Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790

Bericht, hoe men eetbaare champignons in den winter kan aanteelen.

myne heeren!

In het IVde Deel, pag. 381, van het Mengelwerk uws Maandwerks geleezen hebbende, een Uittrekzel van eene Verhandeling van den Heer medicus - met de Aantekening van den Heere reynier over de Champignons, of Paddestoelen, - zal het misschien voor eenige uwer Leezeren, die zich in dien tak der Natuurkunde oeffenen, niet onaangenaam zyn, om hun mede te deelen, eene manier, hoe men eetbaare Champignons kan aanteelen. Ik doe dit te meer, om dat ik verzekerd ben, dat deeze aanteeling niet zo algemeen bekend is. Ook zal 't misschien aan eenige stellingen, die de Heer medicus uit zyne Waarneemingen en Proeven getrokken heeft, eenig nader licht byzetten.

Ik laate het dan aan uwe kenze, of gy zult goedvinden dit berigt te plaatzen. Waar mede de eer hebbe my te tekenen

myne heeren!

Uw Wel Ed. bestendige Leezer

frederik willem kramoszer. Tuinman by den Wel Ed. Gestrengen Heer h.l. wychgel, Heere van Lellens.

Lellens in Groningerland, den 2 April 1790.

[p. 323]

Men verzamelt, in de Zomer-maanden, een party versche Paardemest, die noch niet verbroeid is, dezelve spreid men alle dagen dun in de open lucht, op een plaats waar de Zonnestraalen niet te veel komen; des avonds brengt men haar telkens weer onder dak, op een drooge plaats in kleine hoopjes, zo dat ze nimmer aan 't broeijen raakt. Ook moet 'er zorgvuldig op gepast worden, dat 'er geen regen of daauw op valt: met dit droogen houd men zo lang aan, tot dat dezelve been droog geworden is. Vervolgens bewaart men deeze droog gemaakte mest op een drooge plaats tot den Herfst toe, dan brengt men dezelve, wat fyn gemaakt, in een Stookkas, in een houten bak daar toe vervaardigd; groot na evenredigheid der mest die men heeft. Men kan voorschreven bak plaatzen onder de stellagie op welke de gewassen staan, vermits geen Zon daar toe vereischt word; men doet 'er een paar vingerbreed fyne zandige aarde over heen dekken, in 't eerst met zeer maatig vogt, tot dat de mest aan 't schimmelen komt, waar uit eindelyk de Champignons voortkomen, zo dat men alle morgens de vlakte des baks met Champignons bedekt ziet, welke men dan telkens wegneemt om voor andere weer plaats te maaken. Als de Champignons opkomen, dan moet men de aarde wat vogtiger houden.