worden; en die verdervelyke stroom, die allen bloei en welvaart verderft, zou ons niet wegslepen tot onze onvermydelyke schade. - Zulk eene betamelyke handelwys zou ons inderdaad verheffen boven het redelooze, daar wy ons anders in vele gevallen mede gelyk stellen, zo niet ver beneden het zelve verlagen. - Dat wy ons dan niet altoos misleiden; ons niet op den duur te veel, en te onvergeeflyk, laten bedriegen. Ons bestaan van dwaasheid kan niet blyven duuren. De rust van ons gemoed word gestadig gestoord; en onze staat is in dien beklagelyken toestand, dat het ons, als dezelve verwisseld word, eene eeuwige knaging en kwelling zal moeten baren.
ô Mensch! Wat zyt gy, indien gy de leiding van de Rede verwaarloost. - Hy verdient alleen den naam van Redelyk, wiens daden en handelingen door deze Leidsvrouw bestierd worden; - maar hy, daarëntegen, verdient den naam van Redeloos, wiens bedryven niet binnen de palen der Rede besloten zyn. Waarom is het Vee minder Redelyk, dan vele Menschen? - Het eet en drinkt, volgt zyne lusten en begeerlykheden op. - Het woed tegen andere geslagten, en zommige ook tegen zyn eigen. - Wat doen vele Menschen anders; - zy eten, zy drinken, en volgen alle hunne bedorven lusten en begeerlykheden op; - zy woeden tegen de gansche geschapenheid; - 'er is geen Schepzel van God geschapen, dat hunne wraaklust niet beproeven moet; - dikwils zyn ze wreeder tegens elkanderen, dan de woeste Tygers; en, dat nog alles overtreft, zy woeden tegens hunnen eigen Schepper. - Den Almagtigen zouden zy woedend aanvallen, was het in hunne magt. - Dan de God des Hemels verplettert hen onder zyne voeten. -
Wat zal het een Toneel zyn, als die groote Dag aanligt, die gedugtste aller dagen; - die algemeene Dag, waarop, al wat ooit adem ontvangen heest zal gedagvaard worden voor den grooten Rechter van Hemel en Aarde; en van elk rekenschap afgevorderd zal worden, in hoe ver hy al, en in hoe ver niet, aan zyne bestemming, waartoe hy van zynen grooten Maker verordend was, heeft beantwoord! - Met welk eene angst en benauwdheid zullen velen verschynen in de tegenwoordigheid van den alles wetenden Rechter, als zy hunne bedryven nadenken; als zy nadenken hoe veel leeds zy hunnen Evenmensch hebben aangedaan; hoe vele ongeregtigheden zy tegen hem gepleegd, en hem, onder schyn van regt, op allerlei wyze vervolgd, gekweld, beledigd, van zyne goederen beroofd, en het schrenwendst onregt en ongelyk aangedaan hebbe; - als zy bedenken dat het nu de tyd der ware vergelding is, hoe zullen zy dan zidderen!