naam van Kluizenaar. Van beider veranderingen geeft hy, in de nevensgaande beschryving, een onderscheidenlyk verslag; des de beoefenaars der Insectenkunde by aanhoudendheid reden hebben, om over 's Mans waarneemingen, en derzelver gemeenmaaking ten hoogste voldaan te zyn. - Het gewag, dat hy maakt van een ongeval zyner Rupse, de Kluizenaar geheeten, en zyne redding van die Drenkeling, verdient in deezen nog wel eene byzondere melding; te meer daar dezelve eenigzins tot opbeuring en onderrigting, in soortgelyke omstandigheden, kan strekken. Na een berigt gegeeven te hebben van den gunstigen uitslag der viermaalige vervellinge zyner Rupse, waar op dezelve haare volle grootte verkreeg, vervolgt hy in deezer voege.
‘Zeer verheugd was ik, dat deze tegenwoordige Rups, door alle haare vervellingen, zo gelukkig was door geraakt, dewyl meenig eene onder het zelve bezwykt en sterft, en doordien ik maar deeze eene had, en nimmer te vooren, in alle die jaaren, in dewelken ik mij op de Insectenliefhebbery toegelegd hebbe, ooit eene is voor 't gezicht gekomen, zo moest mij deeze derhalven des te aangenaamer zijn, en ik hoopte nu ook, dat zij eerlang in eene Pop veranderen, en ik 'er den verwacht wordenden Vlinder uit bekomen zoude. Maar hoe zeer verschrok ik niet op zeekeren morgen, toen ik, naar dezelve ziende, zag, dat zij in het Vlesje met Water, waarin ik het Eeken Takje [haar Voedzel] staan had, ingekroopen en verdronken was. Nu, dacht ik, is alle mijne hoop te leur gesteld, de gedaane moeite van oppassing, afteekening en waarneeming is alles vergeefsch, mogelijk verkrijge ik in mijnen leeftijd nimmer eene dergelijke Rups wederom, welker verdere huishouding en Vlinder mij door eigen ondervinding bekend word. Ik nam echter mijnen Drenkeling terstond uit het Water, leide dezelven op drie of vierdubbeld Vloei-Papier, op dat het zich daaraan en in bevindende Water zo veel te schielijker mogt wegraaken, insgelijks nam ik eene Stoof, waarin ik een weinig Vuur zette, en leide mijne verdronken Rups, met het Vloei-Papier, op deze matig verwarmende plaats. Toen dezelve nu genoegzaam droog geworden was, bespeurde ik tot mijne groote verwondering en blijdschap teffens, dat 'er eenige teekens van leeven als wederom inkwamen, de Hairtjes op dezelve begonnen te trillen, zonder dat het Lichaam zelfs zich nog het minste verroerde, vervolgends