Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1791
(1791)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijEm. swedenburg, Godgeleerd Samenstel. Uit het Hoogduitsch. Vooraf gaat eene Verhandeling, behelzende eenige byzonderheden, nopens swedenburg, en deszelfs Aanhangeren. Door Y. van Hamelsveld.Te Amsterdam by Wessing en van der Hey, 1790.Behalven het Voorwerk, 260 bladz. In gr. octavo.In de voorafgaende Verhandeling heldert de Heer van Hamelsveld, de in den Voorlooper van dit WerkjeGa naar voetnoot(*) gege- | |
[pagina 61]
| |
ven berichten nopens den levensloop van Swedenburg, en den aert van deszelfs Godgeleerd Samenstel aenvanglyk nader op. Vervolgens geeft hy een verslag van den aenhang, welken 's Mans Leer, reeds by deszelfs leven, maer inzonderheid na deszelfs dood, verworven heeft; waeromtrent de poogingen der Swedenburgianen, in Zweden en Engeland, bovenal aenmerkelyk zyn. Zulks doet hem voorts enigermate stilstaen by de oprechting van dat Genootschap der Aenhangeren van Swedenburg in Zweden; en verder, in een vertaeld Geschrift, gezetlyk opgeven de Liturgie der Nieuwe Kerk, zo als dezelve gemeen gemaekt is, door een Genootschap van Swedenburgianen, dat in London hare openlyke Godsdienstige Vergadering houd. - En op dit Voorwerk volgt dan het Geschrift zelve, zynde, Een kort uittrekzel uit 's Mans Schriften, bevattende zyne Godgeleerde gevoelens van God, de Wereld, Hemel, Hel, Wereld der Geesten, en het toekomend Leven. Zy, die begerig zyn, om de denkwyze van een Man, die zo veel geruchts gemaekt heeft, en wiens Aenhangers deze denkwyze nog steeds levendig houden, te leeren kennen, kunnen hier gereedlyk te iegt geraken. Men vind, naemlyk, in deze uittrekzels, ene genoegzaem volledige ontvouwing van die kundigheden, welken hier en daer in ene menigte van uitgebreide Schriften, door Swedenburg in 't Latyn uitgegeven, met betrekking tot den Godsdienst, verspreid zyn; waerdoor men in staet gesteld word om over het beloop van 's Mans Godsdienstige kundigheden te oordeelen. - Zo niet de ondervinding, door alle tyden heen, de kracht der dweeperye, op de gemoederen veler menschen, ten overtuigelykste getoond hadde, zou men zich niet wel kunnen verbeelden, dat zodanig ene Leer immer ingang zou kunnen vinden. Alles toch is een zamenweefzel van kundigheden, waerin ene verbysterde verbeelding de hoofdrol speelt, die noch door Rede, noch door Gods Woord ondersteund worden, en alleen gegrond zyn, op vermeende Gezichten, welken handtastlyk buitenspoorig zyn. 't Kan intusschen zyne nuttigheid hebben, een Geschrift van dien aert te doorbladeren, om, behalven het voldoen der nieuwsgierigheid, op te merken, hoe een Man van Geleerdheid en een Voorstander der Deugd, (waervoor de Heer Swedenburg zeer algemeen vry gegrond gehouden word,) het spoor geheel byster kan worden, wanneer hy zich door gewaende Gezichten laet vervoeren. Als mede, hoe an- | |
[pagina 62]
| |
dere Menschen, door de voorstellingen van zodanig een Man, dien men met agting beschouwt, ligtlyk medegesleept kunnen worden, tot het blindlings omhelzen van leeringen, die het gezond Verstand verzwakken, terwyl ze de verstandelooze dweepery begunstigen. - Men houde zich daerom ten vasten regel, nooit iets in zaken, die den Godsdienst betreffen, aen te nemen, dan op bondige bewyzen, door 't gezond Verstand getoetst, en aen Gods Woord beproefd: dit is het enige, en tevens het veilige middel, om ons voor Dweepery te bewaren; die, onder hoe schoonschynend een vertoon ze zich ook moge opdoen, altoos nadeelige gevolgen heeft; te meer, daer 't involgen der éne Dweperye ligtlyk den weg tot vele anderen baant. - Als de Mensch het onpartydig gegrond onderzoek van den Godsdienst eens uit het oog begint te verliezen, is 't niet te bepalen, tot welke buitenspoorigheden hy zal overslaen! |
|