Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1792
(1792)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijBerigt wegens de laatste ziekte van den heer John Howard, Esq.(Ontleend uit Dr. aikin's, View of his Character and Public Services.)
‘Reeds veel hebben wy onzen Leezeren medegedeeld, wegens het Leeven en de Daaden van deezen MenschenvriendGa naar voetnoot(*), dan daar wy gaarne ons met zodanige Characters bezig houden, en dit zelfde van het beste gedeelte onzer Leezeren vertrouwen, willen wy niet in gebreke blyven om een nader berigt van zyn uitëinde, door Dr. aikin opgegeeven, mede te deelen; als mede om ons nogmaals in de beschouwing van zyne uitmuntende Charactertrekken te verlustigen. Tot het eerste bepaalen wy ons tegenwoordig, het tweede moeten wy, om plaats voor andere Stukken te bewaaren, tot een anderen tyd verschuiven.’
* * * *
Uit den getrouwen en kundigen Knegt van den Heer j. howard, thomas thomason, die hem op zyne laatste Reis vergezelde, heb ik een berigt ontvangen; verscheide byzonderheden behelzende, betreklyk tot de Ziekte van zynen Heer, onder welke die Menschenvriend bezweek; ik zal ze mededeelen op dezelfde wyze als ik ze ontvangen heb. ‘De Winter, by het vermeesteren van Bender, vry verre verstreeken zynde, gaf de Bevelhebber van het Russische Leger te dier plaatze verlof aan veele zyner Offi- | |
[pagina 162]
| |
cieren om hunne Vrienden te Cherson te bezoeken; dewyl de gestrengheid van het Jaargetyde het voortzetten der vyandlykheden tegen de Turken niet gehengde. Cherson werd, ingevolge hiervan, zeer met menschen opgevuld, en de Inwoonders betoonden door Bals en Masquerades hunne vreugde over den voorspoed der Russische Wapenen. Verscheide van de Officieren, van de Inwoonderen van Cherson en van den Adel in de nabuurschap, die deeze Bals bywoonden, werden bykans onmiddelyk daarop aangetast door Koortzen, en, volgens het gevoelen van den Heer howard, was de besmetting daar overgebragt door de Officieren uit Bender. Onder het getal der geenen, die deeze Koorts-besmetting kreegen, bevondt zich eene jonge Dame, omtrent zestien mylen van Cherson woonende. Wanneer zy eenen korten tyd ziek geweest was, werd de Heer howard sterk aangezogt om haar te gaan zien. Hy deedt het voor de eerste keer, op Zondag den 27 December 1789. Hy bezogt haar andermaal in 't midden van de week, en eene derde keer op den volgenden Zondag, den 3 January 1790. Op dien dag vondt hy haar in overvloedig zweet, en die uitwaasseming niet willende stuiten, door het ontblooten van haar arm, stak hy den zynen onder de beddedekens, om haar pols te voelen. Terwyl hy dit deedt, hinderden de uitwaassemingen der Dame hem geweldig, en hy hieldt zich bestendig verzekerd, dat hy toen de Koorts-besmetting gekreegen hadt; zy stierf den volgenden dag. De Heer howard was zeer aangedaan over haar dood: dewyl hy zich gevleid hadt met de hoope van haare herstelling. Van den 3 Jan. tot den 8, ging hy bykans niet uitGa naar voetnoot(*); maar op den laatstgemelden dag, het middagmaal houden by den Admiraal montgwinoff, die omtrent anderhalf myl van hem af woonde. Hy bleef 'er langer dan gewoonlyk, en bevondt zich, t'huis komende, niet wel, en dagt eenige vliegende Jicht te bespeuren. Hy nam terstond wat Sal Volatile, met een weinig Thee, en oordeelde zich een weinig beter, tot tusschen drie en vier | |
[pagina 163]
| |
uuren des Saturdags 's morgens, toen hy, eene meerdere ongesteldheid bemerkende, het gebruik van het Sal Volatile herhaalde. Hy stondt 's morgens op, en ging uit; doch, zich erger gevoelende, keerde hy schielyk weder, en nam een Braakmiddel. Den volgenden nagt kreeg hy eene zwaare Koorts, en nam zyne toevlugt tot zyn geliefd Geneesmiddel, het James Powder, 't geen hy geregeld alle twee of vier uuren gebruikte, tot Zondag den 17. Want, schoon Prins potemkin hem zyn eigen Lyfarts zondt, zo ras hy de ziekte van den Heer howard vernomen hadt, liet hy niet af, zyne eigene voorschriften, tot deezen tyd toe te gebruiken. Op den 12den hadt hy een soort van toeval gehad, by 't welk hy schielyk nederviel, zyn gelaad werd zwart, zyne ademhaaling moeilyk, en hy bleef een half uur lang onaandoenlyk. Op den 17den hadt hy een ander dergelyk toeval. Den 18den kreeg hy de Hik, die aanhieldt tot den volgenden dag, wanneer hy, op raad des Geneesheers, wat Muskus innam. Omtrent zeven uuren 's Woensdags 's morgens den 20sten January, kreeg hy weder een toeval als de voorige, en stierf omtrent een uur na 't zelve. Geduurende zyne ziekte, was hy volkomen by zyn verstand, uitgenomen staande die toevallen, tot weinige uuren voor zyn dood. Reeds lang hadt hy verwagt, dat deeze hem zou treffen, en dikwyls gezegd, om een langer leeven niet te wenschen, dan dewyl het hem gelegenheid gaf, om verzagting aan het lot zyner ongelukkige Medemenschen toe te brengen. In zyne ziekte, ontving hy een brief van een Vriend, die schreef, dat hy onlangs zyn Zoon te Leicester gezien hadt, en hoope schepte, dat de Heer howard, by zyne wederkomst in Engeland, dien ongelukkigen beter zou vinden. Op het hooren voorleezen van die tyding, was hy zeer aangedaan. Hy drukte zyn genoegen hier over sterk uit, en verzogt, herhaalde keeren, zyn Knegt, dat hy, indien, door den Godlyken zegen, zyn Zoon ten eenigen tyde herstellen mogt, hem zou vermelden hoe zeer en hoe vuurig hy om zyne herstelling gebeden hadt. - Hy maakte een Uitersten Wil'Ga naar voetnoot(*), Donderdags vóór zyn sterven, en werd, overeenkomstig met zyne eigene be- | |
[pagina 164]
| |
geerte, begraaven op het Landgoed van den Heer dauphiné, omtrent agt mylen van Cherson, waar een Gedenkteken boven zyne Begraafplaats is opgerigt. Hy oordeelde daar even naby den Hemel te weezen, als of zyn lichaam na Engeland gevoerd ware. - Te Cherson zynde, ontving hy het verhaal van de omverwerping en slooping der Bastille; die Gebeurtenis scheen hem een byzonder genoegen te verschaffen; daar hy oordeelde, dat mogelyk het berigt deezer Staatsgevangenisse, door hem uitgegeeven, iets 'er aan mogt hebben toegebragt.’ By dit Berigt, op welks naauwkeurigheid, in 't algemeen, wy ons, gelyk ik niet twyfel, ten vollen mogen verlaaten, zal ik alleen een of twee Geneeskundige Aanmerkingen maaken. Niettegenstaande de Heer howard zich verzekerd hieldt, dat hy de Besmetting van de jonge Dame gekreegen hadt, dunkt my dat de tyd tusschen zyn laatste bezoek by haar, en zyne eigene ongesteldheid, dit twyfelagtig maakt. Besmetting op eene zo merkbaare wyze ontvangen, geloof ik, werkt binnen een korter tydperk dan vyf dagen. Misschien zal zyn bezoeken van de Hospitaalen te Cherson op den 6den, of zyn laat wederkeeren van den Admiraal montgwinoff in een koud jaargetyde, in eene ongezonde lugtstreeke, een nadere oorzaak weezen. De natuur van zyn ongemak is niet zeer duidelyk; want het is zeer ongemeen, dat iemand, in dusdanige Koortzen, geheel- by zyne zinnen blyft; en zyn ook toevallen, op vlaagen van vallende ziekte gelykende, geene gewoone verschynzelen in die Koorts. Dat een vliegende Jicht een gedeelte was zyner Ongesteltenisse, is niet zeer onwaarschynlyk; dewyl hy zich daaraan, uit hoofde van zyne gesteltenisse, onderhevig vondt, schoon zyne leevenswyze de zwaare verschynzels daarvan voorkwam. Wat 'er ook van zyn moge, zyne kwaal ging zeker vergezeld van eene zwakheid in de leevensvermogens, en dus moest het langduurig en veelvuldig gebruik van de James Powders hem nadeelig weezen. En komt het my hoogstwaarschynlyk voor, dat de naam van den Heer howard aangeschreeven moet worden op de lange lyst van de zodanigen, die hun leeven opgeofferd hebben aan het gebruik van een Geneesmiddel, 't geen sterk werkt, en uit dien hoofde zo wel veel kwaads als veel goeds kan doen. |
|