| weder na Egypte voeren, dewijl jehova ulieden belast heeft, dat gij, langs dien weg, nooit zoudt |
17. | wederkeeren. - Hij zal niet veele Vrouwen hebben, op dat zijn hart niet [van God] afwyke; hy zal ook niet veel zilver en goud verzamelen. - |
18. | Wanneer hij den Koninglijken troon zal beklommen hebben, zal hij een afschrift van deze Wet voor zich nemen, naar het oorspronglyk, dat bij de Priesteren |
19. | uit den stam van Levi is. Dit zal hij gestadig bij zich hebben, en 'er, zoo lang hy leeft, geduurig in lezen, op dat hy jehova, zijnen God, leere eerbiedigen, en alle de geboden dezer Wet, benevens alle |
20. | deze inzettingen, waarneme en volbrenge; zoo dat hij zich niet, hoogmoedig, boven zijne broederen verheffe, noch van de geboden, rechts of links, afwijke, op dat hij zijn rijk voor zich en zijne Nakomelingen, onder Israël, bestendig maake. |
vs. 14, 15. Moses beveelt niet, dat de Israëliten eenen Koning moesten aanstellen. - Zyn geheele ontwerp was een vry Gemeenebest, onder het opperbestuur van God zelven, te vormen en te bevestigen. - Maar, in gevalle zy daar ooit toe mogten komen, om eenen Koning te verkiezen, wil hy, dat zy dien zullen neemen, dien jehova dan zal aanwyzen, en nooit eenen vreemden, maar éénen uit hun volk.
vs. 16. In het bergachtig Kanaän kan Paardenvolk weinig dienst doen ter verdeediging van het Land, het welk door zyne Bergen genoeg gedekt wordt. - Dus kon eene vermenigvuldiging van Paarden voor den Koning alleen dienen; of om zyne Onderdaanen te drukken, of om ontwerpen van verovering te maaken, welk laatste geheel streedt tegen de Grond inrichting van den Hebreeuwschen staat.
Egypte. Kanaän hadt geen Paarden-teelt; maar Egypte leverde veele Paarden uit. Een heerschzugtig Koning zou licht in het hoofd kunnen krygen, om Gosen te veröveren, in welk Landschap de Israëliten weleer gewoond hadden.
vs. 17. Geen prachtig Serail of Harem aanleggen, gelyk de Oostersche Vorsten pleegen te doen - het welk de Hofhouding kostbaar maakt, den Onderdaan drukt en den Vorst blootstelt aan veele kabaalen en partyschappen, enz. Byzonder zouden vreemde Vrouwen; want in zodanige Harems worden veele vreemde Vrouwen, Slavinnen,