, moesten de voortgangen van onzen Jongeling buitengemeen zyn, en, na een éénjaarig verblyv in Göttingen, kon heyne hem, in 1773, de verbetering van de overzetting van pindarus, welke hy by den druk, dien hy toen uitgav, voegde, opdraagen. - Te dier tyd dong koppe naa de post van eenen Theölogischen Repetent, en het gelukte hem, dat hy van de Godgeleerde Faculteit, aan welke het begeeven dezer posten opgedragen is, eenpaarig daartoe verkoozen wierd, schoon 'er onder zyne mededingeren ook eenen eichhorn, wel- | |
| |
ke toen reeds beloovde, het geen hy naderhand geworden is, zich bevond. Koppe's vreugde over deze vervulling van zynen wensch, welke hem in eene gelegenheid stelde, als best geschikt was, om de beschaaving van jonge Geleerden te bevorderen, was onuitspreeklyk, vooräl, daar hy nu onder heyne's oogen, welke hem als zynen Zoon beminde, kon blyven, en den toegang tot eene boekery, zoo als de Göttingsche is, had. - De Voorleezingen, welke hy als Repetent in het openbaar moest houden, waren, volgens de inrichtingen, welke 'er toen gemaakt wierden, weeklyks drie uuren, elk halv jaar afwisselende, een gedeelte uit het O. en N.T.; en hoe zeer hem, by de verklaaring van deze Heilige Boeken, dit onderwys en de begrippen, welke hy in het school van heyne opgedaan had, te stade moesten komen, bewyst de Geschiedenis der nieuwste wyze van verklaaren dezer boeken genoegzaam; en met recht komt koppe de verdienste toe, dat hy daarvan het eerst gebruik gemaakt heeft. Buiten deze uitlegkundige Voorleezingen, las hy nog met veel byval over de Grieksche Dichters. In 1774 wierd hy door
heyne den Hertog van Kourland, tot Leeraar in de Grieksche taal aan het nieuw opgerechte School te Mittau, voorgesteld; en hoe moeilyk het hem viel, om Göttingen en zyne verbindtenissen met die voornaame mannen, welke Göttingen toenmaals en thans nog gedeeltelyk tot cieraad verstrekken, te verlaaten, nam hy evenwel het besluit, te meer daar de tyd, welke tot het waarneemen van den post van Repetent vastgesteld is, thans ten einde liep, om deze aanbieding op te volgen, en vertrok met het einde des jaars derwaards. - Hier leevde, hy voor het grootste gedeelte, in eene gelukkige ledigheid. Het Gymnasium was eerst in deszelvs beginzelen, en, in weerwil van alle zorgen des Hertogs, scheen het geheele plan niet wel te willen lukken. - Deze ledigheid was waarlyk voor de beschaaving, het gezelschaplyk leven ter versterking der door zyn studeeren eenigzins gekrenkte gezondheid ten hoogsten voordeelig, en voornaamlyk was zyn verblyv hier gelukkig, daar hy zyne nagelaatene Echtgenoote leerde kennen en ook trouwde, en hierdoor den grondslag tot de tevredenheid en het geluk van zyn huislyk leven leidde. Maar ongelukkig was het voor de Waereld, ongelukkig was het voor den geest van onzen jongen Geleerden geweest, als hy hier in een' zoo naauwen werkingskring was beperkt geworden, als hy
| |
| |
hier in eene zoort van werkloosheid was gevallen, en ongevormd gebleven, - en dit beide zoude naar alle waarschynlykheid gebeurd zyn, zo hy lang in dien post gebleven was. Dan reeds in het jaar 1775 schreev hem zyn vriend, de Hovraad heyne, welke met de uitsteekende hoedanigheden van den Zal. koppe zoo bekend was, en welkers vaderlyke zorge voor het welzyn van Göttingen elken man van vermogens en uitgebreide kundigheden voor het zelve zocht te winnen; of hy geen zin had, eene Hoogleeraarsplaats in de Godgeleerdheid te Göttingen, welke, door het vertrek van den Zal. grooten zachariae naa Kiel, was open gevallen, te aanvaarden; en kort daarna, wierd hy, door zyn toedoen, als Professor Theologioe ordinarius, derwaards beroepen, welk beroep hy ook aanvaardde.
In February 1776 kwam hy in Göttingen aan, om als een Ambtgenoot der drie groote Godgeleerden less, walch en müller, te leeraaren. De man van vyv-entwintig jaaren, voor weinige jaaren nog een leerling dezer mannen, is nu naast hen geplaatst! Hy zal de opvolger van eenen zachariae, eenen man bekend wegens zyne uitgebreide Godgeleerdheid en scherpzinnige Uitlegkunde, zyn! - En hoe gedroeg hy zich hier in, hoe volgde hy dezen zynen grooten voorganger? - Deswegen is eene zoo luide stem door de geheele geleerde waereld gegaan, dat het niet behoevt gezegd te worden. Nimmer had, misschien zal, Göttingen - zoo redent men over het algemeen - nooit eene Godgeleerde Faculteit hebben, waarïn, in elk vak der Godgeleerdheid, zulke groote mannen, die in verstand en kundigheden, gelyk mede in zeldzaame goede hoedanigheden, uitmunten, zullen zyn. Hiervan dus ook die schier nimmer gestoorde goede harmonie en eendragt, welke, in weerwil van de verschillendste wyzen van voorstellen, allen aan elkanderen ten sterksten verknocht hield! Agt jaaren lang genoot Göttingen dit geluk.
Met den aanvang van dit Hoogleeraarschap in de Godgeleerdheid, kan men eigenlyk het begin der uitgebreide, schier algemeene, nuttigheid van den Zal. koppe rekenen. Tot hiertoe had hy meest voor zich zelven, of slegts voor eenen engen kring van Toehoorers, gewerkt. Als een' opvolger van zachariae vielen hem voornaamlyk de Voorleezingen over de Heilige Boeken en de leerstelli- | |
| |
ge Godgeleerdheid te beurt. - Tot het voorleezen over deze Boeken was hy reeds door eigen oefening voorbereid. Deze lange oefening in dezelve, de kennis van de wyze van voorstellen der Ouden, en derzelver gelukkige en verstandige toepassing op deze boeken, de gemaklyke, klaare, wyze van uitleggen, welke de School van heyne boven alle anderen zoo deed uitmunten, de fyne smaak, en eindelyk de levendige, gevoelvolle, uitlokkende, voordragt, verschaften hem toen de algemeenste goedkeuring, en het uitgebreidste nut.
Meerdere moeite en inspanning moesten hem de Voorleezingen over de leerstellige Godgeleerdheid veroorzaaken, daar hy dit gedeelte der Godgeleerdheid nog niet geheel doorgezien, ten minsten met dat onderzoekend oog nagespeurd had, welk by een naauwgezet Hoogleeraar moest plaats hebben, en welk in die tyden nog te moeilyker viel, daar voor het grootste gedeelte alle gistingen in de Godgeleerdheid wel reeds een begin genomen hadden, maar door de stemmen van verstandige en scherpzinnige mannen, voor en tegen, nog zoo bepleit niet waren, als zy het thans schynen te zyn; nog moeilyker was het, daar men nog niet algemeen aan een onderzoekend Scepticismus gewoon was, welk door de verbreiding der Schrivten van eenen jerusalem; eberhard; teller; spalding; döderlein; eichhorn; michaëlis en anderen, algemeener moest worden. - Dikwerv moest de schrandere geest, voornaamlyk gevoed met de aangenaame spyzen der Grieksche Dichtkunst en Attische welspreekenheid, zich ook geweld aandoen, omtrent het beöefenen van het schoolsch zamenstel, en de bronnen tot de geschiedenis der leerstellingen, welker nut en noodzaaklykheid toen wel algemeen erkend wierden, maar op verre na nog niet met dat doorzigt in de Kerklyke Geschiedenissen, met die vryheid van geest en onpartydige oordeelkunde, gelyk in deze laatste tien jaaren zyn beärbeid, en nu nog gedaan worden. Maar dit doet ons dat vernuft nog des te meer bewonderen, welk, grootendeels door eigene kragten, zich boven alle deze beletzelen zoo gelukkig verhiev, en hem deze weetenschap voor gewoone Godgeleerden duidelyk en geruststellend, en tevens voor denkenden, vol wenken en schoone uitzigten tot zelvsonderzoek - twyfelingen en twyfelen, deed voordraagen.
Daarenboven wierd hem, in 1778, door de Koningl. Regeering, den post van eersten Academieprediker, en het
| |
| |
daaräan verknocht zynde bestuur van het Koninglyk Prediker Seminarium, welke ambten tot hiertoe de Konsistoriaal Raad Dr. less had bekleed, opgedragen. De verstandige keuze van algemeen nuttige waarheden, de naauwkeurigheid, juistheid en gegrondheid, waarmede hy werkte, het vuur, waarmede hy dezelve voordroeg, maakten hem ook dit gedeelte van zyn ambt tot eene hoogstnuttige bezigheid, door welke hy veel byval verwierv; gelyk het bestuur over het Prediker Seminarium hem de schoonste gelegenheid gav, om jonge lieden naauwkeurig te leeren kennen, hun eene byzondere aanleiding tot een doelmaatig studeeren te geeven, en op hun Karakter te werken; terwyl menig waardig Leeraar een groot gedeelte van het nut zyner Leerredenen aan de leerryke, vrymoedige en lievderyke, beöordeeling over hunnen arbeid in dit Seminarium, toekent. - Tot hiertoe had koppe eigenlyk nog niets geschreven; want eene kleine verhandeling: vindicioe oraculorum divinorum ab imperio ac sacerdotum fraudibus, en eene Leerrede, welke beide hy als Repetent liet drukken, kunnen eigenlyk slegts als eerste Proeven zyner jeugd aangezien worden. Maar thans in het jaar 1778 begon hy een begin te maaken met zyne uitgaave van het Nieuwe Testament, welke eene doorgaande Verklaaring van het zelve in den smaak van heyne moest worden; en met welk een geluk hy dit voorbeeld navolgde en evenaarde, en hoe veel de beöefening van den Bybel gewonnen zou hebben, als koppe het Nieuwe Testament, welk zederd de tyden van grotius niet met dien geest der taal- en oudheid-kunde is beärbeid geworden, geheel voltooid hadde, daaromtrent is van alle deskundigen zoo een beslissend oordeel geveld, dat het niet noodig is, om iets tot deszelvs voordeel by te brengen. - Maar helaas! slegts eenige Brieven van paulus zyn op deze wyze beärbeid. Een gelyktydige arbeid
voor hem was het nazien der Overzetting van den, door den Zal. Bisschop lowth, overgezetten en met aanmerkingen voorzien zynde, jesaia, welke de thans overledene Superïntendent rhicherz, toen te tyd tweede Academieprediker, vervaardigd hadde - Koppe vermeerderde dit Werk ook met veele gewig tige en scherpzinnige aanmerkingen; maar niet zoo gelukkig, als hy in alles was, het geen eene juister en naauwkeuriger bepaaling van den zamenhang en de verklaaring der Dichtspraak betrof, was hy, in oordeelkundige gissingen, waarïn zyn levendig gestel dikwerv het
| |
| |
koel oordeelkundig onderzoek voorüit liep. By het overneemen van het bestuur, over het Prediker Seminarium, schreev hy ook eene verhandeling over het stigtelyke in het preeken, en meer andere Feest-Programmata, van welken 'er eenige verdienden meer algemeen bekend te zyn. Zeven en een halv jaar was de Zal. koppe thans Hoogleeraar te Göttingen geweest, had door zyn openbaar onderwys zoo als ook door eenen byzonderen omgang met jongelingen uit alle standen en klassen, wegens de beschaaving van den geest en het hart zoo veeler jongelingen, zich zeer verdiend gemaakt, door zynen wyd en zyd verspreiden goeden naam, veel tot vermeerdering der studeerenden op de Hoogeschool toegebragt, als eene beroeping tot Opper-Konsistoriaal Raad en Generaal Superïntendent van alle de Saxen-Gothasche Landen, hem tot groote droevheid van de geheele Universiteit aan Göttingen ontrukte. Het was een harde slag voor Göttingen, welke haar des te gevoeliger moest treffen, daar op denzelvden dag, dat koppe de beroeping naa Gotha aannam, walch plotsling stierv, en in denzelvden winter eene beroerte den Konsistoriaal Raad müller eene verzwakking toebragt, welke hem in zyne laatste levensjaaren niet verliet; doch het was niet slegts een harde slag voor Göttingen, maar ook voor de geheele geleerde waereld; want nu moest de uitgaave van zyn N.T. uitstel lyden, welke zyn vroegtydige dood tot meer dan een enkel uitstel gemaakt heeft; nu werkte zyn geest slegts voor één land, daar dezelve te Göttingen ook voor het geheele noordlyke Europa vruchtbaar geweest was. - Veele zeer gewigtige gronden, voornaamlyk de zorge voor zyne, door lange inspanning verzwakte, gezondheid, scheen eenen
staat van meerder ledigheid, en minder zittenden arbeid noodzaaklyk te vorderen - de Voorzienigheid wilde, dat hy ook als een Leeraar in de praktikaale Godgeleerdheid eene baan zou openen, eenen verbeteringsiever in het inwendige van den Godsdienstigen toestand der landen en gestigten voor laagere Klassen te weeg brengen. In het laatst van 1783 ging hy, na alvorens door den Konsistoriaal Raad less tot Predikant bevestigd, en van de Universiteit met de waardigheid van Doktor der H. Godgeleerdheid beschonken, te zyn, naa Gotha. Hier kreeg hy eigenlyk hem geheel nieuwe bezigheden: want de bezigheden van een' Prediker aan de Gothasche Universiteit zyn enkel tot het prediken be- | |
| |
paald; hier was hy nu een prediker in den uitgebreidsten zin, hy was byzitter in het Konsistorie, en moest jaarlyks een gedeelte van het land ter bezoeking van Kerken en Schoolen doorreizen; dan voor eenen man, met zulke groote zielsvermogens toegerust, wierden deze posten ook zeer ligt, en de gunst van zynen Vorst, de lievde zyner medeburgeren en der edelen des lands bewyzen, met welk een gevolg hy arbeidde.
Hy was juist drie volle jaaren te Gotha, toen hy een beroep kreeg als eerste Hovprediker aan de Slotkerke te Hanover, waaräan de post van een' geestlyken Konsistoriaal Raad verbonden is. Het was, als of hy. voor het Hanoversche land bestemd was; hy was altoos slegts voor eenen korten tyd afweezig geweest, even als ging hy voor zyne moeilyke bezigheden kragten, of voor derzelver gelukkige uitvoering meerdere voorbereidende kundigheden, verzamelen. Dit is ten minsten zeker, dat de Hoogleeraar koppe in Göttingen niet zoo snel en gelukkig voor het Hanoversche zou gewerkt hebben, als thans de gewezene Saxen-Gothasche Superïntendent kon doen! - de voordeelige aanbiedingen van Hanover, de grootere werkingskring, welke hy hier voor zich zag, en zeker ook het gevoel van dankbaarheid, welke een' schoonen hoofdtrek in zyn edel Karakter uitmaakte, deed hem de roepstem naa het land, waar hy zyne beschaaving voor het grootste gedeelte verkregen, en reeds eene aanzienlyke waardigheid met nut en luister bekleed had, gewillig opvolgen, en maakten het hem gemaklyker, om de voordeelige omstandigheden, en den schoonen werkingskring, waarïn hy zich te Gotha geplaatst zag, te verlaaten.
In February 1788 kwam hy te Hanover: zyne rechtschapenheid, menschlievenheid, het recht, welk hy elke verdienste liet wedervaaren, verwierven hem zoo zeer de lievde van het algemeen, als zyne werkzaamheid, zyn onvermoeide iever, zyne belangloosheid, de achting voor het algemeen, zyne voorbeeldige getrouwheid in het waarneemen van zyn ambt, en zyne leerryke voordragten, hem den algemeensten byval aller Hanoveraanen deeden verwerven. Doch niet slegts deze lievde, achting en byval zyner tydgenooten, maar ook de zegeningen der laatste nakomelingschap, verwierv hy zich door het duurzaam goed, welk hy stigtte. Voornaamlyk zyn het twee groote gedenktekenen, welke hy zich voor de nakomelingschap oprichtte: de nieuwe inrichting van het Schoolmeester- | |
| |
Seminarium, en het aandeel, welk hy in den nieuwen voortreffelyken Land-Katechismus had.
Het Konsistorie droeg hem het byzonder opzigt over het Schoolmeester-Seminarium op, en het kon niet anders zyn, of zodanige inrichting, waarin geduurende veertig jaaren in het geheel geene veränderingen gemaakt waren, had wezenlyke verbeteringen noodig. Koppe, welke het groot gebrek zag, bewerkte by de Koningl. Regeering, dat de tegenwoordige Inspektor hoppenstedt, om in eigen persoon kundigheden van dergelyke inrichtingen, en in 't gemeen van het schoolwezen te verkrygen, eene reize ten dien einde kon onderneemen; waarna hy een berigt van, en voorslagen ter, verbetering van het institut overgav, welke ook voor het grootste gedeelte onder zyn opzigt, met een gelukkig gevolg, en zigtbaar nut, bewerkstelligd zyn geworden.
Even zoo groot zyn zyne verdiensten wegens de spoedige invoering van den Land-Katechismus. Men had wel reeds lang de behoevte van een beter leerboek, dan de Katechismus van justus gesenius is, bespourd; dan men had altoos de zwaarigheden voor onöverkomelyk aangezien; en op deze wyze zou het misschien nog lang een godvruchtige wensch gebleven zyn, had koppe met zyne rustlooze werkzaamheid geen deel daaräan genomen, de zwaarigheden uit den weg geruimd, en door eenen iever, welke hem by alle zyne medeärbeideren recht dierbaar en onvergeetlyk maakt, in eenen zoo korten tyd, de vervaardiging van dit algemeen gelievd Leerboek mogelyk gemaakt.
Behalven deze beide voornaamlyk in het oog vallende gedenktekenen, welke hy te Hanover stigtte, geniet en verdient hy ook de dankbaarheid van het geheele land voor de algemeenere en openbaare verbreiding eener zekere vryheid in denken. Men kan niet ontkennen, dat het door hem eerst algemeen geworden is, om over zekere dingen, welke men reeds lang inzag, vry en onbelemmerd te spreeken, en zonder menschenvrees en vreeze voor de daarüit ontstaane nadeelen, zyne gevoelens aan den dag te leggen; hy zelvs gav daarvan een voorbeeld in zyne voorstellen, en in zyn geheel gedrag.
Toen nu deze algemeen geëerde en beminde man, wiens arbeid zoo zigtbaar en snel de schoonste vruchten droeg, - van wiens werkzaamheid men zich nog zoo veel beloovde, ziek wierd, spoedig, elken dag, elk uur, gevaar- | |
| |
lyker wierd, was het wel een wonder, dat de geheele Stad, de geheel omliggende Landstreek, in eene diepe bekommernis geraakte, en toen de slag volgde, welke men naauwlyks zou hebben durven denken, in de algemeenste droevheid, in de algemeenste klagten, gedompeld wierden? Het was den 2 February 1791, dat de Zal. koppe van eene Koorts wierd aangetast, welke men als een gevolg van eenige ligte rheumatieke Koortzen, die hy kort te vooren gehad had, aanzag, en in het begin noch van hem, noch van zyne groote Geneesheeren, voor iets beduidend gehouden wierd. Maar reeds op den derden, en nog meer op den vyfden dag, deeden zich tekenen van eene toeneemende en erger wordende ziekte, en met den zesden dag eene boosaartige Rotkoorts, in volle woede, op, en zyn leven was in het grootste gevaar. Hy gevoelde het zelvs, en toen zyne Geneesheeren, op zyne vraagen, zyn gevaar voor hem niet verborgen hielden, gebruikte hy den tyd, welke hem nog overig was, ter bezorging zyner laatste begeerten, sprak met meerdere vrienden, en gav zich vervolgens met eene sterkte van geest, eenen man, die op zulk een leven terug ziet, betaamende, aan de wyze schikkingen der Voorzienigheid over, en ging bemoedigd de ontwikkeling van zyn lot te gemoet. - Maar een zuure stryd wagtte nog op hem, eene hevige benaauwdheid van over de twaalv uuren liet hem slegts eenige minuuten rust, en na eenige uuren in eenen beteren en gerusteren staat geweest te zyn, viel hy allengs in eene ylhoofdigheid, welke slegts zomwylen tot het gevoel van hevigere smarten door oogenblikken van rust gestoord wierd, tot dat hy eindelyk, na veele worstelingen, den 12 February des namiddags om vier uuren, en zoo het scheen met
volle kennis, stierv. Hy laat, benevens zyne Weduwe, twee Zoonen en drie Dochteren, en, het geen kostlyker dan alles is, eenen goeden naam en vrienden, na.
Dit is de korte Levensbeschryving van eenen man, welke in zoo veele opzigten merkwaardig is. - Zyne onlochenbaare en erkende verdiensten bragten hem van den eenen post van aanzien tot den anderen, en deeden hem ten laatsten den hoogsten, welke een Godgeleerde in een vreemd land kan bereiken, beklimmen; met dit alles wierd hy van niemand benyd; integendeel van elk bemind en geëerd. Niets van het geen den menschen, die door eigene kragten eenen eersten naam in de
| |
| |
levende geleerde Waereld verwerven, hunne verdiensten vermindert, was by hem; hy was even vry van alle onbescheidene aanmaatigingen, als vleiery en eene geveinsde nedrigheid; zyner verdiensten en edelmoedigheid zich bewust, verliet hy zich op dezelve geheel, om zich te doen gelden. Zyn geest van alle kluisters der vooroordeelen en schooldwang vry, was voor elke nuttige waarheid open, en liet zich in elk denkbeeld, hoe nieuw het hem ook voorkwam, vinden, en byna niet zonder gelukkige gevolgen werken.
Zyne geleerdheid omvattede, zonder zich aan de niets zeggende en beperkende kleinigheden en formen te binden, het geheele gebied der Godgeleerdheid en Wysgeerte; waarvan zyne Leerredenen ook een duidelyk en onwederspreekelyk bewys zyn; met een buitengemeen fyn en juist oordeel wegens het bruikbaare en onbruikbaare. - Zyn geheel leven eindelyk was eene rustlooze werkzaamheid, een onvermoeid poogen, om het goede en de vreugde rondöm zich te verspreiden, zoo als, en daar, hy kon. |
|