Verhandeling over het Onderwys in het spellen, leezen en schryven, uitgegeeven door de Maatschappy, Tot nut van 't Algemeen. Te Leyden by D. du Mortier en Zoon, en te Deventer by J.H. de Lange 1791. In octavo, 48 bladz.
By manier van Inleiding gaat men, in dit Stukje, vooraf na, de vereischten van een goeden Schoolmeester; die, gelyk men tevens doet opmerken, wanneer hy bekwaam is voor zynen post, en denzelven met lust vlytig waarneemt, uit hoofde van deszelfs nuttigen invloed, ongelyk meer agting verdient, dan men gewoonlyk den Schoolmeesteren toedraagt. Hierop ter zaake treedende, komt voorts in opmerking de beste, gemaklykste en minst omslagtige manier van onderwys in 't spellen, leezen en schryven. Daartoe verleent men eerst den Schoolmatressen de nuttige onderrigtingen, en brengt verder den Schoolmeesteren onder 't oog, op hoedanig eene manier zy die aangevangen opleiding, om wel te leeren spellen en leezen, tot meerdere volmaaktheid hebben te brengen; mitsgaders, wat zy vervolgens by het Schryfonderwys in agt behooren te neemen: welk laatste gedeelte overgenomen is uit eene ingeleverde Prysverhandeling van den Heer leendert dupper, Schoolhouder te Gorinchem. - De Maatschappy, Tot nut van 't Algemeen, beschouwt het Schoolwezen, met het hoogste regt, als een onderwerp van weezenlyk gewigt, en bevlytigt zig uit dien hoofde alleszins, om deszelfs verbetering te bevorderen, waartoe ook dit Stukje dienstig kan zyn.