Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1791
(1791)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 398]
| |
Achtste brief.Madrid, Sept. 6, 178 -
Zoo ras de Kaapergalei te Tunis aankwam, bezigtigde men den genomen prys, en de Persoonen, nader; het vrouwelyk voorkomen van leonora en haare Kamenier ontdekte welhaast haare Sexe. Zy werden daarop gekleed in zulk een Vrouwen-gewaad, als meest diende om haare schoonheid ten voordeeligste te doen uitkomen, en met de overige Slaaven op de Markt gebragt. De bekoorelykheden van leonora waren te in 't oog loopend, om geene meet dan gemeene aandagt te trekken. De Verzorger van den Dey koos haar voor zynen Meester uit; en dewyl zy verzogt haare Gezellinne by zich te mogen houden, werd aan den Kaaper-Capitein voor deeze een billyke prys betaald. Beschikking op de Slavinnen gemaakt zynde, werd 'er over den verkoop der Slaaven gehandeld; dewyl in den Hof van den Dey eenige werklieden noodig waren, viel het oog des Slaavenbezorgers op Don alonzo, wiens jeugd en bevallig voorkomen zyn oog trokken, en hy nam 'er twee of drie andere tot het zelfde einde. Toen leonora weggeleid werd na het Paleis van den Dey, greep eene geweldige beangstheid de Ziel van Don alonzo aan. Als hy zag dat een traan langs de wangen van zyne Schoone afbiggelde, en met welk een wederzin zy de plaats verliet, werd hy bykans zinneloos, en sprong haarwaards om eene laatste omhelzing te mogen ontvangen; doch, bevindende dat zyne poogingen vrugtloos waren, en dat zyne beweegingen niets anders uitwerkten, dan het gelach der Ongeloovigen te verwekken, poogde hy zich aan den dwang zyns Noodlots te onderwerpen, en liet zich heenen leiden, zonder zich te bekommeren over zyn volgende bestemming. 't Is thans tyd om na Sicilie weder te keeren, waar het onverwagt weggaan der Vlugtelingen een zeer groote onrust veroorzaakte. Naardemaal noch de Vader, noch de bestemde Egtgenoot van leonora, het minste vermoeden hadden opgevat van de verknogtheid tusschen deeze en Don alonzo, konden zy geen reden geeven van deeze afweezigheid, of zelfs veronderstellen, dat zy te zamen gegaan waren. | |
[pagina 399]
| |
Deeze geheele handel was voortgezet met zo veel geheimhouding, dat men ze niet miste voor den volgenden morgen; wanneer zy zich op eenen te grooten afstand vonden om agterhaald te kunnen worden, schoon men geweeten hadt waar zy heen wilden. Maar men ontwaarde dit wegloopen niet, of de Marquis en Graaf wenden alles aan om den draad te vinden, die hun kon leiden tot de ontdekking van den weg dien zy genomen hadden. De eerste kundschap, welke zy opdeeden, was van een Matroos die op de wagt gestaan hadt, op een Schip digt by de Maltésche Feloek, toen dezelve onder zeil ging; hy beschreef den Persoon van alonzo zo naauwkeurig, dat 'er geen twyfel overbleef, of deeze was een der Persoonen die zy zogten; doch wie by hem waren kon niet bepaald worden, voor dat eenige omstandigheden, door een der Dienstbooden van den Marquis aangevoerd, hem verzekerden. dat deeze geene anderen konden weezen, dan zyne Dogter in Manskleederen, vergezeld van haare Kamenier in 't zelfde gewaad. Werwaards het Schip heenen gevaaren was konden zy niet te weeten komen: dewyl het alleen aan den uithoek van de Haven ten anker gelegen hadt, daags te vooren binnen gezeild om een storm te ontgaan, en kort daarop weder vertrokken. Deeze ontdekking gedaan zynde, kon het hartzeer van den Marquis alleen geëvenaard worden door de woede van den Graaf. Eenigen tyd kon de eerstgemelde niet gelooven, dat zyne Dogter zo ongehoorzaam en onvoorzigtig zou gehandeld hebben, noch de laatstgenoemde zich verbeelden, dat zyn Neef zo onvriendelyk en trouwloos, verraadlyk, hem zou bejegenen. Voor eene wyl konden zy het berigt, wegens het verlaaten des Eilands, niet aanneemen. Misleid door deeze hoope, vaardigden zy booden na alle omliggende plaatzen af, om, ware het mogelyk, haare voetstappen op te speuren; doch, by derzelver wederkomst, vonden zy hunne vrees versterkt en verzekerd. Wat nu gedaan? - Don miguel was, in de vervoering van zyn drift, voor het huuren van een Schip, en hun terstond na te zeilen. Maar welk een weg stondt hun te neemen? Niets gaf hun daaromtrent eenig spoor. In 't einde waren zy gelukkig genoeg, om ook ten dien opzigte kundschap te bekomen. Een Schip, den volgenden dag te Messina binnen geloopen, hadt het neemen van de Malteser Feloek gezien, en deeze was, volgens de beschryving, dezelfde, als die, waarin de Vlugtelingen zich begeeven hadden. Don miguel hadt dit niet vernomen, of hy besloot na Tunis te vertrekken, en, of leonora in de armen van haaren Vader terug te brengen, of in die onderneeming om te komen. Dit besluit hadt nogthans andere redenen tot grond. Vriendschap en agting voor den Marquis, van wiens hartzeer hy geen ooggetuigen kon weezen, zonder daarin gevoelig deel te neemen, mogt de eerste en schynbaare oorzaak weezen tot zulk eene wanhoopige onder- | |
[pagina 400]
| |
neeming; maar zyne Liefde tot leonora, die haar wegloopen met eenen ander' niet kon verdooven, en eene begeerte om de trouwloosheid van alonzo te straffen; eene begeerte, welke hy, ondanks de Vriendschap, die zo lang tusschen hun bestaan hadt, niet kon onderdrukken, spoorden hem beurtlings aan tot deeze onderneeming. Hy huurde, derhalven, een Galei, en omtrent twintig Zeelieden aangenomen, en de noodige Leevens- en Krygsvoorraad aan boord bezorgd, hebbende, stevende hy na de Kust van Africa. | |
Negende erief.Madrid, Sept. 12. 178 -
Het gerugt van leonora's uitsteekende schoouheid hadt vóór haar het Paleis bereikt, en de nieuwsgierigheid van den Dey grootlyks opgewekt, zo dat hy, by haare aankomst, de kragt haarer bekoorelykheden erkende, door haar op eene gunstiger wyze te ontvangen dan hy gewoon was nieuwlings gekogte Slavinnen te doen; en, in stede van zich te bedienen van het regt of de magt, die haar gevangen staat over-haar gaf, beval hy, ziende de Schoone door droefheid geheel overweldigd, haar aan de zorg van eenen Gesneedenen, met last om haar met alle toegeeflykheid te behandelen, tot haar geest eene meerdere bedaardheid zou gekreegen hebben. Ten zelfden tyde was Don alonzo na het Paleis gebragt, en geplaatst onder het opzigt van den Oppertuinman des Deys. Bevroedende dat het niets zou baaten zich over te geeven aan de moedloosheid, welke zyne Ziel aangegreepen hadt, deedt hy het werk, hem opgelegd, met eene vaardigheid en naauwkeurigheid, welke hem in de gunst zyns Meesters bragt, die, genoegen scheppende in zyn gedrag, de gestrengheden, welke hy anderzins zou hebben moeten ondergaan, zeer verminderde. Maar, schoon alonzo, bezield met de hoope op een gunstigen lotwissel, die zelden het menschlyk hart verlaat, eene schynbaare wel te vredenheid aannam, terwyl hy zynen arbeid verrigtte, kwelde de onzekerheid, wegens het lot van haar, die hy meer dan zichzelven beminde, zyne Ziel, en toog, wanneer hy vryheid hadt om bot te vieren aan zyne hartbreekende overdenkingen, meenig een diepgehaalde zugt uit zynen boezem. Nu eens schilderde zyne verbeelding leonora af, als heen gesleept wordende na het bedde van den Dey, of een van diens Staatsdienaaren, en gedwongen zich te voegen naar afgeperste omhelzingen; alsdan greep eene oogenbliklyke verwildering zyne Ziel aan, die hem vervloekingen tegen den schender zyns Regts afpersten; dan eens verbeeldde hy zich dat zy den Dolk rukte van de zyde haars geweldigen Eigenaars, om | |
[pagina 401]
| |
dien in haar eigen hart te drukken, en door die wanhoopige daad haar eer ongeschouden te bewaaren. Terwyl alonzo zich met deeze verbeeldingen martelde, hevondt zich leonora's hart in geen geruster staat. Haare vrees werd leevendig gehouden, niet alleen door de onverduldigheid haars nieuwen Meesters, wiens heftigen wil zy wist niet veel langer te zullen kunnen wederstand bieden, dan door haare vrees voor hem, om wiens wil zy haar Geboorteland verlaaten hadt. Gelyk alonzo menigwerf zyner verbeeldinge, op de voorgemelde wyze, botvierde, kon ook leonora niet ontgaan, dergelyke afzwervingen der verbeeldinge te ontwaaren. Nu eens beschouwde zy hem als op de roeibank in de Galei geketend, en bezwykende onder den afgepersten arbeid; dan weder, als gekoppeld aan een slegten Slaaf, werkende aan de vestingen, en niet alleen zugtende onder den harden staf des dryvers, maar zich vol wederzin afwendende van zyn laagen Medegenoot. In deezer voege werden de weezenlyke rampen der ongelukkige Gelieven dikwerf vergroot, door de kragt der verbeelding. Ondertusschen kwam Don miguel, wiens reis door tegenwinden vertraagd was, op de Kust: en eenigen zyner Scheepslieden, wel bekend zynde te Tunis en daaromstreeks, landde hy, onder begunstiging van den nagt, zeer digt by den tuinwal van 't Paleis des Deys. Niemand, dan de wanhoopigste Man, zou ooit iets dergelyks bestaan hebben; de sterkst door hoop bezielde, alleen, kon zich met een gelukkigen uitslag streelen. De gronden, waarop hy te deezer plaatze landde, waren zeer los. 't Is waar, hy mogt veronderstellen, dat de Schoonheid van leonora het oog van den Dey zou trekken, en dat zy, in gevolge hiervan, zou geplaatst worden in diens Harem, aan welks voet hy thans geland was. Dit gesteld zynde, was 'er reden om te gelooven, dat het haar nu en dan vergund zou weezen in de tuinen te wandelen, om de koelte van den avondstond te genieten; doch 'er deedt zich weinig gronds van hoope op, dat hy in staat zou weezen om eenig voordeel te trekken van die omstandigheid. Op eene bloote veronderstelling, derhalven, besloot hy, den wal des tuins, indien mogelyk, te beklimmen, en, om of weder te keeren met de weggeloopene, die hy zogt, of in dit bestaan om te komen. 't Geviel dat de gissingen van Don miguel, schoon 'er veel kans van het tegendeel ware, over 't geheel bewaarheid wierden. Reeds is opgemerkt, dat de Dey, om het gemoed van leonora tot bedaaren, en haar langs dien weg te gereeder tot zynen wil te brengen, last gegeeven hadt, om haar alle vryheden te veroorloven, welke zyne meest begunstigde in den Harem genooten. Leonora hadt, gevolglyk, vryheid, om, als het haar behaagde, in den Hof te wandelen: en dewyl haar | |
[pagina 402]
| |
meeste vermaak bestondt in bot te vieren aan haare gepeinzen, en te praaten met haare Lotgenoot over haaren ongelukkigen toestand, koos zy het afgelegenst gedeelte ten dien einde uit, en wandelde daar tot zeer laat in den avond. By deeze gelegenheid was zy doorgaans slegts van één enkelen Gesneedenen vergezeld, die haare gangen naaging op een voeglyken afstand, doch haar altoos in 't oog hieldt. In dit gedeelte des Hofs was de woonplaats van den Oppertuinman, en rondsom diens wooning stonden verscheide kleine Hutten, ten verblyve zyner Slaaven, die daarin werden opgeslooten, zo ras het werk van den dag gedaan was. Alonzo alleen maakte eene uitzondering op deezen regel. De gunst des Oppertuinmans verworven hebbende door zyne vaardigheid en gedienstigheid, was hy niet onderworpen aan de gevangenzetting zyner Medearbeideren; maar mogt in- en uitgaan als het hem gelustte. Zodanig was het met de zaak gesteld binnen den Hof, op den avond, toen Don miguel zich gereed maakte om dien van buiten te beklimmen. Leonora nam, volgens gewoonte, haare wandeling na dien eenzaamen oord, en alonzo, wiens Medeslaaven allen in slaap lagen, zwierf, in droevige gepeinzen, naby eene Haag, die de Slaavenwooningen van de Wandelpaden afscheidde. Op deezen avond was alonzo, in diepe gedagten als verzonken, de voorgeschreevene paalen te buiten getreeden, toen hy op 't onverwagst uit zyne mymering werd opgewekt, door twee Vrouwenstemmen, zagtlyk in 't Spaansch met elkander spreekende. Het eerste denkbeeld, 't welk in zynen geest opkwam, was, dat zyne Zielsvoogdesse met haare Kamenier de persoonen waren, wier betoverende stemmen hy hoorde, en zyn hart klopte van 't genoegen, op de gedagten, dat hy zich zo naby haar bevondt; maar het bezef van de plaats, waar hy was, en van den vernederden staat, waarin hy zich bevondt, hem ten zelfden tyde bekruipende, stondt hy beweegloos. Op dit oogenblik beklom Don miguel, wiens eens genomen besluit en onverschrokkenheid hem in staat gesteld hadt om alle zwaarigheden te boven te komen, het opperste van den wal: van deezen wierp hy zich in den tuin, naby de plaats, waar de Geneedene was lettende op de hem toevertrouwde Persoonen. De Mahomethaan, een Man zo naby zich ziende, trok terstond zyn zwaard, en dagt, met éénen slag, hem te straffen over zyne indringing; maar Don miguel, vlugger en behendiger, stak zyn zwaard onder den slinkerarm van den Gesneedenen, en hy stortte dood ter aarde Leonora, met haare Kamenier, zag het gevegt; doch niet in staat om te zien wie de ingekomene Persoon was; dewyl de Maan slegts een flaauw schynzel door de boomtakken gaf. Door vrees overmand, gaven zy beiden een luiden gil. Deeze gehoord door Don alonzo, boorde hy door eene kleine opening van de Haag | |
[pagina 403]
| |
heen, en het zwaard van den nedergevelden Gesneedenen opvattende, deedt hy Don miguel, eer hy op het afweeren van den slag kon verdagt weezen, op den grond tuimelen. Nieuwe stoffe van verbaasdheid voor leonora en haare Gezellinne, die van schrik verstyfd stonden, en geen reden wisten te geeven van deeze ontzettende gebeurtenisse. - Dan, hoe zeer nam haare ontsteltenisse toe, als zy zich in haare eigene landtaale hoorden aanspreeken, en vernamen, dat de Spreeker niemand anders was dan Don alonzo! Duizend wederzydsche vraagen zouden plaats gegreepen hebben, was hunne aandagt niet afgetrokken geworden, door het kermen des gewonden, en de Maan ten deezen oogenblikke wat helderder doorbreekende, zagen zy, tot hunne onuitspreekelyke verbaasdheid, dat de daar liggende Persoon de jonge Graaf van calvatara was. De ontdekking verminderde in geenen deele de verlegenheid van leonora. Dat Dou alonzo, met haar gevlugt, en ten zelfden tyde met haar gevangen genomen, zich in den tuin van den Dey bevondt, kon gereedlyk verklaard worden; maar dat Don miguel, dien zy hadt zoeken te ontvlieden, en op Sicilie gelaaten was, onkundig van den weg door de vlugtenden genomen, zich daar ook vertoonde, ging allen begrip te boven. Don alonzo stondt niet min versteld: 't was de tyd niet om van verwondering opgetoogen te blyven. Zyn medelyden ontwaakte, en gedrongen door de bewustheid, dat hy de voornaamste oorzaak was van het deerlyk tooneel, dat zich hier vertoonde; vatte hy de hand zyns Neefs, en bezwoer hem, dat hy zou ontdekken, hoe dit alles bykwam. Don miguel ontwaakte uit zyne bedwelming, op het hooren eener hem zo welbekende stemme, en deedt eene pooging om op te staan; doch zich, door het verlies van bloed buiten staat bevindende, slaakte hy een diepe zugt, en ging weder leggen. Leonora tradt daarop nader, en de deerlyke uitwerkzels ziende, van haaren afkeer der Egtverbintenisse met dien Edelman, borst zy in vervoering van droefheid uit, en toonde, door de geweldigheid haarer vervoeringen, hoe veel zy leedt over de gevolgen van haar onvoorzigtig gedrag. 'Er volgde een nieuw tooneel, ging de Heremiet voort, terwyl een traan zyn oog ontglipte, een tooneel 't welk een belangryke ontknooping van een alleraandoenlykst Treurspel zou opleveren. Don miguel, als tot het leeven weder geroepen, door deeze tekens van deelneeming van de zyde van leonora, sloeg op haar een oog, vol vergiffenis; en, met weinige woorden verhaald hebbende, de stappen door hem genomen ter haarer herkryging: dewyl het leeven, zonder haar, voor hem niets bekoorelyks hadt, verzogt hy haar gebruik te maaken van de gelegenheid, tot ontkomen, welke zyne onbedagte onderneeming | |
[pagina 404]
| |
verschafte. - Daarop de hand tot alonzo uitstrekkende, ten teken dat hy het hem mede vergaf, herhaalde hy by hem het zelfde verzoek, en blies, de hardheid van zyn lot beklaagende; den laatsten leevensädem uit. Het overtreft het Taalvermogen de gesteltenis te beschryven van leonora en Don alonzo, in dit treurige tydstip. Zy stonden eenige oogenblikken verzonken, in verwondering en hartzeer. Maar, vermits het minste vertoeven gepaard ging met de heilloosste gevolgen, drong de laatstgemelde ten sterksten aan op de noodzaaklykheid, om de eenige gelegenheid aan te grypen, die zich immer zou aanbieden, om eene gehaate Slaaverny te ontkomen; eene gehaate Slaaverny niet alleen, maar ook den dood, tot welken zy onvermydelyk zouden verweezen worden; dewyl een Mahomethaan dood gevonden was, in de tegenwoordigheid van Christenen; zulks werd altoos ten strengsten gestraft. De vrees voor een schandlyken en pynlyken dood, in het gemoed van leonora, als een electrike schok werkende, streefde zy voorwaards, zonder te weeten werwaards zy heenen ging. Don alonzo, zich bedienende van dit oogenblik haarer vreeze, bragt haar na dat gedeelte van den wal, waar Don miguel was nedergeklommen, in de hoop van in staat te zullen weezen, om eenig middel te beraamen om 'er haar over te helpen. Moede van schryven, zal ik dit oogenblik van rust waarneemen, om myn Brief te sluiten; in een volgenden, hoope ik deeze belangryke Geschiedenis ten einde te zullen kunnen brengen. | |
Tiende brief.Madrid, Sept. 22. 178 -
Toen Don alonzo en leonora den wal bereikten, bleek de hoogte zo groot te weezen, dat alle hoop, om 'er over te zullen kunnen klimmen, de laatste ontzonk. Maar schrik boezemt menigmaal een moedig besluit in, en scherpt het vernuft. Daar was geen andere keuze, dan het beklimmen van de vrees aanjaagende afsluiting, en den nog veel schriklyker dood, Binnen weinige minuuten, mogt de lange afweezigheid van leonora en haare Gezellinne onrust in den Harem veroorzaaken, en alle de gevreesde onheilen over hun brengen. Aangedreeven door deeze overweegingen, en nog meer bekommerd voor leonora's lot, dan zyn eigen, vloog Don alonzo na de plaats waar de boomladders lagen, en een der langste tegen den wal gezet hebbende, klom hy 'er op, en bereikte eindelyk het bovenste gedeelte. De Siciliaansche Scheepslieden, die, aan de andere zyde op de wederkomst van Don miguel lagen te wagten, en die, door de zwakheid van het Maanlicht, niet wisten of het was die | |
[pagina 405]
| |
Edelman zelve, wierpen Don alonzo een touw toe, hy wist leonora agter zich op te trekken; doch haare Kamenier, die zulk een koen besluit niet kon neemen, of overgehaald worden om haare vryheid op die hachlyke wyze te herkrygen, werd agtergelaaten, tot groot hartzeer van haare Meesteresse. In zodanige wanhoopige onderneemingen, moet het hart, geheel ingenomen met het geen eigenbehoud betreft, zich te vrede stellen over zulke hoogst onaangenaame toevallen. Zodanig was het gesteld met Don alonzo en leonora. Schoon zy het lot bejammerden van de Medgezellinne hunner vlugt uit Sicilie, waren zy, dewyl 'er slegts een oogenblik was tusschen behoud en verderf, verpligt op eigene veiligheid bedagt te weezen. Door de Scheepslieden in het gevaarlyk overklimmen gered, kwamen zy aan boord van de Galei. De Scheepslieden verbeidden, stilzwygende, de komst van den Heer die hun hadt aangenomen; doch door leonora, (die aan eenigen hunner niet geheel onbekend was,) onderrigt, dat hy gesneuveld was, in het volvoeren van zyn wanhoopig voorneemen; en bezeffende, dat, als de dag aanbrak, hun eigen leeven het hoogste gevaar liep, begaven zy zich allen, zonder tydverzuim, aan boord, en staken in alleryl in zee. Niet verre waren zy voortgezeild, of zy ontdekten een Vaartuig uit de Haven van Tunis komende, 't geen zy beslooten dat op hun afgezonden was: zy zetten daarom alle zeilen by, en bedienden zich van de weinige Riemen, die zy aan boord hadden: doch, dewyl het stil was, en de Kaaper een veel grooter getal Riemen gebruikte, naderde dezelve onophoudelyk. Schrik stondt thans geschilderd op aller gelaat, dewyl de meerdere sterkte van het vyandlyk Schip allen denkbeeld uitsloot, van, met hoop op een gelukkigen uitslag, wederstand te bieden, en de Slaaverny onvermydelyk scheen. Leonora voelde zich boven allen getroffen, door het over 't hoofd hangend gevaar; de tederste betuigingen en bemoedigingen van Don alonzo konden haar tot geenerlei bedaaren brengen. Eene beeving, die eene voorboode scheen van eenig allerdeerlykst naderend ongeluk, beving haare geheele gesteltenisse. Hier hieldt de Edele Kluizenaar op, zyn boezem hygde, en verloor bykans het vermogen om te spreeken; maar uitgeroepen hebbende: ‘Goede Hemel! Leef ik om dit te te verhaalen!’ voer hy, naa een kort stilzwygen, met meer bedaardheids voort, en ik zal myn verhaal vervolgen. De Kaaper van Tunis, tot op een kanonschoot genaderd zynde, vuurde uit een der voorstukken, en een kogel schaafde het hoofd van leonora, zo als zy op den boezem van Don alonzo lag te rusten, en nam eensslags haar leeven weg. Verbystering greep Don alonzo aan. Vervoerd door eene begeerte tot wraak, en zyn leeven, noch dat der Scheepsgenooten, agtende, drong hy 'er op, dat zy zeil zouden minderen, | |
[pagina 406]
| |
en de vervolgers inwagten, om ten minsten de voldoening te hebben, van door hun hand te sneuvelen. Maar de Scheepslieden, overtuigd dat zulk een stap alleen door raadloosheid kon ingeboezemd worden, deeden hun best om den weg te spoeden; de bedreigingen en toegezegde belooningen van Don alonzo hadden even weinig uitwerking op hun: zy zetten hun koers voort, tot zy, in 't einde, door het aanwenden van de verëischte Zeemanschap, geholpen door eene lustig opwakkerenden wind, zich buiten het bereik des Kaapers bevonden, en kort daarop het genoegen hadden, dien op een wyden afstand agter zich te laaten. Don alonzo gaf zich nu geheel aan wanhoop over. Niet lettende op 't geen 'er buiten hem omging, hing hy over 't Lyk van zyne hem zo dierbaare leonora; 't zelve met zyne traanen bevogtigende, onder het uitboezemen van de sterkste driftvervoeringen. In deezen staat verbleef hy, tot zy in 't gezigt van Sicilie kwamen, wanneer het geroep der Zeelieden, dat zy Land zagen, hem tot zich zelven bragt. ‘Sicilie!’ riep hy uit, toen de Scheeplingen dit woord herhaalden: ‘Sicilie! ongelukkig Eiland! Kan ik denken u ooit weder te zien. Kan ik, in vergelding van de gunstbetooningen my beweezen, door den Marquis del spinoli, hem het Lyk van zyne eertyds zo tederbeminde Dogter geeven? Of kan ik de verwyten, dat ik de oorzaak ben van haaren dood, verdraagen? Of, zo ik vergiffenis van hem verwierf, zou ik dan myne hand, bezoedeld met het bloed van den Zoon zyns dierbaarsten Vriends, myn eigen Bloedverwant, kunnen toereiken? - Het moet niet weezen: - Onschuldig als ik ben, wat het oogmerk aanbelangt, ik zou moeten bezwyken onder den last en aantygingen van misdaaden, gelyk deeze.’ Op deezen trant sprak Don alonzo by zich zelven, toen het Schip de Haven van Messina naderde; en overlegd hebbende, wat hem te doen stondt, haalde hy het Scheepsvolk over, door de toezegging eener ruime belooning, dat zy hem aan strand zouden zetten, op het naastby gelegene gedeelte van de Kust van Calabrie, en vervolgens het Lyk van leonora aan haaren Vader ter hand te stellen, op dat haar overschot by dat haarer Voorouderen mogt rusten. Gehoor geevende aan de inboezemingen zyner Liefde, hadt hy zich eerst voorgesteld, dit Lyk met zich na Spanje te voeren, en 't zelve in een staatlyk Graf te zetten, ten einde hy, naa zynen dood, by haar mogt geplaatst worden, die het Noodlot hem by zyn leeven geweigerd hadt; maar de schroom van smert aan de smerten haars Vaders toe te voegen, door hem dit dierbaar overschot te onthouden, bewoog hem om het éénig uitzigt van vertroosting, hem nog overgebleeven, te laaten vaaren. Overeenkomstig met het verzoek van Don alonzo, hielden | |
[pagina 407]
| |
de Zeelieden op de Kust van Italie aan, en eene voeglyke plaats om te landen gevonden hebbende, maakten zy zich gereed om hem aan te zetten. - Hier greep een ander hartverscheurend tooneel plaats, hy moest al zyne kloekmoedigheid zamenroepen om staande te blyven. Toen het tydstip naderde, waarop hy, voor altoos, afscheid zou neemen van eene hem voorheen zo dierbaar, gingen zyne gemoedsangsten allen begrip te boven. Hy bevogtigde haar doodbleek, eertyds zo beminnelyk, gelaad met zyne traanen: en, van de Scheepslieden eene belofte verworven hebbende, dat zy, in allen deele, het door hem bevolene zouden volbrengen, rukte hy zich van leonora's Lyk af, geheel in droefenis verzonken, en stapte aan land: hy bleef op den oever, zo lang hy het Schip, 't geen alles, wat hem dierbaar was, medevoerde, kon naoogen. Wanneer Don alonzo te Napels kwam, stelde hy, voor den Marquis del spinoli, een volkomen en egt verhaal op van al het voorgevallene, zints hy diens herbergzaam dak verliet; schryvende de ongelukken, die zyne vlugt met leonora gevolgd waren, toe aan de overmaat hunner wederzydsche Liefde; en diens vergiffenis verzoekende, dat hy de oorzaak van zo veel ongeluks voor hem geweest was, besloot hy met de gelofte, dat hy nimmer eene andere zou beminnen; maar zyne dierbaare leonora aanmerken als zyne Vrouw, tot de Hemel hun zou vereenigen, in eene betere Wereld. Zo ras hy deezen Brief hadt afgevaardigd, vertrok hy heimlyk na Spanje, met voorneemen om het overige zyns Leevens in zyne Geboortestad te slyten, en, door bedryven van boete- en liefdeblyken, vergoeding te doen voor de misdryven aan welke hy schuldig stondt; want, schoon hy, zonder eenigen toeleg, de oorzaak geweest was van den dood zyns Neefs Don miguel, en van zyne beminde leonora, kon hy niet nalaaten, zich zelven aan te zien als daaraan handdaadig, door op eene bedekte wyze Sicilie te verlaaten. Dit waren de voorneemens, welke Don alonzo vormde by zyne te rug reize uit Italie: doch, naa eenige maanden verblyf te Burgos, bevindende, dat hy, door de vriendlyke aanmaaningen der geenen, met welken hy verkeerd hadt, niet in staat zou weezen om het ontworpen plan, daar blyvende, uit te voeren, op eene wyze met zyne wenschen strookende, besloot hy zich aan de wereld te onttrekken en het Monniken-gewaad aan te neemen; en, daar de gestrengheden der Broederschap van Montserrat het meest met zyne inzigten scheenen overeen te komen, maakte hy aan dat Klooster eene somme gelds, overeenkomstig met zynen rang, en vertrok, in weerwil van alle afmaaningen, derwaards. Den vereischten proeftyd uitgestaan, en zich, door zyne voorbeeldlyke Godvrugtigheid en Nederigheid, waardig betoond hebbende om toegelaaten te worden, kreeg hy eene der Her- | |
[pagina 408]
| |
mitages, hier boven beschreeven, en was nu, zints omtrent twee jaaren, bezitter geweest van die, welke door haare netheid en aangenaame ligging, zo zeer myne aandagt getrokken hadt. ‘Zodanig, edele Vreemdeling!’ in deezer voege besloot de Kluizenaar zyn verhaal, ‘is de zamenloop geweest der omstandigheden, die myn vertrek uit de wereld veroorzaakt hebben, in een leeftyd, veel vroeger, dan men doorgaants zulk een besluit neemt; deeze hebben my bewoogen, om alle genietingen, die Rang en Rykdom my konden verschaffen, op te offeren. - Gy zult u nu niet verlegen vinden, om reden te geeven van de aandoenlyke uitboezeming, welke ik deed, toen gy de byzonderheden myns leevens verlangde te weeten. Indien het breed verslag, van zulk eene schielyke opeenhooping der bedroevendste omstandigheden, u eenige voldoening geschonken heeft, vind ik my dubbel beloond voor de verdrietlykheid des verhaals; en ik zal my gelukkig agten, indien het leed, door my geleden, een middel mag weezen om my aan te beveelen in het aandenken eens Persoons van uwen aandoenlyken aart.’ Hier eindigde Don alonzo, zyne treffende geschiedenis. En ik bevond my in den staat van adam, toen de Engel, (gelyk milton het afmaalt,) zyn belangryk verhaal beslooten hadt. - 't Zal noodloos weezen, hier by te voegen, dat ik dagt, niet te sterk te kunnen zyn in myne dankbetuigingen. - Naa het overige van den dag met den waardigen Kluizenaar gesleeten te hebben, op eene wyze, waaraan ik altoos met genoegen zal gedenken, verliet ik zyn klein Paradys, en klom af na het Klooster, waar ik tot den volgenden morgen bleef. C.D. |
|