der zuiver wysgeerige en geschiedkundig waare taal te verwisselen. Het laatste kan en durft, of liefst, behoeft een getrouw en eerlyk Geschiedschryver als Geschiedschryver niet te doen; maar moet dit overlaaten aan den verstandigen en oordeelkundigen Leezer, die kan, mag en moet, wanneer hy het verhaal leest om het te verklaaren, den Volksdialect, zo dra hy bewyzen kan dat dezelve tegen de reden en het gezond verlicht Menschen-verstand, of tegen de geopenbaarde Waarheden, aandruischt, met de Dialect der Waarheid verwisselen, indien hy 'er toe in staat is.’
Overeenkomstig hier mede antwoord hy op de vierde boven opgegeeven vraag; dat de Geest van Python, een louter Volksdialect is, dat men de woorden van paulus en lucas voor gewoone Volkstaal te houden hebbe. En dat hy dit antwoord geevende, ‘de waarheid, nog zeer zagt, teder en flauw uitdrukt; dewyl calvyn met ronde en duidelyke woorden schryft. Lucas verhaalt hier ter plaatze eene Volksdwaaling.’
Merkt men aan dat paulus, zeggende. Ik gebied u, in den naam van jesus christus, dat hy van haar uitgaat, raare en singuliere taal spreekt. Dan antwoord zyn Eerw. al vraagende, ‘welke spreekmanieren de Apostel zou hebben moeten gebruiken. 1) In eene Stad, wier Inwoonderen het aloude Bygeloof aan en omtrent Python met de moedermelk hadden ingezoogen, en voor welgegrond, gewichtig en voordeelig hielden, en 2) ten overstaan van Heidensche Menschen, welke hy in den Christelyken Godsdienst onderwyzen wilde, en met dewelke hy zich niet, dan tot nadeel van zyn groot oogmerk, in een zo nut- als noodloos dispuut over eene stelling, die de Religie van jesus niet onmiddelyk raakte, konde of wilde inlaaten? En in zulk een dispuut zou de heilige en wyze Euangelie-Dienaar oogenbliklyk geraakt zyn, zo dra hy of den gewoonen Joodschen Dialect gebezigd, of de zuivere taal der Wysgeerige Waarheid gesprooken hadt.’
Eindelyk toont hy, op welk eene wyze, zyns agtens, deeze Dienstmaagd den Apostel en diens Medegenooten Knegten des Allerhoogsten kan genoemd hebben, zonder dat men daarin iets boven-natuurlyks stelle. - Dan men leeze het kleine Stukje zelfs. 't Welk een gepast Toevoegzel is tot timmerman's Verhandeling over de Doemonische Menschen, en de Fragmenten van den Eerw. rütz over dit onderwerp, die, zo wy hoopen, het door