Het Hoogste Goed. Leerdicht in vier Zangen. Te Amsterdam by P.J. Uijlenbroek, 1791. In gr. 8vo. 74 bl.
Eigenlyk bestaat dit Leerdicht (zo als de Dichter, bladz. 56, zelve zegt) in eene trits van gulden Zederegelen. De kentekenen van het Hoogste Goed, de grondslag van den eersten Zang, zyn uit j.f. buddeus Dadelyke Wysbegeerte overgenomen; en de derde Zang heeft veele gedachten uit michaelis Leerstellige Godgeleerdheid; welk een en ander in het Voorbericht gemeld wordt. In welk Voorbericht men tevens eenige gepaste aanmerkingen aantreft, op zeker Stukje: de eer van Faustina verdeedigd; uit het Hoogduitsch vertaald, en geplaatst in het Algemeen Magazyn van Weetenschap, Kunst en Smaak, III Deel, bladz. 495, en volgende. De Dichter verkoos die Keizerin liever zoo te laaten als kapitolinus haar heeft afgeschilderd, namenlyk als eene Hoere. En als zodanig komt zy dan ook in den Tweeden Zang voor. Over 't geheel toont de Dichter veel beleezenheid en oordeel; doch wat weinig poëtisch vernust. Wy staan gaerne toe, dat het Leerdicht, van alle Dichtsoorten, het naast by 't prosa mag komen, en het vuur van den hoogeren Liertoon niet behoest te bezitten; doch wy gelooven tevens, dat men nimmer in een Dichtstuk het territoir der Dichtkunste moet verlaaten: zo dat de Poëzy nog minder cieraad dan het proza zoude hebben. Met dat alles zyn in dit Leerdicht eenige zeer sterke en sloute Verzen te vinden, als by voorb. bladz. 22.
't Is alles valsche roem, ten zy men roemen kan,
Een eerlyk mensch te zyn en edelmoedig man.
En bladz. 33.
Ik min hem niet, den man, wiens kunde wyder gaat;
Wiens goudschaal alles weegt op de azen naar der leering:
Juist zoo veel droefheids is 't gehalte der bekeering.
Hy, stigtelyk verwaand en godgeleerd versuft,
(Een teeken van niets meer dan vrageboekvernuft.)
Ontzegt u ware smart aan uwe hartewonden,
‘Want uwe’ vonnist hy, ‘zyn niet als myne gronden.’
Doch 'er zyn te veel anderen die daar by afsteeken, of 'er herömkriöelen, (zo als de Dichter dit woord bezigt, bladz. 37) om het een schoon Leerdicht te mogen heeten. Het onderwerp mag ten hoogsten goed geheeten worden; de behandeling 'er van is gebrekkig.