Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1792
(1792)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 148]
| |
Proeve van eenige aanmerkingen over de verwantschaps-tafel van den heer Lavoisier, omtrent het zogenaamde Oxygéné, volgens het uittrekzel in de annalen van den heer Crell, door den heer J.M. Schiller.(Vermischte aufsatze Chem.-Pharmac. und Physic. Inhalts s. 97.)
Ik zie noch geene onzer Vaderlandsche Scheikundigen te voorschyn komen, ter wederlegging van het Antiphlogistik Systema van den Heer lavoisier. Ik zie ook dat veele aan de identiteit van het Phlogiston twyfelen. - Zommigen zelfs verklaaren openlyk dat men het gemelde Systema moet aanneemen. Verre vandaar, dat ik my zou vermeeten Regter te willen zyn in dit geschil, zal ik alleen den Scheikundigen eenige Aanmerkingen voorstellen, of deeze misschien den eenen of den anderen onzer Scheikundigen konden aanspooren tot een verder onderzoek. - Het overige tot een wydloopiger onderzoek spaarende. 1. Zonder de minste bedenking, erkenne ik de aanweezenheid eener brandbaare Stoffe, of Phlogiston, en houde dit voor een scheikundig geloofsartikel: echter geloove ik niet met den beroemden stahl, dat het eene aan Hoofdstoffelyke aarde gebonden Vuur zy, noch met kirwan, dat het eene ontvlambaare Lucht zy; maar ik beschouwe het als eene vereeniging der twee Elementaire Stoffen, warmte naamlyk en lichtstoffe. - Daar nu deeze beide lichaamen, waar uit het Phlogiston bestaat, volstrekt ligt zyn, is ook het Phlogiston ligt. - Lichaamen, daar mede vereenigd, verminderen in gewigt; en omgekeerd. - Door een daar bygebragt Vry Vuur of ontvlambaar Phlogiston, en onder toetreeding der vrye, niet bedorvene, Lucht, wordt het in zyne samenstellende deelen, in licht en merkbaare warmte, gedecomponeerd. - Het is het verbindmiddel van alle ontvlambaare lichaamen en der Metaalen. - De eerste worden, dit verbindmiddel weggenomen zynde, voor het grootste gedeelte, vernietigd (zerstört), en de samenhang der andere wordt weggenomen, of zy worden verkalkt. - De menging der samenstellende deelen van het Phlogiston schynt niet altoos in | |
[pagina 149]
| |
een zelfde evenredigheid te staan, ofschoon ook Phlogiston altoos Phlogiston blyftGa naar voetnoot(*). 2. Ik houde de Dephlogistike Lucht voor de stoffe der vogtigheid, uitgezet door de stoffe der warmte. - De wyze, op welke men deeze Lucht verkrygt, versterkt my in dit gevoelen. 3. Wanneer men deeze Lucht met ontvlambaare, Zuurvrye, Lucht verbrant, dan vereenigt zich een gedeelte van het Phlogiston deezer Lucht met de stoffe der vogtigheid van de andere, en maakt, met de terug houding der benodigde hoeveelheid warmtestoffe, water. 4. Ontvlambaare Lucht ontstaat, als het Phlogiston, met een zeker aandeel water, (waaruit deszelfs gewigt ontstaat) door warmtestoffe wordt verdund (Rarefazirt). 5. Phlogistike Lucht ontstaat, wanneer Leevenslucht met vry Phlogiston in aanraaking komt, en zich daar mede verzadigt. 6. Luchtzuur heeft zyne eigendommelyke basis; - Vry Vuur of Zuuren, welke haar uitdryven, en hunne warmtestoffe daar aan overgeeven, zetten haar in staat van Lucht. 7. De grondstoffen (bases) der Zuuren zyn nog niet ontdekt: de Zuure stoffe is, naar myn gevoelen, een Weezen der inbeelding. Elk Zuur is dat wat zyne benaaming betekent, naamlyk Zuur, onder alle gedaanten, alleen door dit of geene lighaam omwonden, verstompt, of middelzoutaartig gemaakt; byaldien men het verbindmiddel daarvan afscheidt, dan toonen zy hunne eigenschap. 8. Metaal-kalken ontstaan, wanneer men de Metaalen berooft van Phlogiston. - Alle verschynzelen pleiten voor deeze stelling; want de Lucht en de Zuuren worden daar door gephlogistiseerd. Zy neemen in gewigt toe, naar maate zy hun Phlogiston verliezen. 9. Alle Metaal-kalken, welke Leevenslucht geeven, hebben water in zich, of ten minsten deszelfs grondstoffen. Zy waren of niet genoeg gedroogd, of zy trokken het vogt tot zich, hier door wierden zy ook zwaarder. - Misschien zyn de Metaal - kalken ook in staat, om de | |
[pagina 150]
| |
Phlogistike Lucht te decomponeeren, het Phlogiston aan te trekken, en de Leevenslucht te ontbinden. Nu zal ik de Affiniteit's of Verwantschaps-tafel van den Heer lavoisier eens nagaan. De verst afgelegene, tot het zogenaamd Oxygéné, opgegeevene zai zyn de onbekende grondstoffe van het Zeezoutzuur, - dan de Koolstoffe (Carbone) - Zink - Yzer - de brandbaare Grondstof des waters - Bruinsteen-Koning - Kobalt-Koning - Nickel-Koning - Lood - Tin - Pis-Phosphorus - Koper - Wismut - Spiesglas-Koning - Kwik - Zilver - Arsenik-Koning - Zuiker - Zwavel - Salpeterlucht - Warmtestoffe - Goud - rookend Zeezout-zuur - Salpeter-zuur - Bruinsteen-Kalk. De Heer lavoisier laat zich omtrent de aantrekkingskragt der Bruinsteen-kalk, tot het Oxygéné (Saure stoffe) niet verder uit, dan dat hy haar plaatst als het de daar mede naast aanverwantte lighaam, en zegt daarop van het Salpeterzuur: ‘Het konde eene noch overwigtige hoeveelheid van Zuurstoffe tot zich neemen, wanneer men het over Bruinsteen overhaalde; alsdan lost het een klein deel Gouds op. Deeze overmaat van Zuurstoffe hangt 'er echter zo los aan, dat zy 'er, door de bloote warmte, kan worden afgescheiden.’ Aanm. Het gewoon koophaar, en het rookend Salpeterzuur, is altoos met een merkelyke hoeveelheid Phlogiston, en de Bruinsteen met veel Leevenslucht, voorzien. Zo ras men nu de beide lighaamen byeen brengt, dan wordt de basis der Leevenslucht door het zuur los, en door de warmte veerkragtig gemaakt; intusschen dat dit echter geschiedt, ontstaat 'er tusschen het Phlogiston van het Salpeterzuur, en de Leevenslucht, eene nieuwe vereeniging, naamlyk Phlogistike Lucht, en welke door de Bruinsteenkalk wederom ten deele wordt gedecomponeerd, en dus wordt het Salpeterzuur gedephlogistiseerd (Brenstoffleer). Daar echter, naar maate van de veelheid der Brumsteen of deszelfs hoedanigheid, meer Leevenslucht kan ontbonden worden, dan tot opslorping van het Phlogiston van 't Salpeterzuur noodig is, is het ook mogelyk, dat 'er zich ook eenige vrye Leevenslucht met het zuur vereenigt, (want het is beweezen, dat zy zich ook met water kan vereenigen,) welke echter zo los daar mede vermengd is, dat een zagte warmte haar daar van weder afscheiden kan. - Veele proefneemingen hebben my dit geleerd. - | |
[pagina 151]
| |
Dat nu dit gedephlogistiseerd Salpeterzuur een weinig Goud kan oplossen, is, dunkt my, gemakkelyk te verklaaren; - door de reeds gemelde berooving van Phlogiston, verkrygt dit Zuur eenigermaate de eigenschappen van Koningswater, (Aqua Regia) of gedephlogistiseerd Zoutzuur, en neemt dus het Phlogiston gereed tot zich; wordende dan in staat gesteld, om de vaste vereeniging van 't Phlogiston met de Metallike grondaarde des Gouds van een te scheiden, en zelfs een gedeelte Gouds te ontbinden, waar by de, met het gedephlogistiseerd Salpeterzuur waarschynlyk nog vereenigde Leevenslucht, volgens deszelfs eigenschappen, ook nog eenigermaate kan werkzaam zyn. De Heer Professor pickel ondervond reeds, dat men ook by de bereiding van geconcentreerd Salpeterzuur Leevenslucht verkreeg, en ook kan ik dit, door eigene ondervinding, bewaarheden; ik geloove nochtans niet, dat dit geschiedt op kosten van het Oxygéné, en der warmtestoffe welke het uit 't Salpeterzuur zoude trekken, en daar mede tot Leevenslucht overgaan, volgens het gevoelen van den Heer lavoisier, om dat men, alleen dan, in deeze proefneeming Leevenslucht verkrygt, wanneer 'er noch Salpeter by het overblyfzel aanweezig is, en het vuur, op 't laatst, zeer sterk wordt aangezet, en men deeze Lucht ook op 't laatst der bewerking verkrygt. ‘By aldien men met Salpeterzuur, dus met Oxygéné overlaaden, Zeezout-zuur mengt, dan trekt dit Zuur het overwigt tot zich, en is dan in staat het Goud op te lossen, of het is, volgens scheele en bergman, gedephlogistiseerd. Het Salpeterzuur wordt diensvolgens rookend, dat is, met Salpeterlucht overlaaden.’ Aanm. Alle Scheikundigen, welke de aanweezenheid des Phlogistons erkennen, zyn eenpaarig van gevoelen dat het Zeezout- zuur zeer vast met Phlogiston verzadigd is. Van daar, dat het zich zeer zwak vereenigt met lichaamen, welke een groote menigte Phlogiston bezittenGa naar voetnoot(*), of daar mede vast vereenigd zyn. Vermengt men ze nu met gedephlogistiseerd Salpeterzuur, (gewoon Salpeterzuur | |
[pagina 152]
| |
doet genoegzaam het zelfde) dan beneemt hun deeze het Phlogiston, gaat dan wederom tot gewoonen, en by aldien zy beide geconcentreerd zyn, tot rookenden Salpetergeest over, en het Zoutzuur, begeerig naar Phlogiston, kan dit in het Goud vinden, en dit Metaal oplossen. ‘Onder het Zeezout-zuur staat het Goud. Wanneer dit Metaal wordt opgelost, dan verkalkt het, het beneemt derhalven dit Zuur een gedeelte van 't Oxygéné (Zuurstof). De Kalk kan naderhand alleen door warmte gereduceerd worden, om die reden staat de warmtestoffe onder het Goud; hier maakt het Oxygéné met de warmte de Leevenslucht, welke zich niet meer door het Goud laat decomponeeren.’ Aanm. Niet alleen wordt Goud, vóór de oplossing verkalkt, maar alle Metaalen worden vóór de oplossing in Zuuren, meer of min, verkalkt. - De Theorie hiervan is, dunkt my, deeze. Elk Zuur heeft eene affiniteit tot Phlogiston, en elk Metaal bezit, tot vereenigings - band, Phlogiston. Voor dat zich nu het Metaal laat oplossen, moet eerst deeze samenhang uit den weg geruimd worden. Dit nu geschiedt door de eerste werking van het Zuur, waar by zich dit of met Phlogiston vereenigt, en, zo als by het Salpeterzuur geschiedt, tot Salpeterlucht overgaat, of zy geeft alleen aan het Phlogiston haare warmtestoffe of Specifiek vuur en een weinig waters over, en gaat daar mede over tot brandbaare Lucht; of vindt 'er geene deezer gevolgen plaats, dan verzadigt zich blootelyk een gedeelte van het Zuur met Phlogiston van 't Metaal, en een ander gedeelte lost de Kalk op, zo als waarschynlyk hier plaats heeft by de oplossing van Goud in gedephlogistiseerd Zoutzuur. De Goud-kalk, zo als ook in 't algemeen de Kalk der andere Edele Metaalen, en van de Kwik, konnen alleen door warmte gereduceerd worden; zy hebben hier toe weinig Phlogiston noodig, door dien haar eigen niet geheel vernietigd is, en dat zy gedeeltelyk uit de lucht, gedeeltelyk uit het nog aanhangend water, aantrekken, waar door de grondstoffe des waters gedephlogistiseerd (entbrenbart), en door warmtestoffe veerkragtig wordt gemaakt, en tot Leevenslucht overgaat, welke dan door Goud niet meer kan gedecomponeerd worden, wyl dit Metaal het Phlogiston vaster by zich houdt, dan dat de Leevenslucht haar dat zou kunnen ontneemen. | |
[pagina 153]
| |
‘De Salpeterlucht, welke onder de warmtestoffe staat, kan aan deeze het Oxygéné ontneemen; 'er ontstaat Salpeterzuur, een klein gedeelte der warmtestoffe wordt vry, maar een veel grooter deel zet zich in de vereeniging vast.’ Aanm. Salpeterlucht, welke, volgens het gevoelen der Fransche Scheikundigen, de basis van het Salpeterzuur zal uitmaaken; doch, die ik veel eerder geloove te bestaan uit Phlogistike Leevens- en Vastelucht, welker onderlinge betrekking ik echter noch niet naauwkeurig kan bepaalen, en waar toe de geboorte des Salpeters my aanleiding geeft; Salpeterlucht beschouwe ik derhalven voor volkomen geformeerde, doch met Phlogiston tot een zoort van vloeibaare Zwavel verzadigd, en verbonden Salpeterzuur. Wordt nu dit gemengd met de naar Phlogiston zo begeerige Leevenslucht, dan beneemt deeze aan de Salpeterlucht het Phlogiston, onder eene knarsing en losmaaking der vrye warmtestoffe, vereenigt zich met Phlogiston tot Phlogistike Lucht (Stikluft), en het Salpeterzuur wordt van haare banden bevryd, tot eene voelbaare vloeistoffe, welke ook, misschien verschynen konde als gephlogistiseerd Zuur, wanneer 'er genoeg Leevenslucht in voorraad ware. ‘Het Salpeterzuur, nu daar gesteld, kan door Zwavel, Zuiker, Arsenik-Koning, en alle Metaalen, door Phosphorus, door het brandbaare weezen des waters, en door Koolstof (Carbone), gedecomponeerd worden; in 't eerste geval ontstaat 'er, met Zwavel, Vitrioolzuur, met Zuiker, Zuikerzuur, met Arsenik, Arsenikzuur.’ Aanm. De Heer lavoisier beschouwt Zwavel, Zuiker, Phosphorus, en Arsenicum als de basis der Zuuren, die men daar uit verkrygt; - dit kan ik echter even zo weinig bevatten, als dat ik zeggen kan welke de bases deezer Zuuren zyn; deeze verklaaring schikt zich echter byzonder wel tot de Hypothese van het Oxygéné, ik heb echter altoos geloofd, dat, byaldien men de basis van eenig lichaam wil doen te voorschyn komen, moest men deeze lichaamen decomponeeren, en hier kan men de basis, naamlyk Zwavel, Phosphorus, en Arsenik-Koning verkrygen, wanneer men de daar toe benoodigde Zuuren met Phlogiston behandelt, en men verkrygt een Zuur, wanneer men de basis decomponeert. - Hoe wederspreekend!! - Wel is waar, dat de Heer lavoisier deeze zaak, in de voorgaande §. eenigzins anders verklaart, | |
[pagina 154]
| |
door dien hy stelt, dat gemelde Zuuren het Salpeterzuur beroofden van het Oxygéné, en het weer tot Salpeterzuure basis, of tot Salpeterlucht, maakten. My dacht echter, of alle proefneemingen bedriegen my, dat de Zuuren der gemelde lighaamen daarin reeds aanweezig waren, en wel als Zuuren; doch alleen met Phlogiston omwonden, en middelzoutig gemaakt. Wanneer dit wordt weggenomen, dan vertoonen zy zich als Zuuren, en hier toe is het Salpeterzuur byzonder geschikt, om dat deszelfs affiniteit tot Phlogiston sterker is, dan die van gemelde Zuuren. Dat echter deeze, aangenome of veronderstelde, bases, werkelyk middelzouten zyn, toont hunne kristalvormige gedaante, en dat het Phlogiston het verbindmiddel zy der Zuuren, toont haare ontvlambaarheid; en dat de Zuuren daarin werkelyk als Zuuren aanweezig zyn, toont de bereiding van het Vitrioolzuur uit Zwavel; want men zal toch niet willen zeggen, dat het Oxygéné van de daarby verbrande Zwavel zich by de Zwavel voegt, en het tot Zuur maakt? ware daar toe wel genoegzaame betrekking? of trok de Zwavel het Oxygéné des waters tot zich? maar moest dan het water zelve niet reeds zuur zyn. Dat het Zuur reeds, werkelyk, als Zuur in de Zuiker huisvest, heeft de volgende proefneeming my getoond. Ik heb reeds zedert een jaar een mengzel van Wynsteenzout in Zuiker, met water tot een Pap vermengd, aan een maatig warme plaats gezet, en reeds 20 grein Kristallen, uit een mengzel van twee oneen, verkreegen, welke alle eigenschappen van Zuikerzuur, Plant-Loogzout (alcali veget. Sacharatum), hadden. Van waar kwam daar het Zuikerzuur? ook wilde ik gaarne weeten, waarom men, by het Phosphoruszuur, altoos eerst het Zuur bekomt en dan de basis, en waarom men deeze vooraf uit het Phlogiston der Koolen en 't Zuur moet te zamenstellen? Misschien zegt men, de Zuuren zyn reeds in de Middelzouten vooraf ontstaan, gevolgelyk moest het Phosphoruszuur in de Pis, en in de Beenderen, ook reeds vooraf tegenwoordig zyn. Byaldien dit het gevoelen is van den Heer lavoisier, dan is het eene der grootste tegenspraaken voor zyne Hypothese. Men neeme een Metallik Middelzout, b.v. Koperrood, en doe 'er zo veel Caustik plantaartig vast Loogzout by, als 'er iets proecipiteert, dan verkrygt men geen Kalk, en juist zo veel Tart. Vitriolatus, als men Vitrioolzuur in de Vitriool-oly berekenen konde. Maar, volgens het gevoelen van den Heer lavoisier, | |
[pagina 155]
| |
moest de Yzerkalk het Oxygéné (Sauer Stef) in zich hebben, en het Vitrioolzuur moest, als haare basis, als Zwavel te voorschyn komen; of men moest met hem vaststellen, dat het Yzer in het Koperrood met het Oxygéné des waters verbonden ware, en alleen werktuiglyk in het Vitrioolzuur verdeeld. - Is zulks waarschynlyk? - Is het derhalven, volgens het reeds gemelde, niet beter dat men Zuiker, Zwavel, enz. neeme voor het geen zy zyn, en tot hier toe waren, naamlyk voor Middelzouten, door Phlogiston omkleed, of, zo men wil, geneutraliseerd? Men stelt vast, dat Zwavel, Zuiker, enz. door Salpeterzuur gedecomponeerd worden; maar niet omgekeerd. Ik wil echter niet, dat men een nieuw gevoelen verwerpen moet, om dat het nieuw is; neen, men moet zich zo lang aan de oude grondstellingen vasthouden, tot zy, zelfs in het kleinste deel, kragteloos zyn gemaakt. Men kan alles zo goed, ja beter, verklaaren door het Phlogiston, dan door het zogenaamde Oxygéné, en dit bewyst dat de gronden voor het aanweezen des Phlogistons, door de Hypothese der Franschen, noch niet kragteloos zyn gemaakt; en, wat is toch de Koolstof (Carbone) der Franschen? - Is zy niet het Phlogiston, onder een anderen naam? ‘De Zwavel kan het Goud, en de warmtestoffe, het Oxygéné ontneemen; - decomponeert Leevenslucht, en maakt de warmtestoffe in deszelfs te zamenstelling vry; - decomponeert ook het Salpeterzuur; maar het Vitrioolzuur, welk door vereeniging met het Oxygéné ontstaat, wordt ook wederom door alle Metaalen, door Phosphorus, door de brandbaare grondstoffe des waters en Koolstof (Carbone), gedecomponeerd.’ Aanm. Het is waar, dat Zwavel de Leevenslucht decomponeert. Daar echter, volgens myne grondstellingen, de Leevenslucht geen Zuur, maar alleen warmtestoffe, in zich heeft, kan ze ook geen Oxygéné aantrekken, en de Decompositie geschiedt op de volgende wyze. Wanneer men brandende Zwavel brengt in Leevenslucht, dan trekt deeze het uitstroomend Phlogiston tot zich, gaat over tot Phlogistike Lucht (Stikluft), krimpt tot een engere ruimte te zamen, verliest haar gewigt; de Zwavel, echter, bevrydt van Phlogiston, verkrygt daar door aanwas, en komt tot het Zuur te rug. Ik kan niet begrypen, hoe het Vitrioolzuur door alle Metaalen kan gedecomponeerd worden, veelëer verbindt | |
[pagina 156]
| |
het zich met allen; doch onder eene verschillende behandeling, en is in zyn geheele weezen daar mede vereenigd; dus het ook met alle zyne eigendommelyke eigenschappen daar uit kan worden afgescheiden. - Het wordt niet door Phosphorus gedecomponeerd, maar laat alleen aan haar, om dus te spreeken, zyn loshangend gewaad over, - en kan het wel door ontvlambaare Lucht gephlogistiseerd worden? Door Koolstof (Carbone), of Phlogiston, wordt het niet gedecomponeerd, maar maakt deeze, na deszelfs hoeveelheid, tot Zwavelzuur of Zwavel. ‘Zilver wordt, by de oplossing in Salpeterzuur, verkalkt, en 'er ontstaat Salpeterlucht; hieruit volgt dat het Oxygéné nader met het Zilver vermaagschapt is dan met de Salpeterlucht, by aldien men echter Kwik mengt by deeze oplossing, dan neemt dit het Oxygéné, welk met Zilver vereenigd was, tot zich, en dit valt dan met een Metaalglans op den grond; uit dien hoofde staat de Kwik naast boven het Zilver.’ Aanm. Ik heb reeds, by de oplossing des Gouds, gezegd, op welk eene wyze ik de oplossing der Metaalen in Zuuren begrype. - Dat 'er, by de oplossing des Zilvers in Salpeterzuur, Salpeterlucht ontstaat, is een gevolg van de vereeniging van dit Zuur, in zyn geheele weezen, met het Phlogiston des Zilvers, maar niet, dat zich het Oxygéné aan het Zilver vast zet. By aldien het laatste waar was, dan moest men, by de behandeling van Zilver-Salpeter (Nitrum Argenti) in geslotene vaten, een met Oxygéné overlaaden Salpeterzuur konnen uitdryven, - en kan men dit doen? - Daar nu de Kwik het in Salpeterzuur opgelost Zilver met een Metaalglans praecipiteert, zo is dit geen gevolg van de afscheuring (Entreissung) van het Oxygéné, (want dan was de orde van Verwantschap niet goed geschikt, welke boven dien, by aldien men ook het gevoelen van lavoisier aanneemen wilde, niet wel geschikt is,) maar het neemt het Phlogiston der Kwik tot zich, en wordt op nieuw tot volkomen Metaal; wordende de Kwik dan in plaats van het Zilver opgelost. ‘Byaldien men Pis-Phosphorus doet by eene oplossing deezer verschillende Metaalen, dan proecipiteeren zy, zo als de Heer sage omtrent Kwik en Zilver heeft opgemerkt, in haaren Metaalglans; dus is de Phosphorus nader verwantschapt met het Oxygéné, dan Zilver, Kwik, Spiesglas-Koning, Wismut en Koper.’ | |
[pagina 157]
| |
Aanm. Ik heb reeds in myne verklaaring over het Phosphoruszuur, en deszelfs vereeniging aangemerkt, dat de vereeniging met Phlogiston, op verre na, zo vast niet zy, dan by Zwavel; des de Phosphorus zich veel eerder decomponeert en laat decomponeeren. Dit is ook de grondoorzaak waarom de Phosphorus, gedaan by eene oplossing van Metaal in Zuur, dat Metaal met een Metaalglans proecipiteert, maar niet in eene nadere verwantschap der Phosphorus tot het Oxygéné. Het oplossings middel wordt daar door vry, zo als ook het Phosphoruszuur. By aldien men het geproecipiteerd Metaal niet spoedig 'er uitneemt, dan werken beide Zuuren op dat Metaal, 'er ontstaat Salpeterlucht, en een gedeelte van 't Metaal wordt werkelyk in het Phosphoruszuur opgelost. ‘Geen een der Metaalen, welke onder de Phosphorus staan, laat zich in Phosphoruszuur oplossen: want, dewyl de Metaalen zich niet laaten oplossen, voor dat zy verkalkt zyn; dat is, zonder dat zy een gedeelte Oxygéné tot zich neemen, zo kunnen, om dat het Oxygéné meerder verwantschap heeft met Phosphorus, dan met Koper, Wismut, Spiesglas-Koning, Kwik, Zilver en Arsenik-Koning, deeze Metaalen niet door Phosphoruszuur verkalkt worden.’ Aanm. Alle deeze Metaalen laaten zich wel degelyk, wanneer zy vooraf fyn gevyld en met Phosphoruszuur gesmolten worden, in dit Zuur oplossen; derhalven valt deeze stelling van den Heer lavoisier geheel weg. ‘Onder de Metaalen staat de ontvlambaare grondstoffe, welke met Oxygéné het water maakt; volgens de tot hier toe bekende proeven, laat deeze vereeniging zich alleen door Zink, Yzer, Koolstof (Carhone), en de onbekende grondstof van het Zeezoutzuur, decomponeeren; even deeze zelfde scheiding gebeurt ook door, ons noch onbekende, middelen, by den groei der Planten, by de Wynagtige en rottende gisting.’ Aanm. By aldien men zeer zuivere, van al het aankleevend Zuur afgewasschen ontvlambaare en Leevenslucht, onder bekende handgreepen vermengd, verbrandt, dan gaat 'er een groot deel der warmtestoffe voelbaar verlooren; het verdund geweest zynde water der ontvlambaare Lucht wordt daar door hersteld, en de stoffe der vochtigheid van de Leevenslucht neemt zo veel Phlogiston, uit de ontvlambaare Lucht, tot zich, als hy tot palpabele vogtigheid, en om als | |
[pagina 158]
| |
water voor den dag te komen, nodig heeft; een gedeelte der Leevenslucht. echter, welke de warmtestoffe niet heeft verlooren, verzadigt zich met Phlogiston, en blyft als Phlogistike Lucht terug. Moest nu niet, volgens de Theorie van den Heer lavoisier, uit de vereeniging van het Oxygéné en Hydrogéné noodwendig Zuur, en geen Water, ontstaan? want, naar het voorgeeven der Fransche Scheikundigen, brengt het aanhangen van het Oxygéné, aan een of ander lighaam altoos Zuur te voorschyn. Of moet men de vereeniging deezer twee beginzelen, als 't ware, voor eene zoort van Middelzoutige verbinding aanzien, en by welk zoort van lighaamen plaatst men dan, in een Systema, het Water? Het is waar, dat water gedecomponeerd wordt door Zink, Yzer, Kool (Carbone,) ik voor my stel vast, dat deeze Decompositie geschiedt op de volgende wyze, maar geenzins door het veronderstelde Oxygéné. Wanneer de Waterdampen zich een weg baanen door de gloeiende Metaalen of Koolen, neemen zy het Phlogiston tot zich, en gaan over tot ontvlambaare Lucht. Een gedeelte des waters dringt in de, door het vuur verwyderde, Poriën, zet zich aldaar, of op de stof der vogtigheid, vast, doet de lighaamen opzwellen, waar door dan het Phlogiston noch meer, als 't ware, aan de Waterdampen eigen gemaakt, en het Metaal verkalkt, wordt. De hitte ontbindt de basis (angeëignet) van het Luchtzuur uit de Koolen, en breidt dezelve uit, waarby men teffens noch zuivere, en misschien ook Phlogistike, Lucht verkrygt, welker verschyning zich gemakkelyk laat verklaaren. De wyze, op welke de Planten het water decomponeeren is, naar myn gevoelen, deeze. Een gedeelte van het water, welke de Planten uit de Lucht en het Aardryk tot zich neemen, blyft daarby als voedsel; van het andere gedeelte zet zich het ontvlambaare op de bladeren en steelen, en geeft haar de kleur; maar de stoffe der vogtigheid, verdund door de warmte van het Aardryk en der Zon, gaat, als overvloedig, onder de gedaante van Leevenslucht, over in den Dampkring. De verbetering der Lucht door de Planten rust dan ook daarop: want, ik geloove als noch, dat de Planten niet alleen het water, op gezegde wyze, decomponeeren, maar zyn misschien ook in staat, de Phlogistike Lucht te decomponeeren, het Phlogiston aan te trekken, en de Phlogistike Lucht vry te | |
[pagina 159]
| |
maaken, en dit Mechanismus geschiedt misschien des avonds en in den nacht; de daauw en de koelte zyn daar de gevolgen van. ‘De Kool (Carbone) decomponeert het Salpeterzuur, en het Zeezoutzuur, waar zy overlaaden zyn het Oxygéné; decomponeert de Lucht, en scheidt de warmtestoffe daar af; decomponeert Zwavel, Vitriool, Arsenik en Phosphoruszuur; herstelt de Metaalen; decomponeert het water in deszelfs samenstellende deelen, en maakt (bildet) dus Vastelucht, zo als by andere decompositien, Zwavel, Phosphorus, Arsenik-Koning en glanzende Metaalen te rug blyven.’ Aanm. Omtrent deeze §. heb ik verders niets te zeggen, dan dat men, in plaats van decomponeert, zet, stelt te zamen, en dan zal men konnen zeggen, en maakt dus Phlogistike Salpeter- en Zoutzuur Phlogistike Lucht, Zwavel, Arsenik-Koning, enz. |
|