De Beginselen der Aardklootkunde voor de Jeugd, in Vraagen en Antwoorden, door S. van Emdre, Lid van verscheiden Maatschappyen der Geleerdheid, en Predikant te Wageningen. Te Utrecht by H. van Otterloo, 1790. In 8vo. 140 bl.
De Eerw: van emdre, de geheele Geographie in XXVI Lessen behandelende, heeft goedgevonden, tot onderwys van Kinderen en Leerlingen, boven zyne grootere Aardklootkunde, dit kleine Werkje in Vraagen en Antwoorden uit te geeven. Hetzelve bevat in 't klein alles wat men gewoonlyk in uitgebreide Werken over de Geographie vindt aangetekend; en, schoon het niet dan eene korte aanwyzing van dat alles is, kan dezelve, zo ter herinnering als tot onderwys, der jeugd van nut zyn. Ook de laatste ontdekkingen worden in dit Werkje aangetrossen, benevens eene kleine schets der geschiedenis, die 'er aanleiding toe gaf; blykende voor een en ander uit de volgende aanwyzinge der Botanybaay, thans zo berucht en gevreesd in Engeland.
‘Vraage. Wat valt 'er van Nieuw-Holland te berichten?
Antw. Door de ontdekkingen van den Heer cook weet men thans, dat het een Eiland is, en wel het grootste der geheele aarde, genoegzaam zo groot als Europa; de kusten alleen zyn thans nog maar bekend.
Vraage. Welke Kust verdient tegenwoordig onze aandacht?
Antw. De Oostkust, genaamd Nieuw-Zuid-Walles, dewyl uit Grootbrittanje aldaar eene volkplanting gevestigd is, bestaande uit ondeugende menschen, die tot een altoos duurende gevangenis verwezen waren.
Vraage. Wanneer is dit gebeurd?
Antw. In January 1788, wanneer 12 Schepen, op welke 565 mans-, en 192 vrouwspersoonen waren, na een reis van 36 weeken, in de Botanybaay aankwamen, vervolgens nog wat noordwaards voeren, en te Port-Jakson aanlandden.
Vraage. Zyn 'er naderhand nog derwaards overgebragt?
Antw. Ja, in November 1789, nog wel omtrend honderd persoonen, alleen uit de gevangenis te Londen.
Vraage. Hoe zyn de natuurlyke Inwooners gesteld?
Antw. De Inwooners zyn zwart, maaken zich nog lelyker door lidtekens, draagen in den neus een vischgraad, en byna alle mans missen een tand in 't bovenste kakebeen.
Vraage. Wat is 'er meer van te zeggen?
Antw. Hunne hutten zyn slegt, klein en laag, hun Canoo's maaken zy van boombast, bewonden met wyngaard-ranken, met welke zy zich ver in zee begeeven, en snel kunnen vaaren.
Vraage. Hoe is hun Caracter?
Antw. Zy zyn stoutmoedig, schynen zeer onverschillig, niet