Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1792
(1792)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijBeschouwing der Maatschappy en Zeden, in Poolen, Rusland, Zweeden, Denemarken, enz. Doorvlogten met Voorvallen eenige uitsteekende Characters betreffende. Door William Coxe, A.M.F.R.S. Lid van 's Konings Collegie te Cambridge, Kapellaan des Hertogs van Marlborough, Medelid van de Koninglyke Oeconomische Societeit te Petersburg, als mede van de Koninglyke Academie te Koppenhagen, IXde Deel. Te Amsterdam by J. Yntema, 1791. Behalven den Inhoud der beide laatste Deelen, 158 bl. In gr. 8vo.In het slot onzer Aankondiginge des VIIIsten DeelsGa naar voetnoot(*), gaven wy op, dat, volgens het berigt des Vertaalers, nog één Stukje van gelyke grootte, alles zou behelzen wat de Heer coxe aan zyne voorgaande Reizen hadt toe te voegen; de aflevering van dit IXde Deel, welke wy, met genoegen, zo spoedig op het voorgaande zien volgen, staaft deeze toezegging. Het geplaatst berigt, wegens het VIIIste Deel ter aangehaalde plaatze, ontheft ons van alle verdere vermelding wegens den oorsprong deezes Werks, ten vervolge dienende van een, eenigen tyd geleden uitgekomen, Werk, onder denzelfden Tytel. De oplettende en naauwkeurige coxe zet zyne Reis door de binnenste gedeelten van Noorwegen voort, en geeft | |||||||||||||||||||||
[pagina 281]
| |||||||||||||||||||||
ons de beste kundschappen van dien, door vreemdelingen schaars bezogten, oord, en de moeilykheid der reize in denzelven. - Zweeden bezoekt hy vervolgens, en levert ons verscheide, voorheen door hem onopgemerkte, byzonderheden, staaft of het reeds op eene voorige reis opgemerkte, of brengt het verkeerd gestelde te recht. Even 't zelfde doet hy ten opzigte van Rusland, Courland, Poolen. Wat hy van Pruissen geeft is zeer kort. - Twee uitvoerige Leevensberigten treffen wy in dit Deel aan, het een van den beroemden Scheikundigen carel william scheele; het ander van Graaf ernst johan biron, den Gunsteling van de Alleenheerscheresse aller Russen, anna, die zo veele en zo groote leevenslotwisselingen onderging, en de gunst en ongenade des Hofs beurtelings smaakte. - Eene Brief betreft de keurlyke Proeven van Dr. guthrie, op het bevriezen van Kwikzilver genomen. Over niet weinige onderwerpen van aangelegenheid, hadt de Heer coxe, op zyne eerste Reize door het meerendeel der nu weder bezogte Gewesten, geene hem voldoende berigten kunnen opzamelen, welke hem nu in handen kwamen. Een geheele Brief, stukken van dien aart betreffende, zullen wy om den belangryken inhoud, met ter zyde stelling van alle andere zeer mededeelenswaardige byzonderheden, hier plaats geeven. ‘'t Was,’ schryft hy, in den XXVsten Brief, ‘niet dan met schroom en wantrouwen, dat ik, op myne voorgaande Reis, de pooging waagde, om u een algemeen denkbeeld te geeven van de Volkrykheid des Russischen Ryks, zonder in staat te zyn, om my eenige zekere bewysstukken te verschaffen, ten grondslage van een zo ingewikkeld onderwerpGa naar voetnoot(*). Thans heb ik een Tafel gekreegen van de Boeren onder het Hoofdgeld staande, in den Jaare MDCCLXXXII, en vind my daardoor in staat gesteld, om u, met meer gelukkig vertrouwen, eene naauwkeuriger opgave te doen, van de Inwoonderen des Russischen Gebieds; en vind my geregtvaardigd, dat ik, in myn vroeger berigt, derzelver weezenlyk getal niet vergroot, maar veeleer verkleind heb. Noodig is het, vooraf aan te merken, dat, door eene onlangs gemaakte schikking, de Boeren van Lyfland en de | |||||||||||||||||||||
[pagina 282]
| |||||||||||||||||||||
Ukraine, als mede van de Landschappen van Zweeden, verkreegen, thans het Hoofdgeld betaalen; 't welk gelegenheid geeft om derzelver getal, met eene groote maate van zekerheid, te bepaalen.
Een getal, hoe groot ookGa naar voetnoot(*), geenzins geëvenredigd aan de uitgestrektheid des Ryks. Zints ik u eene algemeene Opgave deed van de Inkomsten des Russischen RyksGa naar voetnoot(†), hebben 'er verscheide veranderingen stand gegreepen in het heffen van het Hoofdgeld, en zyn 'er eenige vermeerderingen gekomen, in andere takken van de openbaare Inkomsten, welke ik noodig vind u te vermelden, en breeder te ontvouwen, om een netter begrip te vormen van den Staat der Geldmiddelen in Rusland. Hier moet ik herinneren, dat ik, op myne voorgaande Reizen, het Russisch Geld tot Engelsch Geld maakende, de gemiddelde waarde van een Roebel op 4 S. stelde, en gevolglyk vyf Roebels tot één Pond Sterling bragt, 't welk, in 't Jaar MDCCLXXVI, de gemiddelde waarde was. Toen Czaar peter de groote de Maat hervormde, stelde hy zich voor, de Roebel in waarde gelyk te maaken aan een Ryksdaaler, of omtrent 4 S. 6 d., welke waarde de Roebel met weinig verandering, van toevallige omstandigheden afhangende, bleef behouden tot het begin van den Turkschen Oorlog, in den Jaare MDCCLXX. Zints dien yd, heeft de verandering der Munt, de innerlyke waarde | |||||||||||||||||||||
[pagina 283]
| |||||||||||||||||||||
zo veel verminderd, dat de Roebel in Engelsch Geld niet meer waardig is, dan 3 S. 6 d. De meerderheid van den Invoer boven den Uitvoer, de menigte van overmaakingen, noodig tot het betaalen van de Krygsbenden tegen de Turken, en de groote hoeveelheid van Papieren Geld in de wandeling gebragt, hebben nog meer toegebragt om de waarde van den Roebel, in verwisseling met vreemde Landen, te doen daalenGa naar voetnoot(*). Maar, dewyl deeze vermindering moet toegeschreeven worden aan omstandigheden van geen bestendigen duur, is het te denken, dat, by het eindigen van den Oorlog, de noembaare waarde, gelyk, in de meeste gevallen, welhaast de innerlyke waarde van den Roebel zal overtreffen: wy mogen derhalven de gemiddelde waarde stellen, op 3 S. 4 d. of zes in een Pond Sterling. In myn voorig berigt van den Jaare MDCCLXXVI, berekende ik de Inkomsten van Rusland, in tyd van Vrede, op 6,144,968 Ponden Sterlings, of, daar ik toen vyf Roebels voor één Pond Sterling rekende, op 30,724,840 Roebels. Zints dien tyd, zyn de Inkomsten zeer veel vermeerderd in de volgende byzonderheden. Voor eerst in het Hoofdgeld, 't zelve werd niet geheven in de Ukraine, en de Landschappen op Zweeden veroverd, naamlyk Lyfland, Esthenia, Ingermanland en Carelia, nu begreepen in de Landvoogdyen van Petersburg, Reval, Riga en Wyburg; doch, in den Jaare MDCCLXXXII, uitgestrekt over deeze gedeelten des Russischen Ryks, en de andere Belastingen onder de Boeren afgeschaft. Deeze verandering, heeft de openbaare Inkomsten zeer vermeerderd, en het Hoofdgeld brengt veel meer op dan voorheen; niet alleen uit deeze omstandigheden, maar ook door de vergrooting van het getal der Boeren, zints den overslag van den Jaare MDCCLXIV. En, dewyl eenige Boeren gesteld zyn op meer dan twee Roebels, en andere op minder dan één Roebel, mogen wy misschien het gemiddelde Hoofdgeld bepaalen, op één en een vierden Roebel. Volgens deeze Berekening levert het Hoofd- | |||||||||||||||||||||
[pagina 284]
| |||||||||||||||||||||
geld 15,435,000 Roebels op, 't welk ten naasten by het dubbeld is van de voorgaande opbrenging. Ten tweeden, zyn de Tollen zeer veel verhoogd: naardemaal men die van Narva, Riga en Archangel, op denzelfden voet gebragt heeft, als die van Petersburg, en 'er bykomende Belastingen gelegd zyn, op de inkomende en uitgaande Goederen. Uit deeze en andere vermeerderingen durven wy het waagen, de volgende opgave te doen van de Inkomsten des Russischen Ryks, in tyd van Vrede:
Dit maakt den Roebel, gerekend op 3 S. 4 d. 6,938,485 Ponden Sterling. Doch, daar wy den staat der Inkomsten dus vermeerderd vinden, moet ik niet vergeeten daarby aan te tekenen, de vermeerdering der Uitgave, zedert het Jaar MDCCLXXVI, door het instellen van nieuwe Landvoogdyen, en het oprigten van openbaare Schoolen. Onkosten, die niet minder berekend kunnen worden, dan op 5,000,000 Roebels, of omtrent 800,000 Ponden Sterlings. Myne opgave van de Russische Krygsmagt was, in myn verslag op myne voorgaande ReizeGa naar voetnoot(*), nog gebrekkigen dan die der Volkrykheid en Inkomsten, en thans heb ik, met zeer veel moeite, eene naauwkeurige Lyst bekomen van de geregelde Krygsmagt, in tyd van Vrede. | |||||||||||||||||||||
[pagina 285]
| |||||||||||||||||||||
De ongeregelde Krygsbenden worden niet geteldGa naar voetnoot(‡). Zo talryk vertoont zich de staat der Russische Legermagt op 't papier; doch het getal der wezenlyk dienstdoende schiet zeer verre te kort by deeze Optelling, opgemaakt uit eene breedvoerige, alle verdeelingen naauwkeurig vermeldende, Naamlyst. - En schoon het, uit aanmerking van het aantal der verafleggende Bezettingen, de uitgestrektheid des Gebieds, en bezwaarlykheid om des nette kundschap te bekomen, het voor eenen Reiziger onmogelyk maake, den juisten staat der Legermagt op te geeven, is het nogthans waarschynlyk, dat de wezenlyke Krygsmagt in Vredestyd naauwlyks meer dan 200,000 Man bedraagt, en het is opmerkenswaardig, dat, niettegenstaande de geheele berekende som van 369,099 Man, de Russen zelden meer dan 100,000 Man te velde kunnen brengen.’ Een Naaschrift, Poolen betreffende, besluit het Werk; in 't zelve, betuigt de Heer coxe, ‘schoon het vreemd is van myn Plan, in aanmerking te neemen eenige verandering in Poolen voorgevallen, zints myn vertrek in Mey des Jaars MDCCLXXXV, kan ik nogthans niet naalaa- | |||||||||||||||||||||
[pagina 286]
| |||||||||||||||||||||
ten, by wyze van Naaschrift, hier kortlyk op te tekenen, dat de Keizerin van Rusland, in de Jaaren MDCCLXXXIX en MDCCXC, haaren invloed in dit Ryk geheel verlooren, haare Krygsmagt te rug getrokken, en haaren Gezant opöntbooden, heeft; en dat de Poolen eenige poogingen gedaan hebben, om hun Krygsmagt te vergrooten, hun Krygstugt te verbeteren, en zich meer te doen gelden in Europa. De Steedsduurende Raad is vernietigd, in de Regeeringsvorm zyn verscheide veranderingen ingevoerd, strekkende om Poolen van den Russischen overheerschenden invloed te ontheffen; en het op zich zelven te doen staan, indien het mogelyk is, een Ryk, 't welk Regeeringloosheid ten hoofdkenmerk heeft, dat voorregt te bezorgen. Maar, zo lang de Kroon verkieslyk blyft; zo lang de Adel alleen het Regt heeft om Landen te bezitten; en zo lang de Boeren Slaaven zyn, moeten alle veranderingen in de Regeeringsgesteltenisse enkel in naam bestaan, en deeze met de daad dezelfde blyven. De Koning is dan steeds een speelpop in de handen van zyn magtigsten Nabuur, en de Edelen, by welken de Oppermagt huisvest, blyven onrustig en onbedwingbaar, zo zy niet in schrik gehouden worden, door eene buitenlandsche Mogenheid. In de daad, Poolen heeft geene veerkragt van zich zelven; maar volgt de aandrift der omringende Nabuur-Mogenheden. Door de verandering der Staatkunde in het Noorden, heeft de Koning van Pruissen, in verbintenis met Groot-Brittanje en Holland, den invloed gekreegen, voorheen bezeeten door catharina de II, en hy bestuurt de Republiek bykans op dezelfde onbepaalde wyze. Maar het lot van Poolen, gelyk dat van deszelfs Leenman, den Hertog van Courland, moet in 't einde afhangen van den uitslag des tegenwoordigen Oorlogs, ontstooken tusschen Rusland aan de eene, en de Zweeden en Turken aan de andere zyde, als mede van de eindelyke strekking der Onderhandelingen, of tot het vergrooten, of tot het verkleinen, van het Gewigt van Rusland in de Schaal van het Noorden.’ Wel te regt merkt de Vertaaler, met een kort woord, op dit Naaschrift, aan. ‘Zo oordeelde de Heer coxe, in den Jaare 1790, toen hy het derde Deel zyner Travels, waar uit wy deeze Brieven hebben opgemaakt, in 't | |||||||||||||||||||||
[pagina 287]
| |||||||||||||||||||||
licht gaf. De in Poolen voorgevallen Ryksomwenteling in 't volgend Jaar levert een nieuw voorbeeld op van het missen der Staatkundige gissingen, welker losheid hy bewyst door het aanvoeren der taale van frederik den II, uit diens Nagelaten Werken, IVde D. bl. 370, 371.’ |
|