king van de koude en drooge lugt, welke, bykans een geheel jaar door, in deeze landen heerscht. De Melk-ysklompen waren rechtstandig gezet, en speelde gevolglyk van alle kanten de lugt daarop. Ik bezogt ze dikwyls, en bemerkte, dat die blootstelling aan de Lugt toebragt in dagelyks de meelagtige korst, waar mede de oppervlakte overdekt was, te vermeerderen. Ik nam alle weeken, door deeze Melk-ysklompen te schrabben, ten minsten de hoogte van twee vingerbreed, van deeze meelagtige zelfstandigheid weg: welke ik als dan op een schotel deed, en aan de lugt bloot stelde, om, door behulp van de Vorst, de overgebleevene vogtigheid, welke aan een lange bewaaring nadeelig zou hebben kunnen weezen, weg te neemen. Dit meel dus bloot gesteld aan strenge koude, en by gevolge van alle vogtigheid ontdaan, hadt een zeer zoeten en zuikeragtigen smaak. In warm water ontbonden, en sterk met een karnstokje geroerd, kan men zich, door dit middel, op alle tyden en plaatzen, zeer goede en wel smaakende Melk bezorgen. Ik geloof dat deeze ontdekking van eene zeer groote nuttigheid is, en zeer volvoerbaar op lange reizen ter Zee of te Land. Het komt 'er op aan, om, by de toebereiding, alle noodige voorzorgen in agt te neemen.
Gelyk ik hier spreek van eene Proeve, door my genomen, en verscheide keeren herhaald, kan ik even zeer verzekeren, dat dezelve zal gelukken aan een ieder, die 'er zich toe wil verledigen; dan ik geloof ook, dat alle Landen niet even gunstig zyn, tot het vormen van deeze zonderlinge zelfstandigheid. Het Land, waar ik my toen onthield, is een der hoogste streeken in het Noorden van Asie; een Alpisch Gewest, waar de Rivieren bykans zes maanden van het Jaar met Ys bedekt zyn, ondanks zy liggen onder den vyftigsten Graad Noorderbreedte.
Eene andere byzonderheid, eigen aan die Landstreeke, is de drooge en scherpsnydende Lugt, geduurende een groot gedeelte des Jaars. De drooge Winden, gelyk ook Regen en Sneeuw, komen zelden uit het Westen: bykans altoos uit het Noorden, en worden doorgaans aangekondigd door een zeer zagten Zuiden Wind, die eenigen tyd waait. Deeze drooge en gezuiverde Lugt, welke den geheelen Winter in deeze streeken heerscht, vermeerdert by gevolge de uitwaasseming van alle vogtigheden, in deeze Melk-ysklompen, en laat niets agter dan het weezenlyke en de bestanddeelen van de Melk, onder de gedaante van een wit Poeder.