Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1792
(1792)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijOude en tegenwoordige Staat en Geschiedenis van alle Godsdiensten, van de Schepping der Waereld tot op den tegenwoordigen tyd, door W. Hurd, D.D. uit het Engelsch vertaald. Zevende Deel. Te Amst. by M. de Bruyn, 1791. Behalven de Bladwyzer, 541 bl. in gr. 8vo.Met de Afgifte van dit VIIde Deel des opgemelden Werks zien wy 't zelve, waarvan de Uitgave in den Jaare MDCCLXXXI begonGa naar voetnoot(*), voltrokken. Wy hebben niet verzuimd, van tyd tot tyd, wegens de volgende Deelen berigt te geeven, en kwijten 'er ons ditmaal van. In een Werk van zo langen adem, zulk een wydstrekkend plan bevattende, dat alle Eeuwen, alle bekende Landen, doorloopt, alles even juist, naauwkeurig, te verwagten, is meer verwagt dan de uitkomst kan beantwoorden. Het heeft zyne zwakke plaatzen; veelal te wyten aan gebrek van goede en onpartydige berigten. De Heer Vertaaler heeft dit een- en ander maal a angeduid; by den aanvang van het Berigt, wegens de Gezinte der Christenen, Kollegianten of Rhynsburgers genaamd, vinden wy vermeld. ‘Het berigt van onzen Schryver is in allen deele niet naauwkeurig: maar ons van den beginne hebbende voorgesteld, geene aanmerkingen op den Text te schryven, geeven wy het verhaal van den Heere hurd, zo als | |
[pagina 323]
| |
het is, zonder 's Mans misslagen aan te wyzen, welke in eenen Vreemdeling, hoewel niet vry te spreeken, egter eenigzins verschoonlyk zyn. De bekende Historie der Kollegianten is in ieders handen.’ Meermaalen hebben wy, in den loop deezes Werks, gewenscht, dat de Vertaaler, of iemand anders, de moeite genomen hadt, om blykbaare misstellingen te verbeteren, nadere bescheiden aan te wyzen, en dus den arbeid van den Eerw. hurd te verbeteren en te volmaaken. Een Geschiedkundig Werk van deezen aart is daar alzins vatbaar voor, en biedt de gelegenheid aan om kundigheden mede te deelen, die men anders zo voeglyk en met zo veel voordeels niet onder den man kan brengen. Laatere en zeer veel lichts verspreidende bescheiden behoeven dan niet in 't duister gehouden te worden. Hoe veel beter is, by voorbeeld, de Kerklyke Geschiedenis van den grooten mosheim geworden, door de Aantekeningen van den Eerw. maclaine, in de Engelsche, en de daar aan nog toegevoegde, in de Nederduitsche, Vertaaling? De Aanhangen, in het tegenwoordig Boekdeel behandeld, zyn de Methodisten, welker Geschiedenis, Leere, Eerdienst en Kerklyke Tugt, met een Berigt van hunne School by Bristol, wordt opgegeeven, met een Aanhangsel, wegens de Bekeering en Dood van thomas hutchins. - De Antinomiaanen, - De zogenaamde Kalvinische Methodisten. - De Moravische Broeders of Hernhutters, met een verslag van hunne voornaamste Leerstellingen, van hunne Zendingen, van hun Kerkbestuur, van hunne Genootschappen in de onderscheide Gewesten der Waereld, en van hun tegenwoordigen staat. - De Muggletoniaanen. - De Mystiken. - De Fransche Propheeten. - De vyfde Monarchie-Dryvers, doorgaans Millenaristen, of Voorstanders van het Duizendjaarig Ryk, geheeten. - De Hutchinsoniaanen. - De Quietisten. - De Preadamiten. - De Labadisten. - De Kollegianten of Rhynsburgers. - De Poolsche Broeders. - De Deïsten. - De Philadelphiaanen. - De Boheemsche Broeders; doorgaans Heidenen of Tovenaars genaamd. - De Roozekruiziaanen. - De Hedendaagsche Anti-trinitarissen. Onder deeze Lyst van Gezindheden, zo zy alle deezen naam verdienen te draagen, vindt men 'er eenige reeds geheel vernietigd, eenige waarvan 'er slegts geringe overblyfzels gevonden worden; terwyl andere nog in stand zyn, en misschien toeneemen. Wyd verschillend zyn de be- | |
[pagina 324]
| |
grippen door dezelve voorgestaan, en mag men wegens veele zeggen, dat ze in dwaasheid en ongerymdheid om den voorrang twisten, en even zeer met het gezonde verstand als met de waare Leere der Openbaaringe, over hoop leggen. - Niet weinige kwamen omtrent het midden der voorgaande Eeuwe in Engeland te voorschyn; en onder deezen telt de Heer hurd de Muggletoniaanen, van welken wy zyn Berigt zullen overneemen; om ook uit dit Deel, gelyk uit de voorige, een Proeve te plaatzen. ‘Omtrent het midden der voorgaande Eeuwe, zo vrugtbaar in Godsdienstige Aanhangen, werden veele Ingezetenen van Engeland, inzonderheid onder de laagste klassen, niet alleen Predikers maar ook Propheeten. Zommigen waanden toekomende gebeurtenissen te kunnen voorspellen, anderen gaven voor dat zy Apostelen waren, uit den dood opgestaan; terwyl eene derde soort de onbeschaamdheid hadt van te verzekeren, dat zy eenige waren van die persoonen, van welke in het Boek der Openbaaringe voorspeld was. Onder deeze bevonden zich zekere ludovicus muggleton, een Kleermaakersknegt, en william reeves, een Schoenmaaker, beide te Londen woonagtig. Deeze twee lieden, elkander in eene Herberg ontmoetende, beraamden een nieuw ontwerp van Godsdienst, met oogmerk om het gemeene Volk te misleiden. Zy verbeeldden zich, dat de Aanhangstigters, welke vóór hen geweest waren, hunne eischen en aanmaatigingen niet verre genoeg hadden uitgebreid: diensvolgens wendden zy voor, dat zy de twee getuigen waren in het Boek der Openbaaringe voorspeld, die, vóór het einde der Waereld, zouden verschynen. Zy predikten voor de misleide menigte op Towerhill en andere openbaare plaatzen naby Londen. Eene groote menigte Volks liep hun naa; dit gaf zo veel aanstoots aan de Presbyteriaanen en Independenten, dat zy, van den Protector olivier cromwell, een bevel verwierven, om hen te doen straffen. 't Is bekend, dat cromwell nimmer een vyand van de Verdraagzaamheid was; de straffe, welke hy hen opleidde bestondt derhalven alleen hier in, dat zy door de voornaamste straaten der Stad rondgeleid en gegeesseld zouden worden. De slegthoofden verdroegen hunne straffe met die onbedwonge hardvogtigheid, welke het eigenaartig kenmerk is van geestdryvery en onkunde. Gelyk vervolging het leeven van den Godsdienst is, dus | |
[pagina 325]
| |
hadt deeze straffe, ten gevolge, dat zy nog meer naavolgers kreegen onder den slegten hoop dan te vooren. Het vervolgen werd voortaan vrugtloos geoordeeld; en het mag met regt gezegd worden, dat zy een vierde gedeelte van het Londensche graauw duizelhoofdig en uitzinnig maakten. Zy maakten door den druk gemeen hunne Leerredenen of Vertoogen, in vier Deelen in Quarto, welke ik zelve gezien heb. Wanneer wy in aanmerking neemen de natuur deezer Opstellen, en de hoedanigheid der menschen, aan welke zy worden toegeschreeven, hellen wy over om te gelooven, dat zy, even als weleer manomet, een handlanger hadden. Misschien werden zy door eenige andere Sectarissen opgestookt, alleen met oogmerk om gelegenheid te hebben hunne wraake tegen deeze lieden te kunnen botvieren: want tusschen alle eigenbelang zoekende Predikers heerscht dezelfde vyandschap, als tusschen de Katten en de Muizen. Ten tyde der Herstellinge, wierden de Muggletoniaanen menigmaalen verstrooid door de Lyfwagt, en veelen hunner in de gevangenis geworpen. 't Was het groot ongeluk deezer menschen, dat, hoewel zy waanden, den Geest der voorzegging te bezitten, nogthans niet konden voorzeggen, wat aan hun zelven zou wedervaaren. - Zy waren dus gelyk aan de Goedgelukzeggers der tegenwoordige Eeuwe, die voorgeeven aan de menschen aanwyzing te kunnen doen van de plaats, alwaar hunne gestoolene goederen bewaard worden, of aan een Meisje, hoedanig een Man het zal hebben; maar evenwel niet kunnen voorzien, dat 'er Geregtsdienaars op hen loopen, om hen gevangen te neemen. Met dit alles gingen zy voort in hunne dweepagtige voorgeevingen, en in het maaken van naavolgers, tot op den tyd der Revolutie; toen verschuilden zy zich onder de Acte van Verdraagzaamheid. Ondertusschen hadden zy te doen met veelvermogende vyanden. De Presbyteriaanen haaten hen, om dat zy hun weinig aanzien hebbende Geestlyke waardigheid met veragting behandelden. De Independenten deeden alles, wat in hun vermogen was, om hen te hoonen, en hunne voorgeevens in kleinagting te brengen, om reden dat zy menig eene oude Vrouw verleidden, wier ligtgeloovigheid en tafel hun dikmaals een goed maal eeten verschafte. | |
[pagina 326]
| |
En evenwel, groeiden de Muggletoniaanen, van tyd tot tyd, in getal; hunne aanvoerders, om hunne naavolgers voor afwyken te bewaaren, voeren geweldig uit tegen de ondeugden der Presbyteriaanen, en de aanmaatigingen der Independenten. Zy zeiden, dat alle deezen Bedriegers waren, en inhaalige lieden, die zich voedden van den eerlyken arbeid der menschen. 't Kan zyn, dat deeze beschuldigingen van alle waarheid niet ontbloot waren; maar wy hebben evenwel reden om te gelooven, dat de Leeraars der Muggletoniaanen niet minder om loon dienden, dan die geene, op welke zy het zo zeer gelaaden hadden. Geschilvoeringen over Godsdienstige onderwerpen mogen, misschien, 's menschen uitwendige hoedanigheden vermommen; maar zy kunnen zyne Natuur niet veranderen. Wy mogon hier nevens aanmerken, dat in alle geschillen over de uitwendige stukken van den Godsdienst de middelen wel veranderen, maar het bedoelde oogmerk hetzelfde blyft. Dit oogmerk is niet meerder of minder, dan te zegepraalen over de ligtgeloovigheid des Volks, en ten koste van 't zelve zyne Beurs te vullen; te zegepraalen over deszelfs onkunde, en zichzelven te vertoonen in het karacter en het kleed van Heiligen, terwyl zy in hun hart Duivelen zyn. Van ouds was dit het geval der Farizeeuwen, en het zal zo blyven tot aan het einde der waereld, zo lang 'er een valsche Godsdienst bekend en een huichelaar op aarde zyn zal. Tegenwoordig moeten wy de Muggletoniaanen vergelyken by die driftige Minnaars, die, naa zich te hebben verzadigd aan vleeschlyke genietingen, zo koelzinnig worden als de hoogbejaarden en zwakken. In den beginne blaakten zy van eene onbetoombaaren Godsdienstyver, aangevuurd door bygeloovigheid; doch zy bekoelden allengskens; tegenwoordig zyn ze een hoop koelzinnige knaapen, die hun glas drinken en hunnen pyp rooken. Eéne byzonderheid, nogthans, hen betreffende, moeten wy niet ongemerkt voorbygaan. Toen hunne eerste Apostels bemerkten, dat het met hun op 't laatst liep, gedroegen zy zich genoegzaam eveneens als mahomet gehandeld hadt. Zy riepen hunne Aanhangers zamen, en zeiden, dat zy, naa hun overlyden, op aarde zouden wederkeeren, om hen te bezoeken; doch even als de Ara- | |
[pagina 327]
| |
bische Bedrieger, bepaalden zy den tyd niet, wanneer dit zou gebeuren. Ongetwyfeld was dit een meesterstuk van Staatkunde. Hunne naavolgers, in de tegenwoordige Eeuwe, behouden nog het denkbeeld van hunne wederkomst; zy gelooven dat de twee eerste Apostels, of getuigen, zich aan hun zullen vertoonen, wanneer zy gezamentlyk vergaderd zyn. Zy houden hunne zamenkomsten op Zondag-avonden in gemeene kroegen, in de Voorsteden van Londen, en spreeken over de leden van hunnen Aanhang, die vóór hen geweest zyn. Hunne gesprekken loopen niet zeer in het ernstige; zy geeven zich in dezelve groote vryheden, en gaan dikmaals beschonken na huis. Het blykt niet, dat zy ooit gehad hebben afzonderlyke plaatzen ter openbaare Godsdienst - oefeningen geschikt; hunne eerste Stichters predikten overal. De hedendaagsche Muggletoniaanen hebben geen zamenstel van Geloof of Pligten; ten zy het Geloof mooge genoemd worden te gelooven in de wederkomst hunner Stigters. Dit, in de daad, is eene soort van geloof; maar niet dat geen, 't welk de Christenen geleerd worden te moeten belyden. Hunne oneerbiedige behandeling van den Godsdienst heeft zeer verderflyke uitwerkzels gehad op de zeden des Volks, veelen zyn daardoor vervoerd tot Deïstery en werkdaadige Godverzaakinge. Ik zelve heb verscheiden persoonen gekend, die van de Methodisten waren overgegaan tot de Muggletoniaanen, en eindelyk zeer gerust sluimerden in den schoot der Roomsche Kerke. Deeze bekeerde Muggletoniaanen worden door de Priesters gebruikt om zo veelen onder de Protestanten, als zy kunnen, te verleiden; niet dan te dikmaals slaagen zy gelukkig in hunne poogingen. De oorsprong der Muggletoniaanen vertoont een schrikverwekkende schildery van die tyden toen Engeland zonder Regeering was in de Kerk en in den Staat. Het Volk vergenoegde zich niet met ter preeke te gaan by de Presbyteriaanen, Independenten, Anabaptisten, enz. enz. die de Kerkelyke beroepen onder elkander verdeelden; maar zy spoorden Kleermaakers, Schoenlappers, en andere gemeene Handwerkslieden, aan, om hunne Predikstoelen op de straaten te beklimmen. Zelfs verzamelden zy penningen voor de Predikers; iets, 't welk deezen beter behaag- | |
[pagina 328]
| |
de, dan door den arbeid hunner handen den kost te winnen. Gelyk het gedrag der Leeraaren in de Kerken hun aanleiding hadt gegeeven om de hand te leenen tot het bevorderen van het werk der Hervorminge; dus gebeurde het, wanneer de Herstelling tot stand was gekomen, dat de vastgestelde Geestlykheid en het Hof te gader hunner woede den teugel vierden, tegen alle Aanhangen zonder onderscheid. Zommigen der Muggletoniaanen wierden in gevangenissen geworpen; alwaar zy steeds voortgingen met voor het Volk te preeken. Anderen wierden overgevoerd na de Volkplantingen in America; doch vermids de Presbyteriaanen hier groot vermogen hadden, sleurden zy hen van de eene Provincie na de andere, tot dat zy door den dood uit hunne elenden verlost wierden. Van hunne voortduurende aanweezigheid in de tegenwoordige Eeuwe, zal de verstandige Leezer ligt reden kunnen geeven, wanneer hy in aanmerking neemt, dat alle Godsdiensten geleerd worden; doch op de pligtbetragting weinig aangedrongen. Het laatste, 't geen wy, met opzigt tot de Muggletoniaanen, zullen aanmerken, is hier in gelegen: 't is eene droevige waarheid, dat 'er menschen in de waereld leeven, zonder het geringste gezond verstand, uit den Godsdienst voortkomende; dat zy, in stede van voorwaards te zien op de zalige hoop der Onsterflykheid, niets anders gelooven dan de Opstanding van twee Bedriegers. Wy voegen hier nevens, dat 'er nog heden een aanzienlyk getal van deezen Aanhang, in verscheide oorden van Engeland, moet voorhanden zyn. Want het is niet lang geleden, dat 'er eene nieuwe uitgave in drie Deelen in Quarto, wierd vervaardigd van Rapsodiën van muggleton en reeves; want, waren 'er geen Koopers geweest, men zou geenen Drukker gevonden hebben.’ By dit Deel is gevoegd het laatste Stel Plaaten, die, gelyk de voorgaande, onderscheide waarde hebben. |
|