werken, beloofde voor eenige Jaaren reeds eene dubbele Gouden Medaille aan hem, welke het beste Rekenboek, volgens haar ontwerp, inzondt. Het gevolg was, dat de Heeren m. van olm, te Groningen, j. van den bosch, by Leeuwarden, en m. aerschot te Turnhout, voor hunne stukken, de eerste met een gewoone Gouden, de laatste elk met een Zilveren, Eerpenning bekroond werden. Uit deeze drie onderscheidene Geschriften heeft men het zaaklykste zamengevoegd, maakende die byëentrekking het eerstgemelde Rekenboek uit, van het welk de Maatschappy vier Deeltjes zoude geeven; zullende by het vierde Deel dan tevens aanwyzing gedaan worden van het onderscheiden werk der drie Heeren.
Aan deeze belofte, echter, is niet voldaan, en schynt ook niet voldaan te zullen worden; althans men leest, in een klein Voorbericht, voor het tweede Rekenboek, dat Bestuurderen der Maatschappy, om byzondere redenen, hen bekend, beslooten hebben, om, in plaatse van het door hen reeds uitgegeeven Rekenboek te vervolgen, dit oorspronglyke, en zo zy vertrouwen, betere Rekenboek het algemeen in handen te geeven. - Zullende dus het reeds bekroonde Werk blyven liggen, en het laatste Rekenboek door een tweede gevolgd, en gesloten worden.
Wat de inrichting deezer beide Rekenboeken aanbelangt, dezelve is geheel verschillende. Het eerste is een gewoon Rekenboek, bevattende de vier Spetiën, en den Regel van Driën, alle in geheele getallen; opgehelderd door verscheidene voorbeelden, welken het tot een Schoolboek geschikt maaken. Het laatste in tegendeel is eene, in veele opzichten ongewoone, doch niet minder geregelde; Handleiding, om de Rekenkunde, by wyze van Zamenspraaken tusschen een Meester en zynen Leerling, te leeren; wordende in hetzelve niet alleen de vier Spetiën in geheele getallen, maar tevens in gebrokene, zo wel in gewoone als tientallige, op eene duidelyke en onderhoudende wyze geleerd, en mede door verscheidene Voorbeelden opgehelderd. Zo ongeschikt deeze redeneertrant, tot heden, voor onze Schoolen schynt te zyn, zo uitmuntend en nuttig is dezelve voor elken Leerling, welke het Rekenboek van den bekwaamen aeneae in zyne byzondere Lessen of Oefeningen raadpleegt; hetzelve als een Huisboek leest, en 'er de voorbeelden van uitwerkt.