Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1791
(1791)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijZesde brief.Madrid, Aug. 1, 178-
Weinig dagen vóór het vertrek deezer twee jonge Spaansche Ridderen, van Sicilie, stelde de Marquis del spinoli hun voor, het vermaak van een Wilde-Zwynen Jagt te neemen; een geliefde uitspanning des Siciliaanschen Adels. Leonora, die van haare vroege jeugd het paardryden geleerd, en menigmaal haaren Vader op dusdanige Jagtpartyen vergezeld hadt, zou van de party weezen. Als zy boschwaards reeden, hieldt zich Don miguel aan de eene en Don alonzo aan de andere zyde van deeze Juffrouw; beiden waren zy even zeer in hun schik, en zogten den tyd door aangenaame gesprekken, onder den weg, te korten, tot dat zy de Jagtplaats bereikten. Zy reeden dus voort, zonder dat eenige denkbeelden van jalousy hun genoegen verbitterden. De agting, welke zy elkander toedroegen, die aan de zyde van Don miguel grootlyks vermeerderd was, zints zyn Neef hem van den slag des Moors verlost hadt, verbande allen wantrouwen. In alle andere opzigten, be halven hunne geneigdheid voor leonora, greep 'er tusschen hun eene volmaakte onagterhoudenheid plaats; doch ten dien aan, ziene bewaarde elk zyn geheim. In de daad, alonzo wist niet, dat het genoegen, 't welk hy schiep uit het beschouwen dier Schoone, tot Liefde opklom, en hadt hy nimmer in zyn hart eenige verwagtingen ten haaren opzigte gekoesterd. De oplettenheid, welke hy haar betoonde, scheen hem zelfs en zyn Neef niets meer dan de Galanterie, welke ieder Spanjaard in 't byzyn | |
[pagina 352]
| |
eener Dame in agt neemt. Zy reeden, derhalven, zamen, vrolyk koutende, zonder eenig inmengzel van jalousy. Naauwlyks waren zy in het Bosch, of een Wild Zwyn, van eene verbaazende grootte, kwam uit zyn leger te voorschyn, en werd heftig door de Honden naagezet. Donna leonora, die het aan geen moed ontbrak, zette het na, en was welhaast de voorste van de geheele Jagtparty. De twee jonge Spanjaarden poogden elkander voorby te streeven, en zich naast haar te houden; nayver, schoon vry van alle bitterheid, vervulde hunne boezems. Terwyl zy dus driftig het schuimbekkend Beest naazetten, kwam het Zwyn, door een korten toegang, schielyk toeschieten op de voorsten der Vervolgeren, en viel woedend aan op leonora's paard. Dit moedig Dier sprong te rugge; doch week niet ver genoeg om een beet der slagtanden te ontgaan, welke de zenuwen van een der agterpooten zo diep wondde, dat het paard, niet langer magtig om te staan, ter aarde viel. Don miguel, het gevaar ziende waarin zyne Meestresse zich bevondt, door de beweegingen van het gewonde paard, sprong van 't zyne af, en haar gelukkig, zo als zy viel, in zyne armen vattende, zette hy haar op haare voeten neder. Dit nogthans zou weinig tot haare behoudenis gediend hebben, hadt alonzo niet, op 't zelfde oogenblik, onverschrokken, zich tusschen deeze Schoone en het Wilde Zwyn gesteld, 't geen met volle woede op haar afkwam, en haar, dewyl zy het niet kon ontwyken, eene doodlyke wonde zou hebben toegebragt; maar de moedige jonge Spanjaard, van zyn paard gesprongen, om met te meer zekerheids het Zwyn tegen te gaan, zette zyn Zwynenspeer in zulk eene rigting, dat het Beest dien in den mond liep, en zich gestuit vondt in zyn vaart. Onbeweeglyk stondt hy in die houding, terwyi het Zwyn te vergeefsch poogde zich los te wringen, tot de Marquis met eenige Jaagers opkwam; en het werk, door alonzo begonnen, voltooide. Donna leonora bedankte den jongen Graaf zeer beleefd voor den dienst aan haar beweezen; maar toen zy zich tot Don alonzo wendde om haare dankbaarheid te betuigen, voor de behoudenis van de woedende tanden des Wilden Zwyns, bloosde zy, en drukte zich stamelende uit. De Marquis bedankte hun beiden, op 't hartlykst, met verzekering, dat dit moedbetoon hun altoos dierbaar by hem zou maaken. Een ongeval, 't welk zo deerlyk hadt kunnen afloopen, maakte een einde aan de Jagtparty, en zy keerden weder na het Paleis van den Marquis. Deeze ontmoeting deedt de hoogagting die de Schoone Siciliane aan alonzo toedroeg, merkelyk vermeerderen, en vergrootte het vergelykend onderscheid tusschen dien jongen Ridder en diens Neef. Zy merkte hem thans aan als de Behouder van haar leeven, en wenschte, dat de Hemel over haar toekomend lot zodanig mogt beschikken, dat zy in 't geval kwame, om haare dankbaarheid door de tederste aandoeningen te betoonen. - | |
[pagina 353]
| |
Doch dit was een wensch aan welken zy geen bot durfde vieren; die blinde onderwerping, welke de Vrouwlyke telgen van edele Familien in Spanje aan den wil der Ouderen betoonen, en de volstrekte afhangelykheid van denzelven, waarin zy opgevoed worden, stelde haar in staat om eene hoop te onderdrukken, welke aan haar Vader niet aangenaam zou kunnen weezen: zy zag den dag vastgesteld tot het vertrek van den Persoon, dien zy boven allen beminde, met eene schynbaare bedaardheid naderen. Toen de jeugdige Vreemdelingen van haar afscheid namen, ontglipte haar een zugt, van warmer oorsprong dan van Vriendschap. Don miguel zette die met de streelende hoop eens Minnaars, op haare rekening. Hy hadt even te vooren den Marquis verzekerd, dat hy nooit zou ophouden met zyne schoone Dogter te beminnen, maar dat hy, overeenkomstig met het voorschrist van den Marquis, by zyne wederkomst in Spanje, de toestemming zyns Vaders, waaraan hy niet twyfelde, verworven hebbende, terstond na Sicilie zou wederkeeren, zich voor hem nederwerpen, in de hoope van desgelyks de zyne te verkrygen. Hy verzogt dien Edelman, op het ernstigst, in dien tusschentyd geene beschikking te maaken over de hand zyner Dogter. Don juan wilde hem geene volkomene toezegging schenken; doch liet zich genoeg uit om den jongen Graaf te doen besluiten, dat die Egtverbintenis hem niet ongevallig zou weezen. Don alonzo verliet, met grooten wederzin, eene plaats, waar hy zo veele genoeglyke dagen gesleeten hadt, en zugtte, even als leonora gedaan had, zyns ondanks, wanneer hy haar verliet. Maar, zo ras hy getreeden was in de Galei, die hun na 't vaste land zou voeren, verdween elk naargeestig denkbeeld; hy betoonde zich geheel opgeruimd als voorheen, alleen denkende om het vermaak en het voordeel, 't geen hem wagtte uit het bezoeken van verscheide Hoven in Italie. De jonge Graaf, die geen vermaak kon vinden, dan in de herinnerende beschouwing van Donna leonora's bevalligheden, en geene verwagtingen kon koesteren, hem zo aangenaam als het botvieren aan zyne hoop en wenschen, bleef een geruimen tyd in die droefgeestige luim, welke hem bevangen hadt by het scheiden van leonora. Don alonzo boertte met zyne ernsthaftigheid, doch kon hem 'er niet van afbrengen. Tot nog had hy zyne geneigdheid voor leonora by zyn Neef bedekt; eene bedekking, niet ontstaande uit mangel aan vertrouwen, of eenige vrees van in hem een Medevryer te zullen vinden; maar alleen uit een wederzin, waarvan hy geen reden wist te geeven, om eene Liefdedrift te erkennen, die als nog geene voldoening kon erlangen. Afweezigheid, nogthans, een Vertrouweling noodig maakende, by welken hy zyne bekommernissen mogt uitboezemen, het eenig vermaak, 't geen een Minnaar in 't afweezen van het voorwerp zyner Liefde kan sinaaken, te genieten, het spreeken van zyne Meestresse, nam hy de eerste ge- | |
[pagina 354]
| |
legenheid, naa dat zy zich te Napels bevonden, waar, om met verrukking zich uit te laaten, over de Gastvryheid van den Marquis del spinoli, en over de bekoorelykheden van Donna leonora. Don alonzo vereenigde zich gereedlyk met hem om die beide te pryzen, en toen zyn Neef hem zyn oogmerk te verstaan gaf, om by de t'huiskomst zyns Vaders verlof te vraagen, tot het ten Huwelyk verzoeken van leonora, waartoe de Marquis hem eenige hoope van een gelukkigen uitslag gegeeven hadt, gevoelde Don alonzo geen dier onaangenaame gewaarwordingen, die uit jalousy opwellen, of eenige neiging om hem in den weg te weezen. Schoon hy de beminnelyke leonora hoogst bewonderde, en de tederste aandoeningen gevoelde, wanneer hy haar zich voor den geest stelde, kon hy de Liefde, welke hem vervulde, niet van Vriendschap onderscheiden; hy begreep dus, dat hy in staat zou weezen, om, met dezelfde belangloosheid, dezelfde onschuldige hoogagting haar toe te draagen, wanneer zy de Egtgenoot zyns Neefs wierd. In deeze gesteltenisse bleeven zy beiden, tot hunne wederkomst in Spanje, verhaast door eene gevaarlyke ziekte des ouden Graafs van calvatara, eenige maanden voor den tyd tot het voleindigen van hunne reis bepaald. De twee Ridders, die zich te Milaan bevonden, toen zy deeze ontrustende tyding kreegen, spoeden na hun Vaderland; doch daar komende, was de oude Graaf reeds overleden. Don miguel betreurde zynen Vader, gelyk een Kind betaamt, 't welk zynen Vader agt en bemint, en Don alonzo, wien de Graaf ten Vader gestrekt hadt, betaalde eene schatting van opregte dankbaarheid aan diens naagedagtenisse. Maar dewyl de Jeugd het leevenstydperk is, waarin de droefenis geen bezit van het hart neemt voor eenen geruimen tyd, nam die by beiden welhaast af, en veranderde in een teder aandenken aan dien waardigen Man. De genegenheid des jongen Graafs voor leonora bragt niet weinig toe tot het schielyker slyten zyner rouwe. Toen de eerste ontroering bedaard was, en hy die schikkingen op zyne huislyke zaaken, welke zyne Opvolging, in 's Vaders Rang en Middelen, voor hem noodzaaklyk deeden worden, gemaakt hadt, werd hy bedagt om het gewenschte Huwelyk te voltrekken. Thans had hy van Vaderlyk gezag geene wederstreeving te dugten, en stelde vast, om, zo ras de rouw over zyn Vader het toeliet, na Sicilie te gaan; niet twyfelende, of de verworven Rang en eigen Middelen zouden alle tegenwerpingen van den Marquis del spinoli wegneemen. Hy verzogt zyn Neef hem op reis te vergezellen; deeze stemde het gereedlyk toe. De volkomenste en tederste vriendschap vondt nog by hun plaats, en, schoon Don alonzo nu de middelen van zynen Vader, Don gusman cardona, bezittende, die | |
[pagina 355]
| |
aan de bezorging des overleden Graafs van calvatara, tot aan zyne Meerderjaarigheid, toevertrouwd waren, zyn eigen Huis betrokken hadt, digt by dat des jongen Graafs in de Stad Burgos gelegen, verminderde die scheiding hunne vriendschap niet: zy namen dezelfde uitspanningen, en waren meest altoos by den anderen. Don alonzo, de gesteltenis van zyn eigen hart niet te regt kennende, dugtte in geenen deele, dat 'er iets kwaads te wagten stondt, uit zyne tegenwoordigheid by de Egtverbintenisse zyns Vriends: hy twyfelde niet, of hy zou in staat weezen om in diens geluk te deelen, zonder eenige onaangenaame gewaarwording te gevoelen; hy stemde gevolglyk toe, zyn Reisgenoot te weezen. Dan, hy was niet zo geheel belangloos in dit stuk, als hy meende; eene heimelyke neiging, welke hy volmaakt schuldloos keurde, dreef hem aan, en deedt hem verlangen na de gelegenheid, die zich aanboodt om de beminnelyke leonora nogmaals te zien. Zo bedrieglyk is het menschlyk hart! Vaar wel! gy ziet uit de lengte van mynen Brief, dat ik gaarne aan uwe nieuwsgierigheid voldoening schenke.
C.D. | |
Zevende brief.Madrid, Aug. 28, 178 -
Een langer tydsverloop, dan ik voorhad, myn waarde grafton, heeft 'er plaats gehad, tusschen deezen en myn voorgaanden Brief. Een reisje na Ildefonse en eenige andere plaatzen, is 'er oorzaak van. Maar, zonder eenige verdere verdeediging te maaken, voor het op de pynbank leggen uwer nieuwsgierigheid, zal ik voortvaaren met de Geschiedenis des Edelen Kluizenaars. Don miguel kwam met zyn Neef alonzo te Messina, en werden door den Marquis del spinoli, die zich van tyd tot tyd daar moest ophouden, met alle bewyzen van hoogagting en vriendichap ontvangen. De goede gedagten, die hy van deeze Ridders hadt opgevat, waren, staande hun afweezen, niet verminderd, hy was waarlyk verheugd, hun weder te mogen zien. Donna leonora was niet min verblyd over hunne wederkomst: ten minsten over die van één hunner. Niettegenstaande zy den indruk, welken Don alonzo op haar hart gemaakt hadt, geduurende het eerste bezoek, zorgvuldig bedekte, hadt hy en zyn Neef het Eiland niet verlaaten, of eene droefgeestigheid benevelde haar geest, geene vermaaken konden dezelve verdryven. Zy vondt het meeste genoegen in eenzaame wandelingen, in den Hof haars Vaders, om lugt te geeven aan haare zugten en traanen. In gezelschap poogde zy nogthans, een veel ver- | |
[pagina 356]
| |
genoegder houding aan te neemen; doch het was voor een oplettend oog ligt te ontdekken, dat de lach op haar gelaat niet uit het hart voortkwam. Zodanig was het te Messina gesteld, toen de twee Spaansche Ridders zich aldaar op nieuw vervoegden. Eene schynbaare bedaardheid was alles waarop leonora kon roemen; doch wanneer zy by haaren Vader werden ingeleid, voelde zy haar hart ten sterksten ontroerd. Het genoegen, 't welk zy gevoelde in nogmaals den Man te zien, dien zy boven alle anderen agtte, onderging geen kleine vermindering, toen Don miguel haar door haaren Vader werd voorgesteld, als haar aanstaanden Echtgenoot. De jonge Graaf van calvatara kwam by haar met dat vertrouwen, (schoon gepaard met eerbiedenisse) 't welk de bewustheid van genoegzaame aantrekkelykheden, om wel te slaagen, inboezemt. Zyne middelen zyn rang, zyne bekwaamheden, hadden de bykomende prikkel van verwaandheid, zo eigen aan jonge Heeren, niet noodig om hem te verzekeren, dat hy geene weigering hadt te dugten; zyn voorkomen hadt, derhalven, hoe eerbiedig, niets van de beschroomdheid, welke waare Liefde inboezemt. Leonora ontving den voorslag met alle mogelyke beleefdheid, en, dewyl zy elk bevel van haaren Vader gehoorzaamde, met die onderwerping, welke alle Siciliaansche Dogters van zeer vroeg af wordt ingeprent, hadt Don miguel geen reden om onvoldaan te zyn over de ontmoeting. Hoe veel verschilde hiervan de eerste aannadering van Don alonzo. Hy verscheen niet in leonora's tegenwoordigheid, en beschouwde haar meer ryp gewordene Schoonheid, die, zints hy haar laatst zag, een toeneemende vastheid van trekken gekreegen hadt, of zyn hart begon te kloppen, en eene beeving doorwoelde zyne geheele gesteltenisse; waaruit hy bemerkte, dat, het geen hy dus lang voor Vriendschap gehouden hadt, in de daad diep in 't hart gevestigde Liefde was. Hy naderde haar, overzulks, met vry minder zelfvertrouwen dan Don miguel, en eerbiedig op haare hand nederbuigende, verborg hy bezwaarlyk de aandoeningen welke zynen geest beroerden. Leonora was van haare zyde niet min ontroerd. Haar hand beefde, terwyl alonzo dezelve drukte; een leevende blos verspreidde zich over haar beminnelyk gelaat, en haar hart gevoelde eene klopping, gelyk aan die het hart haars Minnaars bewoog. Gelukkig voor hun beide, was de Marquis druk in gesprek met den jongen Graaf, om dien eenige omstandigheden, den dood zyns Vaders betreffende, af te vraagen; zo dat hunne wederzydsche zamenstemmende ontroeringen, voor anderen, ongemerkt voorbygingen. Van dit uur af, verspreidde zich eene Droefgeestigheid over het gelaat van Don alonzo, welke de opmerking zyns Neefs | |
[pagina 357]
| |
niet kon ontsnappen, en hem bewoog de oorzaak te vraagen. Juist op dien tyd heerschte de Siroc, (een heete Zuidooste wind, die, in zommige jaargetyden, op Sicilie waait, en veelen in eenen kwynenden staat doet vervallen,) aan deezen schreef hy zyne ongesteldheid toe; en zelfs naa dat die wind over, en de hette gemaatigd geworden was, diende die wind ten voorwendzel. Leonora, alleen, zag uit welken oorsprong die ongesteldheid voortkwam, en hadt zy vryheid gehad om haare neiging te volgen, zou zy balzem in zyne wonde gegooten hebben. Toen de dag, op welken het bedoelde Huwelyk voortgang zou hebben, naderde, vermeerderden de bekommerdheid en angst van alonzo; en leonora zag denzelven te gemoete met een tegenzin aan afkeer grenzende. Schoon de oogen, tot nu toe, de eenige tusschenkomende middelen geweest waren, waardoor de Gelieven over elkanders gevoelens konden oordeelen, was derzelver aanduiding niet mis begreepen. Don alonzo verstondt uit die van leonora, dat zy de aangebooden hand zyns Neefs niet aanvaardde, met die gereedheid welke zyne eischen op haare Wederliefde scheenen te vorderen: hy dagt desgelyks, dat hy uit dezelve een straal zag voortkomen, die hy op zyne rekening mogt plaatzen; doch ten zelfden tyde, kwam 'er een onverzetbaare hinderpaal by hem op, die hem belette voordeel te doen met de ontdekking. Kon hy eene gedagte involgen, zo zeer strekkende, om het geluk van eenen, by hem zo hooggeagten en geliefden, Bloedverwant om verre te stooten? Eer en Vriendschap beiden wraakten het denkbeeld zelve. Eer en Vriendschap, nogthans, zyn maar al te dikwyls zwakke beletzels tegen den veel vermogenden indrang der liefde. De Stryd in Don alonzo's boezem was geweldig, en intusschen naderde de noodlottige dag, die zyne hoope geheel stondt af te snyden, binnen kort; hy verviel in een staat van vertwyfelende Mymering, die naauwlyks te beschryven is, en alleen geevenaard kan worden, door die van zyne Zielsvoogdesse. In deezen hachlyken toestand, kwamen zy by toeval by den anderen in een Oranjerie, aan 't einde des Hofs van den Marquis; een afgezonderde plaats die de schoonste gelegenheid gaf voor eene nog gesinoorde ontdekking. - De tyd, geduurende welken zy waarschynlyk niet zouden waargenomen worden, liet niet toe, die staatlyke liesdeverklaaringen aan de eene, en die weigeringen aan de andere, zyde te doen, welke doorgaans het voorspel van alle vryadien uitmaaken; naa opregtlyk de wederzydsche genegenheid betuigd, en gelosten van altoosduurende Liefde gedaan te hebben, voeren zy voort met het beraamen van middelen, om het naderend kwaad te ontwyken. De eischen van Eer en Vriendschap aan zynen, en van Kinderpligt aan haaren, kant, woogen zo ligt als een pluim in de | |
[pagina 358]
| |
schaale, gelegd tegen die heftige, diepgewortelde en van zelfs opgewelde, Liefdedrift, welke zy nu erkenden voor elkander te voelen, en welker stoorenis zy zo zeer vreesden. Aangespoord door de dringende omstandigheid, waarin zy verkeerden, stemden zy overeen het Eiland te verlaaten by de eerste gelegenheid, welke zich opdeedt, en een Land te zoeken, waar zy, vereenigd door onverbreekbaare banden, bot mogten vieren aan die Liefde, welke zy voelden niet te kunnen bedwingen. Deeze afspraaken gemaakt zynde, begaf zich Don alonzo na de Haven, om te onderzoeken of 'er een Schip zeilree lag. Gelukkig vernam hy, dat 'er een Feloek met het naaste hoog water na het Eiland Malta stondt te slevenen. Naardemaal de plaats, werwaards zy zouden gaan, geen stuk van keuze was, en 'er geen tyd te leur mogt loopen, sprak hy met den Capitein af. om hem, nevens een Vriend, aan boord te neemen; en om zich van geheimhouding te verzekeren, betaalde hy den Capitein ryklyk vooruit, met belofte van eene goede vereering, als de reis volbragt zou weezen. Hoe hiervan kennis aan leonora te geeven, ging met zwaarigheden vergezeld; doch een veelbeduidende oogwenk een ander mondgesprek, ter voorgemelder plaatze, verworven hebbende, spraken zy daar af, dat zy, in Mansgewaad verkleed, het huis haars Vaders zou verlaaten; alleen vergezeld van eene getrouwe Dienstmaagd even zo vermomd, en hem aan de Haven ontmoeten, omtrent den tyd dat het Huisgezin te bedde ging, 't geen juist de tyd was, dat het Watergety tot het vertrek diende. Alles slaagde naar wensch van Don alonzo en leonora, zy kwamen, zonder ontdekt te worden, aan boord, en daar de zeilen reeds bystonden, waren zy schielyk uit het gezigt des lands. Toen de morgenstond aanbrak, bevonden zy zich buiten de Golf van Messina, en zetten, met een gunstigen Wind, koers na Malta. De aandoeningen, welke op dien tyd de gemoederen der Gelieven vervulden, te beschryven, is eene onuitvoerbaare taak. Het vooruitzigt van, binnen kort, zich te zullen bevinden op eene plaats, waar zy vryuit de neigingen van hunne harten zouden mogen opvolgen, vervulde hun met een genoegen, 't geen zy nooit in die maate gesmaakt hadden; doch deeze vervoeringen wierden niet weinig gemaatigd, door de overdenking tot welk een prys zy dezelve kogten, door de verbreeking van de heiligste verpligtingen. Zy hadden, egter, niet lang tyd om zich in deeze overleggingen toe te geeven; want naauwlyks waren zy het noord-oostelyk voorgebergte van het Eiland omgezeild, of eene Galei van Tunis, van de grootste soort, kwam hun in 't gezigt: en dewyl het vaartuig, waarop zy zich bevonden, niet geschikt was om | |
[pagina 359]
| |
eenigen wederstand te bieden, werden zy terstond genomen. Don alonzo wenschte vuurig den Ongeloovigen wederstand te bieden, en tot verdeediging van eene aan welke hy verbonden was, met dierbaarder banden dan die van Bloedverwantschap, dien moed te betoonen, welken hy voorheen tegen hun had doen blyken: doch, toen de Kapergalei na genoeg kwam, om juist onderkend te worden, verdween alle denkbeeld van verdeediging. Wat leonora betreft, haare aandoeningen en beweegingen zouden haare verkleeding terstond verraaden hebben, was niet elks aandagt aan boord op zich zelven gevestigd geweest. Zy werd dood bleek, haar gantsche gesteltenis bezweek, en haare oogen, met een stilzwygende beklemdheid van ziel, op Don alonzo slaande, scheen zy daarmede eene angstige bezorgdheid over zyn welzyn uit te drukken, gemengeld met de verwyten van haar eigen hart, wegens den onvoorzichtigen stap door haar gedaan. By de overvaart der Gelieven na Tunis zal ik afbreeken, en, in een volgenden, den draad der Geschiedenis weder opvatten.
('t Vervolg by eene nadere gelegenheid.) |
|