eener zeer verstandige Moeder. Deeze twee Dochters hebben langen tyd de aarde geregeerd.
Toen in onze barbaarsche eeuwen naauwlyks twee Leenheeren een Nieuw Testament bezaten, kon men het inschikken, dat men het gemeen, hunne onnozele Vrouwen en de redelooze Dieren, hunne Vassallen, sabelen vertelde: men deed hun gelooven, dat de Heilige christoffel het Kind jesus van den eenen oever tot den anderen gedraagen heeft; men hield hen op met toververhaalen en geschiedenissen van bezetenen. Zy konden zich gemaklyk vefbeelden, dat de Heilige genou menschen van de Jicht, en de Heilige klara van kwaade oogen, konden geneezen. De Kinderen geloofden aan den Weerwolf, en oude menschen aan den band van den Heiligen franciskus. Het getal der geestlyken was niet te tellen.
De roest van zo veele bygeloovigheden hadt nog eenigen tyd by de Volken plaats, tot dat eindelyk de Godsdienst gezuiverd wierd. Men wcet, dat, toen Mr. denoailles, Bisschop van Chalons, het zogenoemde overblyfzel van den heiligen navel van J.C. liet ophaalen en in 't vuur werpen, de geheele Stad Chalons hem een pleitgeding aandeed; maar hy bezat zo veel moed als godsvrucht, en by bragt het weldra zo ver, dat hy de lieden deed gelooven, dat men jesus christus in geest en waarheid kon aanbidden, zonder dat men zynen navel in eene Kerk hadde.
Die geenen, welke men Jansenisten noemt, bragten niet weinig toe, om in den geest des Volks de meeste valsche denkbeelden, welken den Christelyken Godsdienst ontëerden, uit te roeien. Men hield op, te gelooven, dat men slegts het Gebed van dertig dagen voor de H. Maagd behoefde op te zeggen, om alles te verkrygen het geen men wilde, om strafloos te zondigen.
Eindelyk heeft het Volk zich beginnen te verbeelden, dat het de Heilige genoveve geenzins was, die den regen gaf of inhield; maar dat het God zelve is, die over de Hoofdstoffen beschikt. De Monniken zyn verwonderd geweest, dat hunne Heiligen geene wonderwerken meer deeden.....
Onze Geschiedschryvers verhaalen ons, dat zo dra Koning robert, door paus gregorius den V, in den ban was gedaan, om dat hy de Prinses bertha zyne gemoeder getrouwd hadde, zyne bedienden, de spyzen, die men den Koning toegediend hadde, uit de vensters wierpen, en dat de Koningin bertha van eene gans beviel, tot straffe voor