Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1792
(1792)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijBeknopte Geschiedenis der Fransche Staatsomwenteling, door J.P. Rabaud. Uit het Fransche vertaald. Vercierd met zes Konstplaaten, naar de tekening van den Heer Moreau, en ophelderende Aanmerkingen der Vertaalers....Et l'Univers reconquerant ses droits
Limitera bientôt la puissance des rois.
Te Parys by H, Jansen, en te Leyden by A. en J. Honkoop, 1792. In gr. 8vo. Eene Gebeurtenis, zo groot in zich zelve, en van onberekenbaare gevolgen, als de Fransche Staatsom- | |
[pagina 561]
| |
wenteling, wekt onvermydelyk veelen op, om dezelve te beschryven; en ontbreekt het niet aan vaardige pennen om ze uit vreemde Taalen in 't Nederduitsch te brengen. Aan deeze beknopte Geschiedenis in 't Nederduitsch te kleeden, hebben meer dan één in Frankryk gearbeid; op den Tytel en aan 't hoofd der Voorreden ontmoeten wy het meervoudig getal. Zy bevinden zich in Frankryk, althans het Werk is te Parys gedrukt: jammer, in de daad, dat een zo schoone Druk ontluisterd wordt door zo veele drukfeilen, die meer dan vier bladzyden beslaan, en boven welke zwarte lyst, de Leezer verzogt wordt, ‘Indagtig te zyn, hoe moeilyk het valt, om hier te lande iets in de Hollandsche taal te doen drukken, en, om deeze reden, het getal der Drukfeilen met een inschiklyk oog aan te zien.’ Uit de Voorreden der Vertaalers blykt, dat zy yverige Voorstanders der Vryheid zyn. ‘De aanmerkingen, welke zy, ter betoon daarvan bybrengen, hebben,’ gelyk hunne betuiging luidt, ‘ons met lust en yver de hand aan 't werk doen slaan; immers wy ook zyn Vrienden der Vryheid; wy beminnen haar, en zullen haar getrouw blyven; zy moet ons waard zyn, zy komt ons duur genoeg te staan.’ Een wenk, genoegzaam om te doen kennen aan hoedanige Hollanders wy deeze Vertaaling verschuldigd zyn. - Wat het Werk zelve aanbelangt, ‘het zelve is,’ om de woorden der Voorredenaaren te bezigen, ‘getrokken uit eene Verzameling, uitgegeeven door den Heer rabaud, een Man van zonderlinge Verdiensten, welke afgezonden ter eerste Volksvergadering, en, te Nimes in Languedoc, Leeraar der Hervormde Gemeente geweest is; zyne deugden en bekwaamheden hebben op beide plaatzen uitgeblonken, en de Leezer kan in dit Werk zelve 'er zich eenig denkbeeld van vormen. Wy hebben, uit die Verzameling, dit eenige stuk getrokken; wyl dit ons toescheen thans meer algemeen van nut en aanbelang te kunnen zyn. Indien onze welmeenende pooging nuttig geoordeeld wordt, zullen wy vervolgens andere even belangryke stukken aan onze Hollandsche Medeburgeren aanbieden.’ De Heeren Vertaalers hebben 't zelve doorgaands met agter aangevoegde, en in den Text aangeweezene, Aantekeningen verrykt, en zomtyds tot wederlegging, doch | |
[pagina 562]
| |
die, over 't algemeen, ter staaving en aandrang strekken van 't geen de Heer rabaud gezegd hadt, en zyn dezelve, voor geen gering gedeelte, met eene vuurige pen geschreeven, ter opheldering eens Werks, welks aanvang luidt: ‘Ik stel my voor, om de Geschiedenis der Staatsomwenteling in Frankryk, in een kort bestek, te besluiten, ten einde zy, geschikt naar de bevatting van alle Leezers, en zonder moeite door alle Landen verspreid zynde, de indrukken uitwisschen, (dit is onder de Drukfeilen niet opgetekend, en moet uitwissche zyn) welke de Vyanden der Vryheid hebben trachten uit te strooijen. De nakomelingschap alleen zal onderrigt kunnen zyn van de geheime beweegredenen, aan welke men de byzondere Gebeurtenissen moet toeschryven, welke in groote menigte den loop der Omwentelinge hebben aangezet en verhaast, doch de algemeene oorzaaken klimmen hooger op. Zy was door den loop der ondermaansche Gebeurtenissen voorbereid, en de onvermydelyke oproeping der Algemeene Staaten (Estats Généraux) riep, als 't ware de daar opgevolgde Staatsverandering op. Indien 'er iets is, 't geen de bewondering der Vreemdelingen moet bewerken, is het de gelukkige wyze, op welke zy bestuurd is geworden, te midden van zo veele verhitte driften en tegenstrydige belangen. Twintig maalen scheen het Schip van staat door den storm te zullen verzwolgen worden, en twintig maalen ontkwam het de schipbreuk, door de sterkte van zyn gevaarte, en het beleid der stuurlieden. De Geschiedenis dier drie merkwaardige jaaren levert ons een tooneelstuk op, 't geen zyn begin, midden en einde, gehad heeft. Byzondere belangen leverden in 't zelve hinderpaalen op, welke verydeld wierden, of door 't gezag van het wetgeevend Lichaam, of door de magt en onwederstaanbaare drift der Natie zelve, tot den dag toe, op welken de Koning, door het aanneemen der Regeeringsvorm, de ontknooping van dit luisterryk tooneel te wege bragt.’ Hier uit ziet de Leezer, welk een Tydperk het van de Staatsomwenteling beschryve; hoe de Eerw. rabaud de saint etienne tot de eerste oorsprongen opklimme; oorzaaken van eenen geheel anderen aart, en weezenlyker, dan wy in een ander Frânsch Werk aantreffen, waar die groote Omwenteling beschreeven wordt, als te | |
[pagina 563]
| |
wege gebragt door het Dierlyk Magnetismus van eenen mesmer, en den invloed van eenen cagliostroGa naar voetnoot(*). Hy, die, als Wetgeever en Redenaar, in de Nationale Vergaaering zich zo zeer deedt kennen, betoont zich geen min bekwaam Geschiedboeker van eene Gebeurtenis, om welke tot stand te brengen, hy zo veel gedaan heeft. Zyne welversneede penne stelt, van elders reeds meestal bekende, Gebeurtenissen op de belangrykste en inneemendste wyze voor. Zyn vuurige schryftrant doet ze ons, hoe bekend, met genoegen leezen: wy vinden ons als op de plaats tegenwoordig. Waarlyk hy mag, ten slot van alles, schryven: ‘Te eeniger tyd zullen wy meer omstandiglyk Gebeurtenissen kunnen ontwikkelen, welke zo belangryk voor het Fransche Volk zyn, en tot welke het in 't algemeen medegewerkt heeft; ons voorneemen is thans alleenlyk geweest, om een vluchtig tafereel der Staatsomwenteling te schilderen, even als men een gevecht beschryft, 's daags naa dat het voorgevallen is. Gemeene Waarneemers hebben in dit verwonderlyk tooneel, 't welk Frankryk aan Europa vertoond heeft, niets opgemerkt dan eenige menschen tegen elkander verbitterd, en sommige driften tegen andere driften kampende. Maar verlichte Mannen van alle Landen hebben ligt bespeurd, dat deeze zaak die van 't geheele Menschdom is, en hunne harten zyn aangedaan geweest door de verwagting van de uitkomst van deezen stryd. Het Menschlyk Geslacht kan, geduurende eenen geruimen tyd, vernederd en verlaagd worden in Landstreeken, waar slechts één heerscher, één meening, ééne wet, en één boek is, vermids de dwinglandy, dien gemaklyken teugel in handen hebbende, voor altoos kudden van menschen onder het juk houdt, wier vernuft geen voortgang maakt. Dáár is het eene misdaad van gevoelen te veranderen, wyl men, dusdoende, in de daad, den meester en de wetten wederstreeft. Maar by Volken, welke leezen en denken, ontwarren zich de menschen op eene ongevoelige wyze uit de netten der onkunde en der dwaaling, welke nog nadeeliger is om onfeilbaar tot de waarheid te geraaken: want 'er zyn geen paalen, welke de volmaaking van ons ver- | |
[pagina 564]
| |
stand begrenzen. Dáár is het eene deugd om van gevoelen te veranderen: wyl dit, in de daad, moet heeten het juk der dwaaling af te werpen; dáár zyn de tyrannen der vryheid van denken de haatlykste aller stervelingen; wyl men hen beschouwt als vyanden van het menschlyk geslacht, wiens vorderingen zy zouden willen vertraagen; zy verlaagen, zo veel in hun is, het meesterstuk der schepping. De Fransche Staatsomwenteling is, derhalven, het voortbrengzel geweest der verlichtheid, welke by dit Volk, meer dan by anderen, tot alle Classen der Ingezetenen was doorgedrongen. Zy is begonnen op het oogenblik, toen de menschen hebben beginnen te denken. De misslagen van drie Regeeringen hebben haar doen ryp worden; de wederstand der bevoorregten heeft haar verhaast, en der Franschen driftige stoutmoedigheid heeft haar volbragt. Toen bacon zyne eerste proefneemingen in 't werk stelde, toen montagne zyne twyfelingen opperde, toen bayle zich tot de algemeene voorspraak der Wysbegeerte opwierp, voorbereidden zy reeds de Fransche Staatsomwenteling. Doch het licht der rede is het eigendom aller Volken in alle Gewesten, en het is boven de magt van eenig Vorst, of eenig Lichaam, om heeden deszelfs voortgang te stuiten. Zy zal derhalven in haaren arbeid voortvaaren met die bedaardheid, en die omzigtigheid, welke de Gebeurtenissen ryp maaken, zonder dezelve te verhaasten; en terwyl Frankryk den hevigen stryd voleind, in welken het gewikkeld is, zullen de Volken van Europa, niet zonder aandoening, deszelfs luisterryk lot zien volmaaken, aan 't welk dat van het Heelal verknogt is.’ Wat den tegenstand van vreemde Mogenheden betreft, daaromtrent hadt de Heer rabaud kort te vooren zich dus uitgelaaten: ‘De Buitenlandsche Hoven zullen onze Staatsvorming, of niet of al, erkennen, naar maate hunne Staatkundige inzigten hen zullen doen hoopen of wanhoopen, om, onzen buit onder hen te verdeelen. - Maar de magt der Fransche Staats-hervorming zal door haare eigene kragt aan alles wederstand bieden; want zy is het gewrocht der Eeuwen, der Natuur, der Rede en der Magt!’ Zeer juist is de aanmerking van den Schryver, als hy, naa geschreeven te hebben, dat de Koning eindelyk het | |
[pagina 565]
| |
Fransche Staatsgestel aannam, en deeze beruchte stap het zegelmerk op de Omwenteling zette, te nederstelt: ‘Buiten twyfel zyn wy nog geschokt; de Bevoorrechten zullen nog middelen vinden om onze rust te stooren, en onze brandende drift voor de Vryheid zal nog een tyd lang het wantrouwen, ja zelfs de buitenspoorigheden, welke dezelve vergezellen, gaande houden;’ - Buitenspoorigheden, ja, deeze worden in de beknopte Geschiedenis niet verzweegen, maar met gepaste kleuren voorgesteld; en de Vertaalers hebben, in hunne veelal gewigtige Aantekeningen, 'er hoogzels en diepzels aan gegeeven, die ons dezelve in een nog sterker licht doen voorkomen, en maaken zy te deezer plaatze by het woord Buitenspoorigheden de volgende Aantekening, die met het slot ten voorbeelde zal kunnen strekken van hunnen schrystrant: ‘Men kan dit niet ontkennen, overal, waar de vryheid haaren throon wil vestigen, vallen hevige schokkingen voor, en dit is in de natuur der zaak gelegen. De Vrienden der Vryheid zullen in ééns alie misbruiken uitrooijen, alle nuttige instellingen invoeren, en vaaren voort zonder eenige bypaden te willen betreeden. Aan de andere zyde ziet men, dat de talryke schaare der aanhangelingen van de dwinglandy alle kragten inspant, om dit heilzaam oogmerk te verydelen. Uit deezen geweldigen schok moet noodwendig een hevige stryd ontstaan, en wee hem, die de nederlaage heeft! Echter verdiende eene zo gewichtige zaak met koelbloedig en ryp beraad overlegd te worden; doch waar zal men dit vinden? Misschien levert Noord-America 'er het eenig voorbeeld van op. - Men moet geenzins de zaak der Vryheid beoordeelen naar de beweegingen, welke zy veroorzaakt, of het bloed, 't geen zy gekost heeft; die berekening zou even ongerymd als onregtvaardig zyn: want 'er is nimmer een despotisch gezag gevestigd, 't geen niet oneindig meer bloeds heeft doen storten; alle geschiedenissen zullen deeze stelling billyken. - Doch men moet in 't oog houden, welke onschatbaare voordeelen de Vryheid aan het algemeen verschaft; hoe zeer zy overeenkomt met de Wetten der Godheid en de Regten des Menschdoms; men moet nagaan welke rampen de Tyranny by alle Velkeren, in alle Landen, in alle Eeuwen, veroorzaakt heeft; en dan zal men voorzeker moeten toestemmen, dat de Albe- | |
[pagina 566]
| |
stuurder, de Almachtige, welke zyne schepzelen tot geluk en welzyn gevormd heeft, ook nooit heeft kunnen begeeren, dat dezelve ten prooi van eigendunklyke Heerschzugt zoude worden. Hy leeft, hy regeert, hy is de Weldoener aller Stervelingen, en de God der Vryheid!’ Hoe zeer het reeds vermelde kunne strekken, om den Leezer den aart deezes Werks te toonen, zal het, egter, voegen, iets te ontleenen, waarin de schryswyze van den Heer rabaud, als hy de geschiedenis verhaalt, blyke. Wy neemen daar toe de verovering der Bastille. De Volkswapening beschreeven hebbende, vervolgt hy: ‘Ter zelfder tyd zond de Volksvergadering Afgevaardigden tot den Koning, om hem van het gevaar te verwittigen, 't welk de algemeene zaak liep, indien de Krygsbenden niet van Parys verwyderd wierden, en de Gedeputeerden booden aan om zich in de Hoofdstad tuschen die beiden te begeeven. Doch de Koning antwoordde hen, dat hy alléén over de noodwendigheid dier trospen konde oordeel vellen, dat hy in deeze schikkingen geene verandering zoude maaken, en dat het onnoodig was, dat de Afgevaardigden zich naar Parys zouden begeeven, waar hunne tegenwoordigheid niets nuttigs zou uitwerken. Toen besloot de Vergadering, dat de Heer necker, en de overige Staatsdienaars, die nu verzonden waren, haare achting en nabeklag medevoerden; dat zy onophoudelyk zoude aandringen op het verwyderen der Krygsbenden, en de instelling der Burgerwapening, en verklaarde, dat 'er tusschen haar en den Koning geene magt verder konde bestaan; eindelyk stelde zy de tegenwoordige Staatsdienaaren voor alle toekomende Gebeurtenissen verantwoordelyk, en dreigde met de wraak der Wetten een elk die het onteerend woord van Bankbreuk zou herleeven doen. Zy besloot eindelyk, den geheelen nagt door, haare zitting te doen duuren. Echter waren zo veel moeds en zo veele vereende poogingen van het Volk en zyne Vertegenwoordigers niet bekwaam om het Hof te doen besluiten, om van deszelfs opzet afte zien. De weigering des Konings, welke de Volksvergadering met leedweezen vernomen hadt, vervulde Parys van wanhoop. Zyne Inwoonders geloofden, dat hunne vyanden voorgenomen hadden om hen te vernielen, en zy beslooten, om te verwinnen of te | |
[pagina 567]
| |
sterven. Toen kwamen uit dien aangehitsten hoop eenigen dier moedige mannen te voorschyn, welke in voornaame gelegenheden byna nimmer ontbreeken, en die zich als dan natuurlyker wyze in de plaats stellen, tot welke zy geschikt zyn. Verscheidene stemmen doen zich hooren; zy roepen uit, dat 'er noch vrede noch vryheid zal zyn, zo lang de Bastille in weezen blyft. Duizenden anderen herhaalen dit, en men hoort niets anders dan dit geschreeuw, dat men de Bastille veroveren moet. Launay, welke het bevel in deeze schrikbaarende Vesting voerde, hadt zich, in voorraad, tot deszelfs verdeediging voorbereid, en bevelen van berenval bekomen, om vol te houden tot hy hulp erlangen zoude. Doch hoe kon hy wederstand bieden aan de aandrift der Franschen, en aan de moedige hardnekkigheid van een groot gedeelte van Parys, 't geen de Wallen dier Vesting kwam bestormen? Men sommeert hem tot de overgave, hy veinst die toe te stemmen; de burgeren worden op de eerste binnenplaats ingelaaten, en 'er wordt op dezelve geschooten. Toen. steeg de woede der geenen, welke buiten stonden, ten hoogsten top, en weldra verbraken de voorste reien Burgers, met heldenmoed, de ketenen der Ophaalbrug, en neemen in eenige uuren tyds deeze plaats in, welke een gedugt leger met den grooten condé aan 't hoofd, drie-entwintig dagen lang zonder vrugt belegerd hadt. De Gedenkschriften der Natie hebben hunne naagedagtenis vereeuwigd, onder de algemeene benaaming van Verwinnaars der Bastille. Launay wordt gevangen gemaakt, en na het Stadhuis gebragt, tusschen eene ontzaglyke menigte van 't vergramde volk; zyne begeleiders betoonen evenveel moeds ter zyner bescherming, als in de verovering van die gedugte Fortres; maar na een uur met veel moeite en tegenstand doorgedrongen te zyn, wierd launay onder aan den trap van het Stadhuis, op het oogenblik toen hy in veiligheid gebragt stondt te worden, vermoord. Te zelfder tyd werdt ontdekt, dat de Heer de flesveles, Groot-Provoost van Parys, met launay het eens was geweest; men stelt hem dit op het Stadhuis voor oogen; hy sluipt weg; doch op het eind der plaats ontvangt hy een Pistoolschoot. Het hoofd wordt hem afgehouwen, en die | |
[pagina 568]
| |
bloedige kop met dien van launay worden op een piek door Parys omgedraagen.’ De Vertaalers maaken hier op deeze overschryvenswaardige Aantekening. ‘De trouwlooze handelwyze van den Gouverneur billykt de wraak der Burgeren. Zy was des te rechtvaardiger, wyl de overgave reeds, door het uitsteeken van een wit Vaandel, aangekondigd was, en dat men, door deezen verraaderschen trek, de belegeraaren op het binnenplein gelokt, en veelen van hun nedergeschooten hadt. Het ware nogthans te wenschen geweest, dat men hem gespaard en gerechtlyk verhoord hadt; als wanneer men bezadigder te werk zoude gegaan hebben, en misschien meer lichts zou hebben kunnen verkrygen. Dus doende zou men ook onschuldig bloed gespaard hebben, dat naamlyk van den braaven Groot-Major, welke steeds gestemd heeft om de Bastille aan de Burgeren in te ruimen, en wiens kop niet te min, even als die van launay, op de Place de Gréve afgehouwen en op een piek rondgedraagen is, en dat van twee onschuldige Soldaaten der Invalides, welke, met weerzin, ter verdeediging van de Vesting hadden moeten dienen, en zelve de deuren aan de Burgeren geopend hadden; doch, in de woede van den eersten aanval, jammerlyk wierden mishandeld, en vervolgens op de bovengemelde Strafplaats opgehangen. - Dit tafereel doet yzen; men verfoeit te recht de buitenspoorigheden van een onzinnig gepeupel; doch leveren niet de geschiedenissen aller Volkeren dusdanige bloedige toonelen op? En, om niet verder uit te weiden, is 'er iets afgryslyker uit te denken dan de moord der Gebroeders de witt. - Wy schuiven het gordyn der duisternis over de onmenschlykheden, welke die twee Staatsmannen verduurd hebben; doch alle eeuwen zullen van die barbaarschheid gewaagen. Wy moeten, derhalven, de Fransche Natie niet van bloeddorstigheid beschuldigen, daar wy zelve zulke hemeltergende Gruweldaaden begaan hebben.’ |
|