Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1791
(1791)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 558]
| |
Gebeden der Portugeesche Jooden. Door een Joodsch Genootschap uit het Hebreeuwsch vertaalt. 's Graavenhaage by Lion Cohen, 1791. Behalven het Voorwerk, 436 bladz. In gr. octavo.Een Joodsch Genootschap, bezeffende dat velen hunner Geloofsgenooten, by mangel ener grondige kennisse der Hebreeuwsche tale, de Nationale Gebeden, die, volgens een vast gebruik, in 't Hebreeuwsch uitgesproken worden, met behoorlyk verstaen, heeft het raedzaem geoordeeld dezelve in 't Nederduitsch te vertolken. Hier door verkrygen de minkundigen, die zo wel als de kundigen in 't Hebreeuwsch tot God naderen, ene gunstige gelegenheid, om den inhoud en den zin dier eerbiedige aenspraken tot God, naer den eisch, te verstaen; het welk hen dan geschikt maekt, om het zielverrukkende der Gebeden te gevoelen, en dus, niet alleen met den mond, maer ook met het verstand, in hartlyke aendoeningen, God te verheerlyken. Deze Verzameling is geschift in vier Afdeelingen. Het eerste Deel, thans afgegeven, behelst ‘Gebeden voor Dagelyks des Sabbats, Feesten van Nieuwemaan, Inwyding en Loten, andere byzondere gelegenheden, enz.’ In het tweede zal men plaetzen ‘Gebeden voor het Feest der Ongezuurde brooden, der Weeken en Hutten.’ Het derde zal voordragen ‘Gebeden voor de vyf Vastdagen,’ en het vierde, eindelyk, ‘Gebeden voor het Nieuwejaarsfeest en den grooten Verzoendag.’ Met de afgifte des eersten Deels leveren de Heren Uitgevers ene algemene Voorreden, waerin gehandeld word, over den algemenen oorsprong van 't Gebed, ontstaende uit ene eerbiedige hoogachting voor God, een levendig gevoel van de noodzaeklykheid zyner hulpe, ter vervullinge onzer behoeftigheden, en ene erkentlyke dankbaerheid voor zyne zegeningen. Verder laten ze zich uit, over de wyze, op welke hunne Nationale Gebeden ontstaen zyn, die, naer der Jooden overlevering, aenvanglyk herkomstig zyn, uit hunne bekende Groote Vergadering, onder de voorzitting van Esdras; waerby vervolgens, in onderscheiden omstandigheden, ook andere Gebeden gekomen zyn. - Ze zyn des, volgens hunne opgave, ‘byeengebragt, uit het Afschrift der Groote Vergaderinge; de Chaldeeuwsche stukken, den Talmud, de nieuwe Gedichten, eeni- | |
[pagina 559]
| |
ge hoofdstukken van het Boek Mosis, verscheiden Psalmen, en eenige Texten der andere Bybelboeken:’ welk een en ander hier nader opgehelderd word. - Wyders behelst die Voorreden nog, na een verslag van vroegere Vertalingen, en een bericht van 't geen men in dezen in agt genomen heeft, ene korte Beschryving van het Joodsche Maenjaer en ene Verklaring der Hoogtyden en bestemde dagen, welken daerin voorvallen. By den aenvang van 't Werk zelve, vind men aen 't hoofd gepiaetst, de dertien Geloofsstukken van den Joodschen Godsdienst, benevens etlyke Smeekdichten, de zegeningen by byzondere gelegenheden, en smekingen in zommige omstandigheden, waer toe ook behooren, de heiligingen, achter aen dit Deel gevoegd, die zomtyds in de gebeden herhaeld worden. Hierop volgen dan de bovengenoemde Gebeden, met de daer toe behoorende stukken. En ten laetsten geeft men, aen 't einde van dit Deel, nog ene Tafel der Afdeelingen, met de vyf Boeken van Moses, en uit de schriften der Propheten, die weeklyks voorgelezen worden. Hier en daer heeft het Genootschap het voorgestelde door enige aenmerkingen opgehelderd, dienende inzonderheid ter verklaringe van zommige Hebreeuwsche benamingen en Joodsche gebruiken. Zodanig een Werk is, uit eigen aert, en overeenkomstig met het opgemelde hoofddoelwit van het Genootschap, bovenal geschikt voor de Portugeesche JoodenGa naar voetnoot(*): ondertusschen kunnen ook de Christenen, vooral dezulken, die zich toeleggen op het nagaen van de denkwyze en de gebruiken der Jooden, 'er een nuttig gebruik van maken. Men zal het, met dat of enig ander oogmerk, nog al met te meer genoegen kunnen doorbladeren, om dat alles op ene nadruklyke wyze eerbied en liefde voor God inboezemt, dat dikwerf ten krachtigste voorgesteld word; en waeromtrent de Heren Vertalers ons Nederduitsche taeleigen beter gade geslagen hebben, dan men gewoonlyk van Portugeesche Jooden zou verwachten. |
|