Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1792

Verhandelingen uitgegeeven door den Oeconomischen Tak van de Hollandsche Maatschappye der Weetenschappen te Haarlem Eerste Deel. Vervattende de Verhandelingen over den Landbouw van de Jaaren 1778-1789. Te Haarlem by C. Plaat en A. Loosjes Pz., 1790. In gr. 8vo.

Dit Eerste Deel bevat veertien Verhandelingen, alle tot den Landbouw of Veeteelt, betrekkelyk:

No. 1. Is over de Castanjeboomen, en wel met oogmerk, om in ons Land even zo goede Castanjen in eene genoegzaame hoeveelheid aan te kweeken, als men van buitenlands gewoon is te gebruiken.

2. Is een Antwoord op de Vraag over een Tinctuur, in plaats van de Tournesol, en wel om de Kaas daar mede te verwen. De opgegeeve bereiding uit de Klaproozen is gemaklyk en onkostbaar.

3. Antw. op de Vraag, over het Voeder van het Rundvee, in Maart en April groeijende. Van allen ten dien tyd enog bekende Voeders, heeft de Schryver bevonden, dat de Roomsche Aardappelen de beste en voordeeligste waren, wier wyze van pooten en bewerking teffens beschreeven word.

4. Antw. op de Vraag, over het Voortteelen der Byen, derzelver Ziekten, enz. In dit zeer wel geschreeven Stukje, worden, eerst, eenige middelen aan de hand gegeeven, om de Voortteeling der Byen te bevorderen, onder welke geen der minste is, om dezelve in het najaar, by het ledigen der Korven, niet te dooden, waar toe een gepast middel aan de hand gegeeven word; ten tweeden worden 'er ter voorkoming der Ziekten, onder de Byen,

[p. 545]

negen verschillende, doch alle zeer nuttige, lessen voorgeschreeven; in het derde gedeelte worden de geschiktste plaatzen tot het verzamelen van Honig, op gezette tyden van het jaar, aangeweezen; waar uit men teffens zien kan, op welke planten en boomen de Byen met het grootste voordeel kunnen aazen: in het vierde word het voordeelig gebruik, dat men van het honigwater kan maaken, aangetoond; het vyfde gedeelte van dit Antwoord is ingerigt, om de gevoeglykste middelen aan te wyzen, om onzen Inlandschen Honig, zo naby mooglyk, aan den Marseliaanschen te brengen, waar toe drieërlei middelen als noodzaaklyk opgegeeven worden.

5. Antw. op de Vraag, op het beplanten van Duinen of Geestgronden, dat dezelve in de drie eerste jaaren, Klaver, Boekweit, enz. of eenige andere Graanen, uitleveren, en in een goeden staat blyven. In dit Stukje word een volledige beschryving gegeeven, van de handelwyze door den Inleveraar gehouden, met omtrent tien morgen Heide-veld, gelegen in den omtrek van Apeldoorn, zo wel ten aanzien van het bebouwen en bruikbaar maaken van dien zeer harden en steenachtigen grond, als ook van het geen dezelve in de eerste jaaren opgeleverd hebben; alles vergezeld met eenige zeer goede voorschriften, om zich daarvan ook met voordeel op andere gronden te kunnen bedienen.

6. Behelst een tweede Antwoord op de Vraag, van No. 4., welke schoon minder aan de opgegeevene vraag, ten aanzien van de Ziekten, enz. der Byen voldoende, evenwel eenige nutte voorschriften met betrekking tot de Honig, het honigwater, en voornamelyk van de Wasch, oplevert.

7. Wyst het gebruik aan van een nieuw uitgevonden Hooi-Egge, welker maakzel, gebruik, en het voordeel, dat men daar mede doen kan, kort en duidelyk aangetoond word.

8. Zyn twee Antwoorden op de Vraag, over het uitroeijen van Hop. Het middel zelve is om de jonge planten uit te trekken, en om dit met het beste gevolg te doen, worden daar toe de plaatzen, de wyze hoe, waar by teffens een zeker werktuig opgegeeven word, en de tyd, wanneer zulks dient te geschieden, aangeweezen.

9. Behelst twee Antw. op de Vraag, over het teelen van Aardappelen uit Zaad, waarvan de behandeling zo

[p. 546]

wel ten opzigte van de zaaijing, verplanting, de manier om het Zaad in te winnen, als ook de vrugtbaarheid, gemeld word.

10. Is een Bericht, wegens een middel ter geneezinge der Koeijen, die na het Kalven blyven liggen, en niet kunnen staan. Dit bestaat in zodanig een beest met warm gemaakte Genever en Brandewyn, in gelyke hoeveelheid onder een gemengd, van de klaanwen af tot het lyf toe, te wasschen en te wryven.

11. Antw. op de Vraag, over het voorkomen of geneezen van het Kankeren, inzonderheid der Vruchtboomen, is eene goede Verhandeling over dit ongemak, en geeft ter wegneeming het insnyden, op eene aangeweezen manier, en ter behoorlyker tyd gedaan, als het beste middel op.

12. Antw. op de Vraag, over de voordeeligste en zekerste manier om hooge Zand- of Geestgronden met Hout te beplanten: dit bestaat voornamelyk hier in, om vooraf te beproeven, welk hout op deeze of geene gronden het best wortel vatten en tieren wil.

13. Antw. op de Vraag, over het uitroeijen van het Onkruid, Rossement genaamd. Het middel, hier toe dienstig, bestaat in Schoorsteenroet, waarby de handelwyze beschreeven word.

14. Antw. op de Vraag, over de minstkostbaare wyze, om de Bouwlanden te zuiveren van het schadelyk Onkruid, Hoevenbladen genaamd. Hier toe worden, naar eene korte beschouwing van dit Onkruid, vyf onderscheide middelen aan de hand gegeeven, welke alle vervolgens nader verklaard en beschreeven worden.