| |
Voornaame heelkundige gevallen,
Door G.J. van Wy, Lector in de Ontlecd- Heel- en Vroed kunde, Stads-Operateur, Heel- en Vroedmeester, enz. te Arnhem.
Eerste geval.
De geneezing der Aderspattige Slagaderbreuk, welke niet, althans niet algemeen genoeg, bekend is, dan uit de gevallen van hunter, cleghorn, pott en hamilton, die by den beroemden bell te vinden zyn; zie d. van gesscher, Hed. Oeffen. Heelk., III. D. bl. 326. §. 3862, zal de inhoud zyn van ons eerste Heelkundig Geval.
Het is om meer andere nuttige byzonderheden, welke men in het fraaije Werk van den Heer bell aantreft, voor onze Landgenooten wenschelyk, dat de aangebodene
| |
| |
Vertaaling, door een graage en voldoende Intekening, ten uitvoer gebragt zal worden. Dit meenden wy vooraf te mogen aanmerken.
Dat de kwetzingen der Slagaderen in het vouwen van den arm, onder, of naby, de Leverader, by het doen eener aderlaating gebeuren kunnen, heeft de ondervinding dikwerf, dan eens met een gelukkigen, en dan weder met een slegten, uitslag geleerd.
Dat de gemelde kwetzingen, in gewoone gevallen, vermyd, en niet dan door onkunde en onvoorzigtigheid gebeuren kunnen, is overbekend, even zo wel als dat zulks ook by ongeluk ontstaan kan; dan, wanneer de natuur van den gewoonen weg afdoolt, namelyk, in geval gemelde Slagader verre van de Leverader afdwaalt, en meer in het midden van de vouw des arms geplaatst is, in de nabyheid of onder de Middenader (Vena mediana), dat aderlyk vat, 't welk by den geringsten Aderlaater bekend, en ter bloedontlasting doorgaans voor het gemakkelykste gehouden word. - Immers een onoplettend oogenblik, zelfs by den geoeffendsten Heelmeester, voor, en in, het tydstip van de aanlegging des bands, om het aderlyk vat, het welk men openen wil, te doen zwellen, is in staat aanleiding te geeven tot eene ongelukkige Slagaderopening! hoe veel te meer kan dit gebeuren aan hun, die in de Ontleed- en Heelkundige Weetenschappen, nog weinig, of geheel niet, bedreven zyn; en hoe veel minder verdienen zy de berispingen, welke anders roekelooze of onkundige Kunstoeffenaaren zig op den hals haalen. - Dit te bewyzen, door den uitslag der behandeling eener verschoonelyke Slagaderkwetzing mede te deelen, is thans myn voorneemen.
De Slagaderkwetzing, welke ik bedoele, en alhier mededeele, geschiedde den 8 Mey 1790, door een Jongeling, in de Heelkunst en het doen der Aderlaatingen nog weinig bedreeven, in myne tegenwoordigheid. - Ik had hem, na dat hy den band, om de aderen te doen zwellen, aangelegd had, de Hoofdader, tot de opening veiligst geschikt, aangewezen, en geen onderzoek gedaan na de plaatzing der Slagader, welke anders de Leverader gewoon is te verzellen, om redenen van myne vooronderstelling, dat, die aanwyzing gevolgd wordende, geene belangryke gevaaren, nog voor den lyder, nog voor den leerling in de Heelkunst te voorzien waren: dan, het zy om meerdere bolle zwelling en grootheid der Vena
| |
| |
mediana, of om redenen dat hy by de aanwyzing niet genoeg oplettend was, hy stak met het lancet door laatstgemelde vat in de Slagader, juist in het tydstip dat ik my omwendde, om een achter my staanden pot, ter ontvanging van het bloed, op te vatten. - Hierin alleen bestond zyne misslag. Ondertusschen had ik, zonder voorafgaand onderzoek, even weinig als hy, Slagaderkwetzing, maar wel Peeskwetzing kunnen vermoeden, en om redenen der mogelykheid van 't laatste, had ik ook myne voorgemelde plaats aangewezen, en ten opzichte van het eerste konde ik geen vermoeden hebben, om dat ik van de Speeling der natuur, die by de uitkomst bleek, noch door 't gezicht, noch door 't gevoel, eenig voorafgaand onderzoek gedaan had; immers was zulks ook overtollig in de vaste vooronderstelling dat de Hoofdader geopend zoude worden. - Zo dra het lancet terug gehaald was, zag ik aan het stoots- en boogsgewys, hoog helder rood uitvlietende bloed, allerduidelykst, dat een Slagaderkwetzing gebeurd ware; en, de band los gemaakt zynde, wierd ik daar van, door geweldiger boogsgewyze straalend Slagaderlyk bloed, volkomener verzekerd.
Ik vond niet raadzaam het voorbeeld van sommige Heelkundigen, of den raad van veele Schryveren te volgen, met het bloed te laaten vloeijen, tot dat de bezwijming of flaauwwording des lyders, door een aanmerkelyk verlies, de gemakkelykste gelegenheid ter bloedstelping verschaffen zoude: dewyl ik zulks zeer gevaarlyk achte, en althans voor mynen lyder, die te ziek en zwak was om veel Slagaderlyk bloed te missen, niet veilig oordeelde. - Hierom sloot ik de gemaakte wond met den duim van myne linkerhand, na eene ontlasting van ongeveer 8 a 10 uncen bloed.
Oogenbliklyk na de sluiting der wond, zag ik de Vena mediana, ter lengte van een handbreed, bepaald en zeer aanmerkelyk opzwellen; vertoonende, onder en boven myn aangelegden duim, een kloppend gezwel, dat zig beurtlings, by ieder polsslag, door het indringend Slagaderlyk bloed, uit de ondergelegene Slagader ophefte, zonder dat ik eenige indringing van bloed in de cellulosa bespeurde. Dit ontstond, voor eerst, door dien de drukking met myn duim niet zo sterk was, dat de uitstorting van bloed uit de Slagader, schoon niet door de huidwonde naar buiten, geheel verhinderd wierd, en
| |
| |
ten tweeden, omdat de opening der Slagader juist met die der Ader overeenstemde, welke juiste overeenstemming te wege gebracht was, door de loodlynige steek met het lancet, (door de Ader in de Slagader) welke niet wel in eene andere rigting konde geschieden, om redenen dat de armen van deezen lyder, tot een zekeren hoek, onbeweeglyk om uitgestrekt te kunnen worden, zedert zyne kindsche jaaren, gebogen staan.
De klopping van het gezwel, die de strekking der Ader gevolgd had, en de toeneeming der grootte van 't zelve, hield op, zodra ik door vastere aansluiting met den duim zulks verhinderde. Ik liet my een dik compres, met een stuk geld in het zelve verborgen, vervaardigen, en plaatste, het wel aansluitende, op gemelde wondje - hier over een langwerpiger drukdoek, langs de gantsche uitgebreidheid der Aderlyke Slagaderbreuk (of Aderspattige Slagaderbreuk), en hierover een gewoon windsel, by aderlaatingen gebruikelyk. Dit verband liet ik. door den duim eens helpers, maatig aansluitende verzekeren, terwyl ik een zestiendik en drie vingerbreed compres langs den loop der Arteria Brachialis, van onder den oxel, tot by het vouwen des arms, door middel van een lang windsel, zodanig aanleide, dat de polsslag, by de hand, niet meer dan flaauwlyk gevoeld konde worden. - Vervolgens bewond ik ook den onderarm met een ander windsel, en eindelijk de vingeren en hand, met het verband bekend onder den naam van harnashandschoen, gantelet; alle nodige voorzorgen, door rust en stilte, als anderzints, om myne poogingen, op 't voetspoor van c. guatani en anderen gevolgd, niet verydeld te zien, wierden in acht genomen, en de lyder herstelde, na verloop van eenige dagen, van zyne ziekte, voor welke de Aderlaating nodig geoordeeld was, en ik had het genoegen, deeze behandeling gelukkig te zien slaagen. Immers den 26 van voorgemelde maand, het verband voorzigtig losmaakende, vond ik het wondje volkomen gesloten, en geene uitstorting van bloed, nog uitzetting van gekwetste Ader, of Slagader; maar de afdwaalende loop der Armslagader was duidelyk, voor het gezicht, kenbaar.
Onmiddelyk na een kort onderzoek wegens den staat des gevals, om de van steunsel ontbloote Slagader geen gelegenheid ter uitzetting op de gekwetste plaats, of weder uitstorting van Slagaderlyk bloed, in het Ader- | |
| |
lyk vat, in gevalle de wonden nog niet gesloten mogten zyn, te geeven, leide ik gradueele compressen, ter plaatse der kwetzing, aan, en verzekerde dezelven met een windzel, als te vooren. Voorts bezorgde ik steunsel, langs den loop der Armslagader, de vaten van den onderarm, en vingeren, als voorgemeld, en liet het geheele verband, (zo als ook te vooren) van tyd tot tyd, met Oxycraat bevogtigen. Nu en dan heb ik naderhand het verband vernieuwd, en hetzelve droog aangelegd, en eindelyk, op het laatste der maand Juny, de omwindingen der hand en vingeren achter wege gelaaten, dewyl ik de mindere noodzaakelykheid dier zorgvuldigheid bespeurde, aan eene kleine knobbelachtige, calleuse, toesluiting der Slagaderlyke wond. Hoe gelukkig ook deeze Slagaderkwetzing geneezen werd, zo heb ik echter alle voorzorgen door rust en stilte, zo wel als door eene bepaalde steuning, door windsel en compres, op de gekwetste plaats agtervolgd, tot dat ik de wederuitzetting der Middenader, en openbersting der Slagaderlyke wond, buiten allen twyffel, niet meer te vreezen had. - Als zodanig heb ik dit geval, ten einde der geneezing den 10 July, na dat het verband, (behalven een gewoon laatwindsel da { t } hy nog eenigen tyd draagen zal) acht of tien dagen weggelaaten was, met genoegen beschouwd.
| |
Tweede geval.
Dat eene Coalitus, of samengroeijing van het Intestinum rectum, welke men nu en dan by eerstgeboorene kinderen aantreft, en veeltyds niet dan eenige dagen na de geboorte, meestal moeijelyker en gevaarlyker, in de manier van herstelling is, dan een Coalitus Ani, zal door niemand, die in de Ontleed-en Heelkundige leerstellingen geen vreemdeling is, tegengesproken worden. - Dat veele samengroeijingen van den endeldarm, zodanig ongeschikt, of te hoog en onbereikbaar zyn, en aan het kunstvermogen paalen stellen, heeft de ondervinding dikwerf. by de ontleeding dier ongelukkige slagtoffers, klaar aan den dag gelegd. - Maar dat, aan den anderen kant, ook. somwylen, welberedeneerde, schoon gevaarlyke onderneemingen, (gegrond op de gulde Spreuk van celsus: Het is beter eene onzekere of gevaarlyke Kunstbewerking in 't werk te
| |
| |
stellen, dan de lyder aan een gewissen dood over te geeven) de gewenschte gevolgen hebben, en het leeven dier ongelukkigen veeltyds behouden kunnen, zullen wy door dit tweede, en het volgende derde, geval, poogen aan te toonen.
Het Kind van den Heer Ct., dat geboren werd den 30 Augustus 1788, had den 2 September nog geen Meconium ontlast, en men had zulks reeds vrugteloos tragten te helpen ontlasten door Clisteeren, toen ik geraadpleegd wierd.
Ik vond den Anus wel geopend, en bragt, ter onderzoeking van het uitwendige des regten darms, eene sonde binnen dezelve, en opwaards, ten einde my van het beletzel ter ontlasting te verzekeren, en bevond dat dit Canaal, aan de verdere doorbrenging der sonde, ter hoogte van ruim 5½ duimen van den anus, tegenstand bood; dog, of de zyden des endeldarms aaneengegroeid waren, dan of 'er een dwerschvliezig tusschenscheidzel, of eenige andere verstopping, plaats had, was my door het onderzoek niet mogelyk te bepaalen. Het was in deeze onzekerheid, en van wegens den verren afstand des hinderpaals van den anus, zeker, dat het handwerk ter opening van den darm, op de bekende wyze, onmogelyk was, dewyl geene gewoone troisquart, welkers Cannula of pyp, (althans de myne en langste) doorgaans niet boven 3 duimen is, en met den priem voorzien 3½ duim, de verstopping bereiken konde, en de Pharyngotomus konde, om redenen der engte van den Anus, niet zonder eenig geweld ingebragt worden; behalven dat dit werktuig insgelyks te kort was. Immers doorgaans zyn dezelve, (ook de myne) wanneer het verborgen mesje uitgedrukt is, niet langer dan 5¼ duimen, en de breedte van den kooker, die het mesje geleid, 4 lynen van een duim breed.
Na alles overwogen te hebben, had ik in myn gedagten, om, aan den Vader van 't Kind, het geval van 't zelve, hulpeloos voor te stellen, toen my in 't zelfde oogenblik het werktuig, geschikt ter radicaale geneezing van de Waterbreuken, van den Heer pott, in gedachten viel, om daar mede eene proef ter doorbooring te onderneemen.
Ik stelde zulk eene onzekere onderneeming zodanig voor, als de voorzigtigheid, om de eer der Kunst niet in de waagschaal te stellen, vereischte; de ondernee- | |
| |
ming der Kunstbewerking wierd toegestemd, en slaagde volkomen, op de volgende wyze.
Het Kind op den rug, met de Dijen na den buik gebogen, op den schoot der baker wel voor my geplaatst zynde; bragt ik de Pyp van bovengemelde werktuig van pott, welke 5 duimen lang is, wel met oly bestreeken, voorzigtig in, en opwaards het Intestinum rectum, langs eene lyn, evenwydig aan den As van het Bekken, tot daar ter plaatze, daar ik den tegenstand wederom ontdekte. - Ik bepaalde de ingebragte Pyp met myne linkerhand, drukkende dezelve zagtelyk tegen den tegenstand aan, terwyl ik met de rechterhand, de Naald langs de Pyp invoerende, tot tegen, en vervolgens door, de geslotene plaats des Darms, en opwaards zo ver als ik in staat was, het oog der Naald met de vingers te kunnen vasthouden dus, volgens de afmeeting, 6 duimen binnenwaards: hier na haalde ik de Naald, en vervolgens de Pyp te rug, en de Meconium ontlastte zig in eene ruime hoeveelheid; ook had men het genoegen te zien, dat de Operatie volkomen geslaagd was, dewyl het Kind naderhand dagelyksche, onverhinderde, en behoorlyke ontlastingen gehad heeft; ofschoon het zelve, ongesteld geworden zynde, aan eene uitteerende ziekte, den 13 September overleeden is.
Het is niet vreemd te denken, dat deeze Heelkunstige Bewerking misschien niet zo spoedig door den dood achtervolgd zoude zyn geworden, ware ik vr eger in de gelegenheid geweest, dezelve in 't werk te stellen; althans de lange aanhoudende ophooping, en verblyf, der scherpe Drekstoffen in de tedergevoelige ingewanden, na de geboorte, heeft meer dan waarschynelyk tot ziekelyke gesteldheid, kwaade Voedzel-verteering en bederving, en, ingevolge daarvan, uitteering en den dood, aanleiding gegeeven.
| |
Derde geval.
Even buiten de Stad, by het Kind van den Heer K., had men, tot aan den derden dag na de geboorte, geene ontlasting van Meconium bespeurd. - De beroemde Geneesheer hoff had de applicatie van een Clysma voorgeschreven, dan ook hier na volgde niets. - Het Darmspoelzel kwam zo spoedig te rug, als hetzelve ingebragt wierd.
| |
| |
Het verhaal hiervan maakte gemelden Geneesheer (op den vierden dag na de geboorte) bedagt, om de applicatie by te woonen, ten einde zig van den staat des gevals te kunnen verzekeren, en, hier door, ontdekte zyn Wel Ed. zeer Geleerde (ten minsten het scheen meer dan waarschynelyk) dat eene Coalitus van het Intestinum rectum plaats had. Ik wierd hier na ter hulpe gevraagd, en het was niet voor laat in den avond van gemelden vierden dag na de geboorte, op den 10 Maart 1790, dat ik van eene reis, eenige uuren van daar, terug komende, aldaar aankwam, zonder van de nodige werktuigen ter hulpe voorzien te zyn.
Ik vond het Kind in zeer ongunstige omstandigheden, en zeer afgemat door vrugtelooze ontlastings-poogingen. Geen geschikter werktuig ter onderzoeking, dan eene vrouwe Catheter, by de hand hebbende, bragt ik dezelve in, en ontdekte, binnen den Anus, ongeveer ter diepte van 2 duimen, eene vast, of toegroeijing; ten minsten tegenstandbieding, in den regten darm, welke my ondertusschen zo aanmerkelyk voorkwam, om my in het zelfde oogenblik te doen aarselen ter doorbooring met dien zelfden pis-ontlaster. Het gelukte my zodanig, dat ik daar na gemelde Catheter vryelyk opwaards brengen konde, ten minsten 2 duim hooger dan de plaats der doorbooring: ondertusschen, de pis-ontlaster terug haalende, kwam 'er niets ten voorschyn. Ik konde derhalven het besluit tot een hoogere Coalitus gemakkelyk opmaaken, en de noodzaakelykheid inzien om my van andere werktuigen te moeten bedienen. Ik gaf hier van, aan de Ouders kennis, en te gelyk van de onzekerheid der Heelkunstige bewerking, tot welker onderneeming ik my t'huiswaards, ten einde my van de nodige werktuigen te voorzien, zoude begeeven. De werktuigen, tot deeze Operatie. bestonden in een Troisquart, waar van de priem ruim 3½ duim lang is, een gewoone (de voorgemelde) Pharyngotomus, en de Cannula, met de naald van pott.
Ik nam de proef van gemelde Troisquart, drong dezelve, zo ver mogelyk, opwaards, in den regten darm, en bevond dezelve ter doorbooring te kort, dewyl ik 'er geenen tegenstand mede konde bespeuren. - Met de Pharyngotomus, welke ik hier na beproefde, konde ik even weinig slaagen, om dat ze niet voldoend inbreng- | |
| |
baar bevonden wierd. Dus zag ik my wederom in de noodzaaklykheid de Cannula van pott's werktuig, wel met oly besmeerd, in te brengen, zo verre als ik by mogelykheid door inbrenging van de priem, of naald, langs de Cannula, ter doorbooring opwaards konde bereiken. - Met myn linkerhand vestigde ik vervolgens de pyp, eenigzints drukkende, als of ik met dit stompe werktuig de doorbooring doen wilde, echter zonder daar toe te komen, en alleen om de doorbooring met de naald des te gemakkelyker en zekerder uit te voeren; waar toe ik het kind op zyn rug, in den schoot van de baker, gemakkelyk voor de bewerking, had doen plaatzen, en het welk ook zeer gemakkelyk uitgevoerd wierd.
Het strekte my tot een zeer groot genoegen, de Ouders van het Kind te kunnen verblyden, met hun den gelukkigen uitslag dier onderneeming bekend te maaken. Immers met reden, dewyl 'er, op de doorbooring, aanstonds eene zekere hoeveelheid Meconium gevolgd was, terwyl ik my vleide, dat de overige opgehoudene drekstoffe, door zagte purgeermiddelen, en clisteeren, afgeleid zoude kunnen worden. - Ik vertrok in die verwagting, en beloofde de van droefenis bekomene, en opgewekte, ouders, des anderen daags te zullen wederkomen, om te zien of ook nog eenige hulp van my vereischt zoude worden, 't welk echter niet waarschynlyk scheen.
Niet weinig was ik verwonderd, des anderen daags vroegtydig verzogt te worden, om myne komst te verhaasten, dewyl myne hulp, zo men oordeelde, wel degelyk vereischt wierd, alzo het Kind zeer onrustig, en in gevaarlyke omstandigheden, scheen te zyn, en, na myn vertrek, geene drekstoffen meer ontlast had.
Dit bericht deed my aan de herstelling van 't Kind meer wanhoopen, dewyl de Cannula van laatstgemelde werktuig, eer ze de Coalitus konde bereiken, zo diep mogelyk ingebracht was. - Nu kwam het 'er op aan, om eene nog veel onzekerder en gevaarlyker Operatie, (mag ik my zo eens uitdrukken) blindelings te onderneemen, en de bekende gulde Spreuk van celsus te doen gelden, of te besluiten om het kind aan zyn noodlot, (een gewissen dood namelyk) over te laaten.
Ik ging, met een voorneemen om aan het eerste te voldoen, spoedig derwaards, bragt de Cannula in,
| |
| |
maar konde geene Coalitus ontdekken, voor dat ik, langs dezelve, eene Baleine sonde door de pyp inwaards gebragt had, waar mede ik een sterken tegenstand, ten minsten nog een duim hooger dan de te vooren gebruikte naald lang was, of had kunnen bereiken, gewaar wierd.
Hoe genegen ook om alles ter hulpe van dit ongelukkig Kind te onderneemen, zo had ik 't zelve aan zyn noodlot moeten overgeeven, ware my geen gereed middel ter beproeving voor den geest gekomen, het welk ik aanstonds werkstellig maakte.
Ik bragt de Cannula van pott's werktuig weder zo hoog in den endeldarm als mogelyk was, en langs dezelve de voorgemelde naald, aan welkers oogeinde, met een stevigen draad (dewyl ik niets geschikter by de hand had) vast gemaakt was het oogeind van een stevig stilet, of andere sonde; deeze verlengde naald nu voerde ik opwaards, drukkende met het stilet, vastgehouden in de regterhand, de naald tegen de Coalitus. Ik vestigde toen (het Kind ondertusschen wel verzekerd geplaatst zynde) myn linkerhand onwankelbaar, en plaatste de pyp, als voorgemeld, volgens eene lyn, evenwydig aan den as van het bekken, en doorboorde zeer gelukkig de zamengroeijing van den darm, door aandrukking van gemelde stilet met de regtehand, althans, hierop volgde eene zo ruime ontlasting van zwarte drekstoffen, en eene daar toe bevordelyke persing van 't Kind, dat de, in de Cannula opgeschovene naald, buiten dezelve gedrongen wierd, en door my ter uithaaling met de vingeren, zo wel als de pyp, gevat konde worden. Tot zo lange ook, hield ik de pyp met de hand gevestigd, om des te zekerder te zyn van de uithaaling, zonder andere onnodige en gevaarlyke kwetzingen te maaken, het welk anders mogelyk ware, aangezien de vereeniging der naald met het stilet, door middel van een draad, niet voldoend genoeg betrouwd konde worden, om de eerstgemelde, wanneer ze eenigzints vastgehouden wierd terug te haalen, en buiten te brengen. à Posteriori beschouwd, is het veiliger, zig tot het doen deezer Kunstbewerking, van een Cannula en naald, die de behoorlyke lengte hebben, te voorzien, dan in myn geval, daar geene Kunsttnigen om dien hoogen tegenstand te overwinnen, (zo veel my bewust is,) tot nog toe aan de hand gegeeven zyn;
| |
| |
daar de bewerking zo onzeker en duister was, om op zekere groneen te onderneemen, en de tyd te kort om eenig geschikt werktuig te vervaardigen, konde ik niet anders dan op de gemelde, of soortgelyke, wyze te werk gaan; althans ik ben volkomen, met die ingevallene gedachten, om aldus te werk te gaan, te vreden, en heb het genoegen gehad, dezelve eenen gunstigen uitslag te zien hebben. Immers ik heb regt te stellen, dat het Kind, hier door, een anders gewissen dood ontworsteld is.
Het is waar, dat men een langen tyd na de Operatie, in bekommering wegens de duurzaamheid van 't leeven des Kinds, verkeerd heeft, om dat het geduurig aan verstopten afgang, (die niet dan door chsteeren en zagte purgeermiddelen los gemaakt konde worden) onderhevig was.
Ik zeg niets wegens de behandeling, en toediening van hulpmiddelen, ter herstelling van tusschen beide voorgekomene ongesteldheden van dit Kind, de mededeeling hier van zoude aan deskundigen, (aan wien alleen deeze of soortgelyke Heelkunstige bewerking kan toebetrouwd worden, en aan wien men de verdere herstelling mag aanbeveelen) niets zonderlings opleveren; ook zoude zulks geen het minste voordeel of licht aan de uitvoering der Operatie byzetten; alleen merken wy, uit dit en meer soortgelyke gevallen, aan, dat het schynt, als of de natuur, die te kort geschoten heeft, of van den gewoonen weg afgeweeken is, in het daarstellen van den natuurlyken afgangsweg, zeer veel moeite heeft, om naderhand op de gewoone wyze de drekstoffen te doen ontlasten: meer dan waarschynelyk is de kleine opening, welke men in de Coalitus maakt, niet genoegzaam groot, om den afgang gemakkelyk te laaten passeeren, en zonder dat dezelve door darmspoelzels, of purgeermiddelen, merkelyk verdund is. Naderhand, wanneer de krachten der kinderen toeneemen, de drekstoffen gebondener, en vaster worden, en deeze door het meerdere vermogen der behulpzaame Spieren ter uitdryving geholpen worden; dan is het, dat de enge, door kunst gemaakte opening, wyder uitgerekt, en tot de natuurlvke grootte gebragt word; althans zo schynt het zig met het Kind van den Heer K. ook toegedragen te hebben. - Tot aan den 29 April, zag men geene afgangen dan na de applicatien van custeeren, en door middel van zagte
| |
| |
purgeermiddelen, meest uit Rhabarber en Manna zamengesteld. Tusschen beide scheenen de zwakke ingewanden van dit Kind zeer sterk met lugt uitgezet te worden, zo dat de geheele buik aanmerklyk opzwol, terwyl ondertusschen het onderste gedeelte van het Intestinum rectum zig tegen de aanperssing, ter ontlasting der drekstoffen en lugt, door zeer nauwe zamentrekking, aankantte; welke hinderpaal door niets, dan het moeilyk inbrengen van de Clisteerpyp, en darmspoelzel, konde overwonnen worden. Eindelyk hebben de natuurlyke ontlastingen, by de toeneemende krachten van het kind, en na maate de afgangen meer gebonden zig begonnen te ontlasten, zig meer en meer ingesteld; ten minsten men is thans in staat dezelve zeer gemakkelyk te hulp te komen, wanneer hier omtrent eenige verhindering plaats grypt. Voor het overige bevond zig het Kind zeer welvaarende, by myn laatste bezoek den 28 July 1790, om zynent wille. By laatere bezoeken in Augustus, om andere redenen, heb ik vernomen, dat de clisteeren, meestal om den anderen of derden dag, noodzaakelyk zyn; dog dat men opgemerkt heeft, dezelve minder ter hulpe nodig te hebben, wanneer het Kind, in schokkende beweegingen op rytuigen, zig bevind, en het is hierom, dat ik soortgelyke ontlastingsbevorderingen ook meer aanbevoolen heb, en vertrouwe, dat ik, in myne verwagting van den goeden uitslag, niet te leur gesteld zal worden. |
|