tog van Florence, welke van dien tyd af aan zoo smoorlyk op haar verliefde, dat hy, als 't ware, geene oogen hadt, dan voor haar alleen. Dit ging zelfs zoo verre, dat hy aan haar man pirter kennis gaf, hoe hy met deszelfs huisvrouwe stond; denzelven tevens groote gunsten beloovende, indien hy zich van bianca wilde onthouden, en haar aan hem overlaaten. Dit gelukte, en pieter werdt, sints dien tyd, opzichter over des Groothertogs Kleedkamer: welk ambt hy evenwel niet lang waarnam, nadien hy door de Broeders van zekere Weduwe, die hy beminde en wat veel bezogt, van kant werdt geholpen; laatende dus zyne Vrouw geenzins als eene bedroefde Weduwe zitten. Intusschen had zy by den Groothertog reeds twee kinderen overgewonnen; terwyl deszelfs Gemalinne eerlang
kwam te overlyden, nalaatende één Zoon en twee Dochters: welke eerste nogthans ook nog vóór zyn Vader kwam te sterven.
De Groothertog, Weduwnaar geworden zynde, dacht al ras, dat het best voor hem ware, naar eene andere Gemalinne om te zien; doch tevens wel bezeffende, dat zyn gedrag en levenswyze met bianca hem grootelyks hierin zoude verhinderen; zo besloot hy, om haar, rykelyk voorzien, vooraf weder naar Venetien te zenden. Zy was naauwlyks vertrokken, of hy hadt berouw over deeze daad, en deedt haar wederkeeren naar Florence; schryvende te gelyk aan den Raad van Venetien, dat hy geneegen was om bianca tot zyne Gemalinne te neemen. De Venetiaanen waren, uit staatzuchtige oorzaaken, daar zeer wel mede in hun schik, en namen haar aan voor eene dochter van het Gemeenebest. De Groothertog deedt de twee overgewonnen Kinderen, by het volvoeren van zyn Huwelyk, wettigen; doch niet gerust zynde, dat men den Zoon, als Groothertog, den troon zoude laaten beklimmen, zo verzogt hy boven die wettiging ook nog de goedkeuring van den Paus, en den Koning van Spanjen. Bianca, ondertusschen, vreezende dat die zaak te veel tegenkanting zoude ontmoeten, zo lang de broeders van den Groothertog, petrus en ferdinand in leven waren, nam voor, om den Kardinaal ferdinand eerst van kant te helpen, om dan, by gelegenheid, petrus ook dienzelfden weg te doen inslaan. Hiertoe nam zy de gelegenheid waar, dat ferdinand, van Rome gekomen zynde om den Groothertog zyn Broeder te zien, zy zich met die beide op een Lusthuis buiten Florence bevondt. Zy ging zelf in de Keuken en deedt vergift in zekere Taartjes, welke zy wist dat de Kardinaal gaarne at. Eer het gebak op tafel kwam, werdt den Kardinaal echter reeds aangediend, dat de Aartshertogin in de Keuken geweest was, en iets in de Spyze gedaan hadt. Hieröm weigerde hy ook om iets te eeten, houdende
zich even of hy onpasselyk ware. Bianca echter hield aan, en lag hem een Taartje, dat vergiftigd was, voor; nam zelf een ander, zonder vergift, en gaf haar Gemaal het derde, waarin ook geen vergift was. De Groothertog ziende dat de Kardinaal weigerde te eeten, en vreezende dat zulks mogt geschieden, om dat hy voor vergift