| |
| |
| |
Kabinet van Mode en Smaak. Met gekleurde Plaaten. Eerste Deel. Te Haarlem by A. Loosjes Pz., 1791. In 8vo, 456 bladz.
Men heeft, met den aanvang van dit Jaar (1791), een Maandwerk beginnen uit te geeven, onder den bovengeplaatsten Tytel; elk Stukje groot 4 of 5 bladen. Hetzelve behelst: 1. Opgave van alle zulke zaaken, welke de luxe, mode, oeconomie, vermaaken, enz. van andere Natiën betreffen. 2. Beschryving der modes en dragten der vroegere Inwooners onzes Vaderlands. 3. Beschryving der verschillende dragten onzer tegenwoordige Landsgenooten. 4. Tegenwoordig mode-nieuws uit Frankryk, Duitschland en andere Landen, en 5. Beschryving van onderscheiden meubilaire Kunstwerken, nieuw uitgevonden stoffagiën tot kleeding of sieraad, enz. die by onze Natie gevonden worden. Terwyl in deeze byzondere Klassen, in dit Eerste Deel, de volgende Stukken voorkomen. I. Het Roomsche Carneval. Over het Bly- en Kluchtspel. Spaansche Stiergevechten. Het gezellig onderhoud der Venetiaanen. Huwelyks- en Bruiloftsplechtigheid der Boeren in Esthland. Het Stroo-Zaayen en Hoender-gekaakel (twee Volksgebruiken in Frankenland.) Eenige Byzonderheden in Parys, en de St. Annadag in Weenen. II. Beschryvingen en bygevoegde afgezette Plaaten, behelzende: Een Zuidbevelandsche Boerin. Een Petit-Maitre in het vroegst der XVIIde Eeuw. Eene Friesin. Eene Dame op 't laatst der XVIde en 't begin der XVIIde Eeuw. Eene Zaandammer Dame. Eenige Kapsels van het vroegst der XVIIde Eeuw. En eene Bydrage tot de oude Klederdragten. III. Modenieuws van verschillende plaatsen. IV. Tooneelnieuws V. Byzonderheden, als Uitzet eener Adelyke Bruid, in het vroegst der XVIde Eeuw. Anecdoten. De bezoopen Gouvernante, Zangspel. Het Gekken-Register, en verscheiden anderen,
laffe en aartige ondereen gemengd. En vervolgens Mengelwerk, van verschillenden smaak en waarde, waaronder ook verscheidene Dischtstukken voorkomen.
Het kan niet missen, of onder zulk eene verscheidenheid van Onderwerpen, moet ieder Leezer wat naar zynen smaak vinden. Onze Leezers mogen oordeelen uit de volgende Beschryving wegens het vieren van den St. Annadag te Weenen; een Fragment uit een Reisjournaal.
‘Een groot gedeelte van Weenens Inwooneressen draagt den naam van anna; dus is de dag, aan deze heilige gewyd, een der Feestelyksten, en elk beyvert zich, om denzelven op het heerlykst te vieren. - Vuurwerk en tooneel verheerlyken den dag, en geeven den Volke een schouwspel, werwaards jong en oud heen trekt. Hoe wonderlyk en brommend dit alles aangekondigd wordt, ziet men uit het volgend uittrekzel van twee Aanplakbilletten, welke ik hier uitschryven zal.
| |
| |
Op het Keizerlyk Koninglyk Amphitheater, zal Zondag den - onder een tweevoudig afwisselend Muziek, een groot en sterk Diergevegt gehouden worden.
Nimmer is een Jaar verstreeken, in welke de Pagters des Keizerl. Koningl. Dier-Amphitheaters den dag van st. anna, welke de meeste Schoonen onzer Stad Weenen vieren, niet door een pragtig uitgeleezen Dierengevegt poogden te vieren; immer was het deze dag, op welken de kostbaarste Dieren om stryd zich beyverden, door aanwending hunner kragten en sterkte, de schoone naamvoerster van dezen dag een gedenkteken op te richten.
NB. NB. NB. Ten tweeden: een woedende Hongaarsche Os verbreekt de Deur, en yvert om zyne brieschende woede en moordzucht aan het eerste voorwerp het beste, het welk hem naderen zal, te koelen; niet lang zal hy in zyne woestheid eenzaam het strydperk doorkruissen, maar de Opzichter des Kamps zal verschynen, dezen woedenden - spits bieden, en, ongeacht zyne raazende uitzinnigheid, met alle voorzichtigheid en geschiktheid vangen, en, uit liefde en hoogachting voor de hooggeachte Schoonen, met een steek, dood ter aarde vellen.
2. Aankondiging van een Vuurwerk, onder den Tytel: Anna's leven! of das Fest der graziën im Prater am tage Annens.
Door de begeerte aangemoedigd, om de Schoonen in Weenen voor haare tegenwoordige goedgunstigheid myne innigste dankbaarheid aan den dag te leggen, maakte ik het my, tot hiertoe, alle Jaaren ten byzondersten pligt, om haar, door een uitneemend prachtig Vuurwerk op St. Anna's dag, een offer dezer gevoelens te brengen, enz.
Eerste |
front. |
Het gelukwenschings compliment. |
Tweede |
- |
Het nieuwste Dameskapsel, a la Berbir. |
Derde |
- |
Bestendige Verwisseling. |
Vierde |
- |
Iets voor de Schoonen, ter byzondere beschouwing. |
Vyfde |
- |
De Kunstspiegel. |
Zesde |
- |
De Tempel van Apollo.’ |
Hoofddecoratie. Het Feest der Gratiën op St. Anna's dag.
De Heer schikaneder. in de Voorstad, maakte dezen dag zich ook ten nutte, en gaf een stuk op zyn tooneel, genaamd Jacob en Nanerl, of de aangenaame droom, eene geheel nieuwe, tot hiertoe nog niet vertoonde kluchtige Opera, in 3 bedryven, door den Heer schikaneder (en Compagnie).
Om ook den voorigen dag reeds voor zyne beurs nuttig te maaken, had hy den, aan dezen gewyden, heilig mede te hulp genomen, en zyn kind naar denzelven Jacob genoemd. Voor het overige was het een misgeboorte, saamgelapt uit de geschiedenis van den bezoopen Boer, welken men in slaap vorstelyke klederen aantrok, vorstelyke eer bewees, eindelyk weêr een roes deed
| |
| |
drinken, en zodanig te rug in het woud droeg: met dit alles vondt het by het algemeen behaagen, en hetzelve werd algemeen geapplaudiseerd.
Belangryker en grooter was het schouwspel des Vuurwerks, aangevuld met meer dan 10,000 Menschen, Wagens en Paarden in vierdubbele ryën - de bodem bedekt met Stellagien, Tenten, Tafels en Stoelen, vol met Weenens Inwooners, welke hunne maagen duchtig vulden, met een gebraaden Hoen, of iets zodanig, nevens eeu Fles Wyn of Bier. - Moeilyk is het, voor den laatkomenden een Tafel of Stoel te krygen.
Om de verveeling van het lange wagten te verminderen, en het algemeen voor het afsteeken der Vuurwerken onderhoud te verschaffen, werden 'er verscheiden aërostatische Machinen in de hoogte gelaaten, van welken eenigen groote gelukwenschingsbrieven, ter eere der schoone Annas, door de lucht droegen. Doch de geheel met de vervulling hunner maagen bezige, anders zo nieuwsgierige, Aanschouwers, sloegen op deze fraaiheid slechts een vlugtigen oogblik.
Talloos is de menigte der tusschen de boomen, of in den middensten Cirkel omwandelenden, welke laatste nog meer gevuld is met een dubbele Gallery voor Princen, Princessen, en de Grooten der Stad.
En nu daalt de Zon, de langgewenschte nacht daalt langzaam neder; de seinschoot dondert; Pauken en Trompetten klinken, en met een sissend geklapper stygt de eerste Girandole met raketten om hoog, en de Luchtbollen mengen zich onder de Starren. Het gansche Amphitheater is verlicht; de groote pragtige verzameling van Menschen is zichtbaar, en de vreugde wemelt in elks oog. - Welhaast wordt 'er een deel der Decoratie verlicht, en Bloemen, Boomen en bouwkunstige Sieradiën vlammen met eene schakeering van veelvuldige kleuren. Dikwyls worden aldus gansche Operas vertoond, en de voorstelling des booms van Diana, welke op een anderen dag aangekondigd werd, zag men uitgesteld door een hevige regenbui, welke de Minnaars der Vuurwerken met een benaauwd hart te gemoet zagen.
Zeer bedroogen zoude echter die geene 'er afkomen, welke zich inbeeldde, dat alles zo zoude vertoond worden, als het Aanplakbillet belooft; de verbeelding moet niet zelden het meest daartoe bydraagen, om het Vuurwerk den naam te geeven, welken de Kunstenaar hetzelve heeft toegedacht. - De Hemel was op St. Anna's avond met Starren bezaaid, de Maan blonk met een halven sirkel, en echter verdonkerden de Kunststarren die der Natuur, en de lucht weergalmde van Ha's en O's, en handgeklap.
Na verloop van een halfuur, zinkt alles in den voorigen nacht te rug; te voet, te paard, of op wagens ylt men weder stedewaards, en, om het gansche schouwspel te zien, heeft elk persoon slechts 21 Kreuzer betaald, behalven zy, welke plaats in
| |
| |
de gallery namen, deeze betaalen 1 Florin. Wanneer 'er echter een regenbui valt, kost het meer, wyl de Fiakers dan zeer duur zyn, en menig jongen Heer, welke zyne Schoone droog te huis wil brengen, kost dit vragtje zomwylen een Souverein, dan niemand weet zo wel den tyd en de omstandigheden in het oog te houden, dan de Fiakers in Weenen, waarom men vooraf, eer men in het voertuig plaats neemt, wel ter degen accordeeren moet: zeer dikwyls vergenoegen zy zich met de helft van het geen zy vraagen, en ryden daar voor zoo spoedig, als de oude, magere, knollen maar loopen willen. Ten allen dage en uure, zullen 'er ten minsten 800 van deeze zich op straat bevinden, welke zich op marktpleinen, by Theaters, enz. onthouden, ja, den ganschen nacht door vindt men 'er.
Het Dier-gevegt is, by deeze gelegenheid, mede een geliefd Schouwspel der Weeners; ja, schoon zy dit tooneel alle zondagen zien, is echter het theater, in welks midden de kamp gehouden wordt, zoo van menschen opgepropt, dat men, na 4 uur, in de beide rondom aangebouwde Loges geene plaats bekomen kan; de aanschouwers zitten, en staan drie, vier dubbeld boven elkander, en een luid vreugdegeschrei verheft zich, wanneer een Beer los gelaaten, van de honden eenige maalen omgesleept, en eindelyk, met bebloede ooren en staart, in zyn hok te rug gedreeven wordt, of wanneer de meester des strydperks, een jong welgevormd Man, ter eere der Weener Schoonen, een Os met éénen steek dood ter aarde velt, - dan klatert een algemeen jubilé en geklap, van meer dan duizend handen, door het groot Amphitheater.
Nu verschynt eindelyk de Berg-Os, met langzaame, zekere, schreden gaat hy eenige reizen op de plaats heen en weder, verachtelyk neemt hy een der op hem aangehitste honden, op zyne horens, en slingert hem in de hoogte, een anderen trapt hy neder, en de vreesachtige Honden vlieden. Trompetten en Pauken verkondigen zynen zegen. Onmiddelyk verschynt 'er een wild Zwyn, met een Zadel van Vuurwerk op den rug; het brand, en knapt, en slaat, en Os, Beer en Honden, geraaken in wanorde en loopen angstig in den kring om. - Het beste schouwspel is een Beer, welke zich aan een, door middel eener lyn, nedergelaaten stuk vleesch hangt, en met het zelve zich hoog in de lucht trekken laat. Hier zweeft hy dan, boven hem ontvlamt eene Vuurmachine, en alles wordt om hem vuur en damp.
Hy blyft echter onbeweegd, en vast, aan het vleesch hangen, tot het vuur ten einde is, en hy weder afgelaaten wordt, waar hy dan een ander stuk raauw vleesch ter belooning ontvangt, wanneer hy in zyn Hok voortspoed.
Gruwzaam is het, dat de meeste Beeren de Slagtanden, en de Stieren de Hoornen, geknot zyn; van de gewigtigste Wa- | |
| |
pens, door de natuur hun verleend, aldus beroofd, worden zy den Honden ten prys; indien deeze niet door vrees te rug gehouden, of geleerd worden slechts den grimmigen te speelen, en zich te vergenoegen met omgejaagd en ligt gekwetst te worden; ten einde, by eene volgende gelegenheid weder gebruikt te kunnen worden.
Op deezen dag, had zich ook een zo genaamde Engelsche Ryder (Monsieur mahieu) met den opzichter van het strydperk verëenigd. Zyn geheele Corps bestond, buiten hem, en eenige paradeerende Muzikanten, alleen uit eenige knaapen, onder welken twee, wyl zy Weeners waren, veel goedkeuring verwierven; ook deeden zy alles, wat men van Kinderen verwagten konde. Weeklyks liet de Heer, volgens gewoonte zyner Kunstbroederen, zyne afreize aanplakken, schilderde de smart, welke het hem veroorzaakte, liet zich echter telkens weder overreeden, te blyven; en wagtte elke gunstige weêrsgesteldheid af, om de Schoonen van Weenen zyne verplichting te betuigen.’ |
|