Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1792
(1792)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 165]
| |
Beknopt geschiedkundig verslag, wegens de keizerlyke waardigheid.(Uit het Engelsch.)
‘Ter gelegenheid dat de onverwagte dood van Keizer leopold den II, in de Gezelschappen, zo veel stoffe geeft om over de Keizerlyke Waardigheid te spreeken, oordeelden wy het niet ongepast het volgend Beknopt Geschiedkundig Verslag, wegens de Keizerlyke Waardigheid, 't geen wy in een Engelsch Werkje aantroffen, eene plaats in ons Mengelwerk te geeven.’
* * * *
Het woord Keizer, in 't Latyn Imperator, duidde, by de oude Romeinen, den Veldheer eens Legers aan, die, van wegen een by uitstek gelukkig volvoerde Krygsverrigting, met dien naam begroet en vereerd werd. Zo hoorde augustus, niet minder dan twintig roemryke Overwinningen behaald hebbende, zich te meermaalen met dien Eernaam bejegenen; en titus werd, naa de overmeestering van Jerusalem, door zyn Leger, Keizer geheeten. Vervolgens bediende men zich van die Benaaming om eenen volstrekten Opperheerscher, een Monarch en Opper-Ryksbevelhebber aan te duiden. In deezen zin droeg julius caesar den naam van Keizer; die Tytel ging met de Waardigheid over op augustus, tiberius en caligula, en naderhand werd dezelve verkiesbaar. Strikt gesprooken kan de Tytel van Keizer niets toebrengen aan de Regten der Oppermogenheid; alleen schenkt dezelve een voorrang boven andere Vorsten, en als zodanig wordt hy, die daarmede bekleed is, tot het hoogste toppunt van Menschlyke Grootheid verheeven. De Keizers wenden, nogthans, voor, dat de Keizerlyke Waardigheid boven de Koninglyke uitsteekt: doch de grond van zulk eene Meerderheid blykt niet. Het gaat vast dat de grootste, de oudste en volstrektste Monarchen, als die van Babylon, Persie, Assyrie, Egypte, Macedonie, enz. in alle taalen, oude en hedendaagsche, den naam van Koningen droegen. Men twist, of de Keizers magt hebben, om den Tytel van Koning te schenken, en kan niet lochenen dat zy 't | |
[pagina 166]
| |
zich zomtyds aanmaatigden Koningryken op te richten. Zo wil men, dat Boheemen en Poolen tot die Waardigheid opsteegen; dus heeft ook Keizer carel de kaale, in den Jaare 877, Provence aan boson gegeeven; hem de kroon op 't hoofd zettende, met een besluit, dat hy den naam van Koning zou voeren. Keizer leopold de I verhief het Hertogdom Pruissen tot een Koningryk, ten voordeele van den Keurvorst van Brandenburg, en, schoon verscheide Koningen van Europa, een tyd lang, weigerden hem in die Waardigheid te erkennen, hebben zy allen, eindelyk, by het Vredesverdrag te Utrecht, in den Jaare 1713 geslooten, daarin berust. In het Oosten is de Tytel en Waardigheid van Keizer veel algemeener dan by ons; in deezer voege worden de Souveraine Vorsten van China, Japan, Hindostan, Persie, enz. Keizers van China, Japan, enz. geheeten. In 't Jaar 1723 nam de Czaar van Muscovie den Tytel aan van Keizer aller Russen, en deedt zich, als zodanig, erkennen, door de meeste Staaten en Vorsten van Europa. Het Wester Romeinsch Keizerryk, 't welk in den Jaare 475 een einde nam in den Persoon van augustulus, den laatsten Romeinschen Keizer, en opgevolgd werd door de Heerschappy der Hunnen, Ostrogothen en Lombarden, herleefde weder in carel den grooten, Koning van Frankryk, op Kersdag des Jaars 800. Deeze Vorst, zich toen te Rome bevindende, kroonde Paus leo de III hem tot Keizer in de St. Pieters Kerk, onder de toejuiching der Geestlykheid en des Volks. Nicephorus, ten dien tyde Keizer, in 't Oosten, gaf zyne toestemming tot die Krooning. - Naa den dood van carel den grooten en dien van lodewyk, zyn Zoons Opvolger, werd het Keizerryk verdeeld tusschen vier Zoonen van den laatstgenoemden: lothario den I was Keizer, pepin Koning van Aquitanie, lodewyk Koning van Duitschland, en karel de kaale Koning van Frankryk. Deeze Ryksverdeeling strekte ter bronne van onophoudelyke geschillen. De Franschen hielden het Keizerryk onder acht Keizers tot het Jaar 912, wanneer lodewyk de III, de laatste Prins uit de Linie van carel den grooten, zonder Manlyk Oir stierf. Koenraad, Graaf van Frankenland, Schoonzoon van lodewyk, verwierf de verkiezing tot Keizer. Zo ging het Keizerryk over tot de Duitschers, en werd verkies- | |
[pagina 167]
| |
baar: want het was erflyk geweest onder de Fransche Keizers, de Grondvesters van 't zelve. De Keizer werd gekoozen door de Prinsen, de Landsheeren, en de Afgevaardigden der Steden, tot op het einde der Dertiende Eeuwe, toen het getal der Keurvorsten bepaald werd. Rudolph, Graaf van Habsbourg, werd, in den Jaare 1273, tot Keizer gekoozen. Hy is het Hoofd van het Doorlugtig Huis van Oostenryk, 't welk afstamt van denzelfden stam als het Huis van Lotharingen, en daarmede weder vereenigd in den Persoon van franciscus, Vader van den, op den 1 Maart 1792, overledenen leopold den II. Carel de VI, die, in den Jaare 1740 overleed, was de laatste Keizer uit het Huis van Oostenryk. Hy werd opgevolgd door den Keurvorst van Beieren, carel den VII. Op wiens dood, in den Jaare 1745, franciscus, Groothertog van Toscaanen, uit den Huize van Lotharingen, de Keizerlyke Waardigheid verkreeg. Hy stierf in 't Jaar 1765, en werd opgevolgd door zyn Zoon josephus den II. De grootheid van het Huis van Oostenryk, een der magtigste Huizen in de Wereld, is ten uitersten vermeerderd, door den luister van deszelfs verbintenissen. De jongst overleden leopold de II was niet alleen het Hoofd des Ryks, maar ook Souverain van Hungaryen, Bohemen, Oostenryk, de Nederlanden, enz. Zyn tweede Zoon is Groot-Hertog van Toscaanen. Zyne Zusters zyn de Koninginnen van Frankryk en Napels, en de Hertogin van Parma. De Keizerlyke Voorregten waren eertyds veel uitgestrekter dan tegenwoordig. By het einde der Keizeren uit het Saxische Huis, in 't Jaar 1024, oefenden zy het regt van alle de Kerkelyke Beneficien in Duitschland op te draagen; van derzelver Inkomsten, geduurende het openstaan, te ontvangen; van de Goederen der Geestlyken, die zonder Testament stierven, te naasten; van de Verkiezingen der Paussen te bekragtigen of te vernietigen; van Kerkvergaderingen te beleggen, en dezelve te benoemen tot het beslissen der Kerkverschillen; van den Tytel van Koning aan hunne Leenmannen te geeven; van openvallende Leenen te schenken; van de Inkomsten des Keizerryks te ontvangen; van vrye Steden op te rechten, en Jaarmarkten in dezelve vast te stellen; van Ryksdagen uit te schryven en derzelver duur te bepaalen; van Geld te munten, en hetzelfde voorregt aan de Staaten des Keizerryks te verleenen, als mede om hoog en laag Regtsgebied te oefenen in de | |
[pagina 168]
| |
Landschappen der onderscheide Staaten. - Maar in den Jaare 1437 werden zy bepaald tot het regt om alle Waardigheden en Tytels op te draagen, uitgenomen het voorregt van een Staat des Keizerryks te weezen, tot de Preces primariae, of, om ééns, geduurende hunne Regeering, eene Waardigheid, in elk Kapittel of Godsdienstig Gesticht, te begeeven; tot het verleenen van ontslag ten aanziene van de Meerderjaarigheid; tot het oprigten van Steden, en het schenken van het Muntregt; tot het zamenroepen der Ryksdagen en het voorzitten op dezelven. By deeze Voorregten is door zommigen gevoegd: Vooreerst, dat alle Prinsen en Staaten van Duitschland gehouden zyn hun hulde te bewyzen en trouwe te zweeren. - Ten tweeden, dat zy, of hunne Generaals, een regt hebben om de Legermagten van alle de Prinsen des Ryks, als zy vereenigd zyn, te gebieden. - Ten derden, dat zy eene soort van schatting ontvangen van alle Prinsen en Staaten des Keizerryks, voor het voeren van eenen Oorlog, die het geheele Keizerryk betreft. - Dan met dit alles is 'er geen voet lands of grondgebieds aan deezen Tytel gehegt: want, zints de Regeering van carel den VI hebben de Keizers geheel moeten bestaan van hunne Erflanden, als de éénige bron van hunne magt en van hun inkomen. Voorts mogen wy hier nog byvoegen, dat de Koningen van Frankryk oudtyds ook den naam van Keizers droegen, op een tyd dat zy met hunne Zoonen regeerden, en deezen tot deelgenooten der Kroone aangenomen hadden. Dus nam hugo capet, zyn Zoon robert tot Medebestuurder des Ryks verkoozen hebbende, den Tytel van Keizer aan, en liet aan robert dien van Koning. Koning robert is ook Keizer van Frankryk genaamd door helgau van fleury. Lodewyk de vette deedt hetzelfde als hy zyn Zoon tot Ryksgenoot aannam. - De Koningen van Engeland hebben ook, in vroegeren dage, den Tytel van Keizers gevoerd; zulks blykt uit een Charter van Koning edgar; en de Kroon van Engeland is voorlang in het Parlement voor een Keizerlyke Kroon verklaard. De nu overleden Keizer leopold de II werd gebooren den 5den van May 1747, zynde de tweede Zoon van Keizer franciscus den II, en van maria theresia, Koningin van Hungaryen en Boheemen, de beroemde Dogter van Keizer carel den VI. Hy volgde den Keizer zyn Vader op als Groot-Hertog van Toscaanen, in 't Jaar 1765, en trouwde in het volgend jaar aan maria louisa, Dogter van philip | |
[pagina 169]
| |
den V, Koning van Spanje. Op den 20 van February 1790, volgde hy zyn overleden Broeder josephus den II op, in de Erfheerschappyen van den Huize van Oostenryk, en droeg het Groot-Hertogdom Toscaanen op aan ferdinand zyn tweeden Zoon; op den 30 van September werd hy tot Roomsch Koning verkoozen; hy deedt zyne openbaare intrede te Frankfort op den 4 van October, en werd tot Keizer gekroond op den 9den dier Maand, en tot Koning van Hungaryen, te Presburg, op den 15 van November. Leopold de II laat een talryk Naakroost agter. Zvn oudste Zoon franciscus is Erfprins van Hungaryen en Boheemen, den 14den van Augustus 1790 getrouwd aan maria theresia, oudste Dogter van zyne Siciliaansche Majesteit. Zyn tweede Zoon, de Groot-Hertog van Toscaanen, tradt denzelfden dag in den egt met maria louisa, tweede Dogter van dienzelfden Vorst. De Keizer hadt twee ongetrouwde Zusters, en één ongetrouwde Broeder. Zyne andere Zusters zyn maria amelia, in 't Jaar 1769 getrouwd aan ferdinand, Hertog van Parma, by welke zy een Zoon en drie Dogters heeft. Maria carolina, in den Jaare 1768 getrouwd met ferdinand den IV, Koning van de beide Sicilien, by wien zy zeven Kinderen in leeven heeft; maria antonetta, gebooren den 2 Nov. 1755, en 19 April 1770 gehuwd aan lodewyk, Dauphin van Frankryk, thans lodewyk de XVI, Koning der Franschen, gebooren den 23 Aug. 1754, by wien zy eene Prinses heeft, ter Wereld gekomen den 9 December 1778, en de tegenwoordige Dauphin, gebooren den 27 Maart 1785; de Vrouw des Ooms van den tegenwoordlgen Hertog van Saxen; en een Broeder ferdinand, gebooren 1754, en in 't Jaar 1771 gehuwd aan maria beatrix, Dogter en Erfgenaame des Hertogs van Modena, die, by haar, twee Zoons en Dogters verwekteGa naar voetnoot(*). |
|