| |
By den aanvang van het jaar 1792.
Tot hier toe heeft ons de Heere geholpen.
samuel.
Geachte Nederlanders!
Daar ziet gy weder een Jaar verdweenen, een onherroepelyk Jaar voorbygegaan! - en zyt een schrede nader gevorderd tot dat geen, dat wy allen te gemoet gaan, en - dat niemand nog door rykdom, nog door eer, nog door macht kan ontwyken! gy ziet het, boven zoo veelen uwer natuurgenooten, die reeds, door de dood, na de Feuwigheid zyn weggenomen, en - hoe toont u deeze dag weder de uitsteekendste blyken van Gods voorzorg, en liefde voor u! hoe wordt gy hierdoor, meer en meer, in het gevoelen bevestigd, dat God, uw liefderyke Vader en Weldoender is. - Hy bewaart u nog in deeze sterflykheid, op dat gy u voor de onsterfelykheid zoude schikken! en - is dit begonnen Jaar wel iets anders, dan een vrywillig geschenk, uit de hand des grootsten Weldoeners; of - hing het niet geheellyk van Hem af, die Waerelden scheppen, en Waerelden in één oogenblik vernietigen kan! dat wy ons, met den aanvang van dit Jaar, gezond, en vrolyk gevoelden! Had Hy ons, in het ver- | |
| |
loopene Jaar, niet ten duisteren Grafkelder kunnen doen wegdraagen! was het Hem niet, even zoo ligt mooglyk, het bloed, dat nu nog door onze aderen rolt in zynen loop te stuiten! Ja gy, voor wien het verloopene Jaar, een Jaar, van zegen, voorspoed, en Welvaart was, gy inzonderheid, hebt dubbele reden van dankzegging aan Hem wiens zegen ryk maakt! Dan - mooglyk zullen sommigen myner Landgenooten zeggen, hoe! wy hebben geene reden van dankzegging - veele zyn voor ons de tegenspoeden in het verdweenen Jaar geweest: de kelk van ons lyden was vol - ten boorden vol - doch Nederlanders! wat klaagt gy - gy murmureert, die gisteren nog niet was, en - morgen, zal vergeeten zyn: het is God, die elks deel heeft verordend, de Alwetende, de Almagtige - de wegen Zyner Aanbiddelyke Voorzienigheid zyn duister, - - maar goed! den Mensch is het weessel zyner lotgevallen onbekend: maar; een Wyze Hand, bestuurt den loop uwer dagen: ô! gewislyk de Eeuwige telde alle de hairen op uw hoofd: ja - weet, dat 'er
millioenen schepselen, beklagenswaardiger zyn, dan gy. Edoch - die God, die u, in het afgeloopene Jaar, uit den bittren rampkelk heest doen drinken, kan u in dit begonnen Jaar, zelfs aan de grenzen van uw leven, nog de hoogste blydschap schenken: hy kan, door zyne Vaderlyke Hand, in 't einde nog uwe traanen afdroogen - houdt moed! was u een treurig Jaar beschoren, even heerlyk zal voor u, eens op den morgen eenes beteren levens, de Zon opgaan! Dan, - inwoonders van dit land, wat klaagt een levendig Mensch! een ieder klaage van wegen zyne Zonden! hoedanig was uw gedrag, ten aanzien van uwen God! - uwen naasten, en - u zelven! allezins ondankbaar, ongodsdienstig, als zonder God in deeze Waereld leevende, behandelde gy zynen heiligen dienst als onverschillig: 'die hartgrondige iever voor den dienst van uwen God, waardoor uw Vaderland verheven is geworden, is niet meer te vinden, - het is te laag - het valt niet in den smaak, Godsdienstpligten te verrigten! Neen, ongeloof, en - spotterny speelt thans haaren rol: en, gaat gy dus voort, ontwyfelbaar zeker, zult gy eens daarvan de wrange vruchten smaaken: - dan - verder! - hebt gy ook met uwen naasten zoo gehandeld, als gy gaarne an hun wenschte behandeld te worden! Laat ik u slegts vraagen! heeft eene strikte Regtvaardigheid by u plaats gehad! - hebt gy Weldadigheid geoeffend aan hun, die gebrek hadden! kend gy u zelven vry van knevelary en onderdrukking! - hebt gy het loon van den - voor u slaavenden arbeider, niet beknibbeid, wel ten vollen voldaan? - hebt gy niet gezegd tot uwen naasten! gaa heenen, en morgen zal ik geeven! terwyl het in het vermogen uwer hand was, het te doen! wat zult gy, hier op antwoorden! kunt gy ieder verstreeken oogenblik, met vreugde, zonder schaamte en berouw u herinneren, en - | |
| |
zeggen, ik ben rein van alle deeze dingen! Ja, - om nog meer te zeggen - hoe is onze Vaderlandsche Zedigheid veranderd in losbandigheid, - de
naarstigheid, in luiheid, - de spaarzaamheid in verkwisting en die allerverregaandste Mode-zucht, die Huisgezinnen doet ten gronde gaan! - 't moet immers, alles naar den smaak, naar de Mode zyn - dus - hebt gy uw Vaderland zien opryzen door destige Zedigheid! door losbandigheid, en verwyfdheid zal het te gronde gaan! Doch Landgenooten! wenscht gy egter, dat dit begonnen Jaar, voor u van zegen zy: wat is dan pligtmaatiger, dan dat gy u zelven vraagt, wat u te doen staa, om - de gunst der hoogste Goedheid te erlangen! maakt door uw gedrag de Zegeningen des Hemels u waardig - dat Godsdienstige verrigtingen uw Sieraat zy. - Tracht alles in het werk te stellen to welzyn van uw lieve Vaderland, en deszelfs Medeburgeren, - helpt hun, die gebrek hebben, droogt de traanen der bedroefden, bevordert door uw raad en daad de luisterryke Instandhouding van alle Maatschappyen, tot nut van 't algemeen ingerigt. - Stelt alles in het werk, wat strekken kan, ter behoorlyke opvoeding van het aankomend geslacht: boezemt de jonge Jeugd edele beginselen in, opdat zy in den volgenden tyd, ter Eere van hunnen Schepper, en ten wezentlyken nutte van hun Vaderland mogen leeven: en - tracht altoos door naarstigheid, ingetogendheid, en eenen regt Zedelyken Wandel, aangenaam in de oogen van uwen God te zyn, - dan zal die God, die met eenen wenk Koningryken kan vernietigen - Gemeenebesten omkeeren, zyne oordeelen van uw afwenden, en - ten goede aan u gedenken, ja, gy zult in eene dubbele mate van hem gezegend worden, uwe kudden zullen by duizenden werpen, by tien duizenden vermeenigvuldigen op uwe hoeven, uwe kielen zullen vol, en - ongestoord, ter plaatze hunner bestemming aanlanden, uwe winkelen zullen, den eenen voorraad na den anderen uitleveren! en, gy zult in alle opzigten ondervinden, de zegenende Hand van den aanbiddelyk Wyzen, maar tevens goeden, bestuurder van ons lot.
En Gy, o God, en Vader van alle menschen! die ons Vaderland, ver, boven onze verdiensten, met uwe weldaden zegent - die ons weder een Jaar, in uwe gunste, gespaard hebt, ons, naar den geest, en het lichaam, met uwe goedertierenheden omringt, en meer zegen hebt laaten ondervinden, dan wy van u hoopen, of - verwachten konden! Gy zyt het, in wien zich de gantsche onafmeetbare schepping verheugt! 't zyn uwe goedertierendheden, dat wy nog niet vernield zyn, en, uwe bermhartigheden, dat wy nog geen einde hebben: 't is op uwen wenk, dat wy dit nieuw begonnen Jaar aanschouwen - alle de treffende blyken uwer gadelooze menschenliefde overal gewaar worden: en - hoofd voor hoofd; dagelyks aan ons zelven ondervinden: Dank - vuurige, hartlyke dank, en de hoogste lof, worden u, door ons toegebracht: hebt gy
| |
| |
ons Vaderland meer Zegen geschonken, dan het verdiende! laat het u dan niet mishaagen, dat wy het zelve, met den aanvang van dit Jaar, aan uwe genadige Bescherming nogmaals eerbiedig opdraagen! bewaar, ô God, ons Vaderland, voor alle gevaaren, en onheilen, die het zelve zouden kunnen naderen, en treffen: - neem het zelve onder uwe goedertierene bescherming: laaten vrede, en eendragt, belanglooze Vaderlandsliefde en Burgertrouw, zich telkens verder onder ons uitbreiden; dat elk de kragten en vermogens, welke gy hem geschonken hebt, voortaan, op de waardigste wyze gebruiken, - in alles hunnen pligt trachten te volbrengen: - staag wyzer en beter worden, en - allezins gelaaten berusten in het lot, welk ons, onder uwe wyze en goede Regeering, te beurt valt! laat elk regtgeaart Vaderlander steeds bedenken, dat het begonnen Jaar ons opwekt - toeroept, om onze verplichtingen, jegens u, onze medemenschen, en ons zelven te vervullen, - om met veruieuwden yver den weg van deugd te bewandelen, en alle onze lichaamskragten, en Zielsvermogens tot anderer, en onzer eigen Welvaart, aan te leggen en te besteeden:
Dan - Heilige God! hoe zeer moeten wy met schaamte te rugge zien op onze gebreklykheden en verzuimenissen, op onze zonden, die veele zyn! - Vergeef, o God! den Inwoonderen des Lands alle derzelver overtredingen: - geeft, dat wy voortaan aan onze goede voorneemens getrouwer beantwoorden, - - de kragten van ons lichaam, en onzen geest waardig gebruiken, - de noodige bezigheden onzes levens, yveriger en vlytiger verrigten, en - zoo veel goeds op aarde stigten, als onze vermogens gehengen! opdat wy uwer genade en goedertierendheid steeds waardiger worden. - Och! dat ons Vaderland, onze geschokte Republiek met alle deszelfs duurgekogte Voorregten, en wy - altoos waardige voorwerpen uwer gunste, en genade mogen zyn en blyven: - dat het ons, en onze Kinderen, en den Lande altoos wel gaa: laat de Koophandel, die zenuw van onzen Staat, altoos groeijen en bloeijen: - laat elk arbeidzaam Burger, van zyn eerlyk bestaan, eenen ruimen zegen genieten, ter instandhouding en ondersteuning, van zich en de zynen: - Zegent in allerleie opzigten de Handhavers van alle nuttige Kunsten en Wetenschappen, ten nutte van het Algemeen, en - laaten wy door welvaart en milde voorspoed vergezeld, het goede van dit leeven smaaken, en - dus onze Jaaren in vergenoegdheid ten einde brengen, - en laat ons, door uwe kragt gesterkt, in opregtheid voor uw aangezigte wandelen, en - deugdzaam zyn.
met zy zoo - -
J.D.V.
Rotterdam,
den 1 January 1792. |
|