| |
Leevensberigt van Alexander Cruden, M.A.
(Uit het Engelsch.)
‘Kan zonderlingheid, ja zekere trap van gekheid, iemand regt geeven dat zyn Naam gedagt, en zyn Leevensgeschiedenis te boek geslagen worde, dan zal dit regt moeten toegekend worden aan den Heer alexander cruden; terwyl dit Leevensverslag, buiten zulks, over de Menschkunde een bykomend licht zal kunnen verspreiden.’ Hoe 't zy, wy twyfelen niet 't zelve in ons Mengelwerk te plaatzen.
* * *
Alexander cruden, wiens Letterarbeid hem altoos eisch zal doen hebben op de agting van alle die de Heilige Bladeren beoesenen, was de tweede Zoon van Mr.
| |
| |
william cruden, Koopman, een der Baillies van Aberdeen, een Ampt, 't welk gelyk staat met dat van Alderman in Engeland, hy werd in den Jaare MDCCI gebooren. Hy ontving zyne eerste kundigheden in de Taalschool te Aberdeen; waar de beroemde Veldmarschalk keith zyn Schoolmakker was. Vervolgens werd hy, de gewoone Schooljaaren doorgebragt hebbende, Student in 't Marshal Collegie. Zeer stipt de Lessen in de Godgeleerdheid van Mr. blackwal, bygewoond hebbende, viel hy in de gedagten, dat hy tot de Kerklyke Bediening eene Roeping hadt, en schoon door eene droeve ongesteldheid van herssenen, welke hem kort daar naa overkwam, buiten staat om tot eenige Kerkelyke Bediening bevorderd te worden, behieldt hy, door zyn geheele leeven heen, den indruk, dat hy door den Hemel geschikt was om het Euangelie te verkondigen, en het Menschdom te hervormen.
't Is onzeker aan welk een oorsprong de Gekheid, die thans in zyne woorden en werken begon door te steeken, en welke met eenige tusschenpoozen hem tot het graf bybleef, moet worden toegeschreeven. Eenige dagten dat dezelve ontstondt uit de beet van een dollen hond; doch niets kan uit het beloop zyner ongesteltenisse opgemaakt worden, 't welk dit gevoelen begunstigt. Anderen schreeven zyne Gekheid toe aan een mislukten Liefdehandel; doch het is onzeker, of deeze als een oorzaak, dan als een gevolg, moet worden aangemerkt. Eenige zeldzaame omstandigheden, welke dien Liefdehandel vergezelden, zullen het aanstippen van denzelven billyken. 't Voorwerp zyner genegenheid was de Dogter van een Kerklyken te Aberdeen. Cruden vrydde haar met drift en aanhoudenheid; doch de jonge Jufvrouw dagt het raadzaam zyne verzoeken af te slaan; en daar zyne handelwyze buitenspoorig en lastig wierd, beval haar Vader, dat de deur voor cruden zou geslooten worden. Dit wette zyn drift, en zyne Vrienden vonden het noodig hem voor eenigen tyd vast te doen zetten. In dien tusschentyd werd de jonge Jufvrouw zwanger; eene zwangerheid, met maar al te veel reden toegeschreeven aan eene misdaadige gemeenschap met haaren eigen Broeder. Zy werd na 't Land gezonden, en kwam nooit weder te Aberdeen. Dat Mr. cruden deelde in den algemeenen schrik, welke dit geval verwekte, kan men ligt nagaan. Hy noemde nooit den naam van deeze ongelukkige, dan
| |
| |
met het bitterst hartenleed, en het tederst medelyden.
Cruden, van zyne opsluiting ontslaagen, staakte het voortzetten zyner Letteroefeningen te Aberdeen, en besloot zyn Geboorteland te verlaaten. In den Jaare MDCCXXII kwam hy te Londen, en begaf zich by verscheide Familien of jonge Lieden, die nog op de laage Schoolen waren, tot de Hoogeschool voor te bereiden. In deeze bezigheid sleet hy eenige jaaren op het Eiland Man.
In den Jaare MDCCXXXII treffen wy hem weder te Londen aan als Corrector ten dienste der Boekdrukkeren, en als Boekverkooper. Zyn winkel was onder de Koninglyke Beurs. Ten deezen tyde viel 'er iets voor, 't geen Mr. cruden onder de aanmerklykste voorvallen zyns leevens rekende. Een Heer van Aberdeen, die cruden dienst wilde doen, boodt hem aan hem in te zullen leiden by een Koopman, niet verre van de Beurs woonagtig, een Bloedverwant van de bovengemelde jonge Jufvrouw. Wanneer zy, aan 't huis van deezen Koopman aanklopten, deedt de jonge Jufvrouw zelve open, die, buiten weeten van Mr. cruden, of diens Vriend, daar eene wykplaats gevonden hadt. Mr. cruden sprong te rug met de zigtbaarste tekenen van verbaasdheid en schrik, de hand zyns Vriends vattende riep hy verbysterd uit: Ach! zy heeft nog haare schoone zwarte oogen! 't Is nauwlyks noodig hier by te voegen, dat zyne hoope van gemeenzaamheid in dit huis hier mede een einde name. Hy tradt noch toen, noch immer naderhand, in dat huis, noch zogt de verkeering met den Eigenaar, die een jonger Broeder was van de Jufvrouw.
In 't volgend Jaar begon hy aan het byeen voegen van dat groote Werk, waar op hy lang gepeinsd hadt. A Complete Concordance of the Holy Scriptures of the Old and New Testament. Indien men de verdiensten van arbeid, aan dat Werk besteed, alleen rekent, moet men bekennen dat het eenen arbeid vorderde, aan welke men geen toevoegzel kan bedenken, en eene volstandigheid, die geen tusschenpoozen duldde. Mr. cruden was bestand tot zodanig eene onderneeming: want yverig werken was hem hebbelyk geworden, en zyne zugt voor dit Werk zette hem aan, om het plan te vormen, en geheel te volvoeren, eer hy eenige aanmoediging van buiten ontvangen hadt. - De eerste Druk zag het licht in 't Jaar MDCCXXXVII. De Voorre- | |
| |
den ontvouwt zyn plan en oogmerken in de uitgave. Het Boek was opgedraagen aan Koningin carolina, die den Schryver eenige reden gegeeven hadt om eene belooning te verhoopen als hy het aan haar opdroeg. Doch, weinig dagen vóór dat het Werk het licht zag, stierf de Koningin, en cruden verloor zyn Beschermster.
Zyne zaaken waren thans in de war; de tyd aan zyn Werk besteed, bragt hem geen onmiddelyk voordeel aan, op belooning kon hy niet langer hoopen: want, dat hy die van de Koninginne hadt te gemoer gezien, bleek uit de zigtbaarste kentekenen van dieptreffende te leurstelling. Hy zag van den Boekhandel af, en sloot zyn winkel. Zonder bezigheid, zonder Vrienden, en zonder hoope, strekte hy weder ten prooy aan zyne verwilderde ongesteltenisse; men vondt het noodzaaklyk hem te bezorgen in een byzonder Gekkenhuis te Bethnal Green. Zo ras hy los kwam, wreekte hy zich op zyne Oppassers, en die hem hadden doen zetten, door de uitgave van een Geschrift, hunne behandeling afmaalende. Hy begon ook een pleit tegen Dr. monro en anderen; de zaak werd onderzogt in Westminsterhal, den 17 July MDCCXXXIX, en ten zynen nadeele uitgeweezen. Hier op zeide cruden: Ik vertrouwe op god! waar op de Opperregter Sir william lee hem te gemoet voerde, ‘Ik wenschte dat gy meer op God vertrouwd hadt, en hier niet gekomen waart. Mr. cruden nam weder de toevlugt tot zyne pen, en gaf een verhaal der Regtspleeging met aanmerkingen op de huishouding in de byzondere Gekkenhuizen, 't welk hy opdroeg aan den laatstoverleden Koning.
Naa deezen tyd leefde hy van Proeven voor de Drukpers naa te zien, en onder zyn opzigt zagen verscheiden Uitgaven van Grteksche en Latynsche Classicaale Schryveren, met zeer veel nauwkeurigheids uitgevoerd, het licht. In veelerlei opzigten maakte hy zich nuttig aan Boekverkoopers en Drukkers. Zyn gedrag was onopspraaklyk; men kon altoos op hem vertrouwen, hy volvoerde zyne aangegaane verbintenissen stipt.
In deeze bezigheden bragt hy verscheide Jaaren door, tot dat het wederkeeren zyner Ongesteltenisse zyne Vrienden noodzaakte, hem voor de derde reis in een Gekkenhuis te plaatzen. Weder uit hetzelve ontslaagen, gaf hy zyn geval in 't licht, onder den zonderlingen tytel: The Avantures of Alexander the Corrector. Drie deelen kwamen 'er naderhand uit, onder den zelfden tytel. 't Is niet gemaklyk
| |
| |
een denkbeeld van dit Werk te geeven. 't Is de getrouwe te nederstelling der gedagten van een verwilderd verstand, zichzelven ongelyk, grillig, nu eens ernstig dan eens boertend. Zyne Gekheid was van eene byzondere haar eigene soort. Wy vinden in de Schriften der Geneesheeren niets dergelyks, en kan men 'er geen voldoende reden van geeven, volgens eenige beginzelen der Zielkunde. Zelden worden oe Geneesheeren by zulke Lyders geroepen, zelden letten zy op gevallen gelyk aan dat van Mr. cruden; de wereld belacht hun, of ziet ze met medelyden aan; in zyne ergste vlaagen bleek hy geheel gevaarloos te weezen, en het is meer dan waarschynlyk, dat de strengheid, waar mede men hem in de Gekkenhuizen behandelden, buiten noodzaake, zyne Ongesteldheid vermeerderde.
Toen hy in September des Jaars MDCCLIII voor de laatste keer geslaakt werd, onderstondt hy iets veel moeilyker dan hy tot nog ondernomen hadt. Hy poogde één of twee zyner Vrienden, die hem hadden doen zetten, over te haalen om zich in Newgate te laaten gevangen brengen, tot vergoeding van de belediging hem aangedaan. Aan zyne Zuster stelde hy voor, 't geen hem dagt zeer zagt te weezen, om keuze te doen van vier gevangenhu zen, Newgate, Reading, en Aylesbury, of Windsor Castle Wanneer hy bemerkte dat zyne aanmaaningen niets vermogten, ving hy een pleit tegen haar en drie anderen aan, en begrootte de nadeelen hem toegebragt op 10,000 Ponden Sterlings. Men behandelde deeze Regtszaak in February MDCCLIV, en werd dezelve ten zynen nadeele beslist. Cruden kon zich thans op niemand dan op het Gemeen beroepen; en gaf een verhaal der Regtspleeging in 't licht, aan den Koning opgedraagen. Hy ging na St. James om het den Koning over te leveren; doch dit werd belet, en hy hier door verstooken van den tytel van Schildknaap, waar op hy in deeze dagen zeer gesteld was.
Zyne Krankhoofdigheid rees thans ten hoogsten toppunte. Hy noemde zichzelven alexander de corrector, en gaf voor, dat hy door den Hemel beschikt was om de Zeden der tegenwoordige Eeuwe te hervormen, en byzonder om het behoorlyk onderhouden van den Sabbath te herstellen. Om het Gemeen ten zynen voordeele in te neemen, gaf hy in druk, zekere Voorzeggingen uit, van uitsteekende Kerklyken en anderen, doch alle zonder
| |
| |
naam of alleen met de voorste letteren. De inhoud deezer Voorzeggingen was, ‘dat Mr. cruden een tweede joseph zou weezen, dat hy ten Hove een groot Man zou zyn, en groote dingen verrigten, ten dienste van het Geestlyk Israël in dit zondig Egypte.’ - Met dusdanige Geloofsbrieven voorzien, trok hy na Oxfort en Cambridge, en vermaande de Dames en Heeren, die hy op den Sabbath op de openbaare wandelplaatzen aantrof, om na huis te gaan, en dien dag heilig te houden. Doch deeze zyn raad werd niet aangenomen gelyk hy wenschte. Op zekeren tyd ontkwam hy ter nauwer noode een dragt slaagen: dewyl hy zich op eene al te dringende wyze vervoegd had by een jonge Jufvrouw, die met een Student wandel le. Doorgaans drong hy zyn vermaan aan met eene bedreiging van 's Hemels eeuwige wraak als men na hem niet luisterde.
Na Londen wedergekeerd zynde, groeide zyne Eerzugt aan. Hoogmoed bezielde hem ten allen tyde, naardemaal hy in het denkbeeld stondt, dat de Hemel hem tot een luisterryken stand in dit leeven bestemd hadt. De tyd tot verkiezing van een Parlements lid voor Londen was op handen, en Mr. cruden besloot na deeze waardigheid te staan; door tusschenkomst van Mr. chitty, dien hy daar toe hadt overgehaald, kwam hy onder de benoemden. Mr. cruden genoot de voldoening, dat veelen de hand voor hem opstaken: doch hy verwierp de Stemmen door de andere Party gewonnen, en miste dus zyn oogmerk. 't Is naauwlyks mogelyk deeze gebeurtenis, met die ernst, welke een deftig Leevensverhaal vordert, te beschryven; doch der optekening waardig, dat hy daadlyke beloften van ondersteuning hadt, en zich troostte met de bedenking, dat, hadt hy de handen der Burgeren niet voor zich, de harten voor hem waren. Eene zyner aankondigingen, ter deezer gelegenheid, is te zonderling om niet bewaard te worden; dezelve kan tot een staal dienen van zyne wyze van spreeken en schryven, wanneer zyne krankzinnigheid ten hoogsten was opgeklommen.
Myne Heeren!
‘Ik heb de Sheriffs berigt gegeeven van myn nederig voorstel, om my aan te geeven voor een der geenen, die 'er na staan, om de Stad Londen in het Parlement te vertegenwoordigen: men mag dit aanzien voor een zonderlingen stap. Ik kan het niet ontkennen; maar ik ver- | |
| |
trouw, dat ik staa onder de bestuuring van eene gunstryke Voorzienigheid, en verlang my geheel te schikken naar den wil van god, den Opperbestuurder aller dingen. In het Aanhangzel op de Avanturen van alexander den corrector, heb ik u kennis gegeeven van eenige myner beweegredenen om na deeze Waardigheid te dingen, welke ik hoop dat zo zeer de goedkeuring van elk braaf Man zullen wegdraagen, als zy die hebben van myne eigene Conscienue.
Indien 'er eenige rechtmaatige grond is om te hoopen, dat het god zal behaagen om den corrector te gebruiken tot een werktuig ter hervorming des Volks, en byzonder tot bevordering van de hervorming, vrede, en voorspoed van deeze groote Stad, en om de Inwoonders tot een Godsdienstiger gesteltenisse en gedrag te beweegen, zal geen braaf Man, in dit buitengewoon geval, den corrector zyne stem weigeren; en de verkiezing van den corrector zal een middel zyn, om den weg te bereiden, dat hy een joseph, een nuttig en voorspoedig Man, worde.
Mogt het god behaagen eene gelukkige wending te geeven aan de harten der Kiezeren, om uit de beste beginzelen te handelen, en de zodanigen te verkiezen, die getrouw zullen zyn in hun post, en zich zullen bevlytigen om het tydelyk en eeuwig welvaaren des Volks te bevorderen.
Myne ernstigste gebeden zend ik van tyd tot tyd op voor uw geluk in deeze en de toekomende Wereld, door jesus christus.’
Ik ben met allen eerbied,
Myne Heeren,
Uw alleronderdaanigste en nederigste genegene Dienaar
alexander cruden.
Norths-Koffyhuis
by Guildhall, 23 April 1754.
Omtrent deezen tyd vervoegde zich Mr. cruden by eene Jufvrouw om haar ten Huwelyk te verzoeken; doch hy vondt reden om zich te beklaagen, dat hy in dit oogmerk, gelyk in veele andere, niet gelukte. Te midden nogthans deezer aaneenschakelinge van verwilderde onderneemingen, besleedde hy zyne beste uuren aan de Letter- | |
| |
oefeningen. Steeds was hy bezig om op zyne Concordantie byvoegzels te maaken, eene tweede Uitgave zag in den Jaare MDCCLXI het licht. Ten deezen tyde was hy Corrector van The Public Advertiser, door wylen Mr. woodfal uitgegeeven. Altoos had hy iets onder handen, en besteedde zyn tyd met zo veel stiptheid, dat hy alleen gezegd kon worden ledig te zyn als hy een wandeling deed. Het werk op de Drukkery was zelden af, voor 's nagts ten één uuren, wanneer de Advertiser ter persse ging. Cruden shep zelden meer dan vier of vyf uuren, en 's morgens vóór zes uuren vondt men hem reeds bezig aan zyn Bybelwerk, in zyn Concordantie verbeteringen en byvoegzelen maakende, met alle mogelyke nauwkeurigheid: hier mede was hy menigmaal bezig tot den avond, wanneer hy na de Drukkery ging. Deeze geduurige ingespannenheid op nutte onderwerpen, hoopte men dat eene bedaarde geregeldheid aan zynen geest zou geeven, en dit was, in zekere maate, het geval waar door hy vervolgens in een eenigzins gunstiger daglicht te voorschyn tradt.
In den jaare MDCCLXII, werd zekere richard potter, een Matroos, beschuldigd en veroordeeld, als de Maaker van een valsch Zeemans Testament, of althans voor iemand die beleed te weeten dat het een valsch stuk was; een misdryf, 't geen toen, zo wel als nu, zelden vergeeven wordt. Het bleek egter duidelyk, dat potter een arm onkundig schepzel was, de speelbal van een ander, en onkundig van den aart des misdryfs door hem gepleegd. Gelukkig voor hem, bevondt zich Mr. cruden in het Geregtshof toen die zaak behandeld werd, en hy voelde zich zo kragtig overtuigd, dat potter een rechtschaapen voorwerp was van Koninglyke genadebetooning, dat hy besloot voor hem te spreeken. - Om, egter, meer onderrigtinge van de zaak te bekomen, bezogt hy potter in Newgate, onderzogt hem, en bevondt dat de misdaad, hem ten laste gelegd, een misdryf van onkunde was, zonder eenig inmengzel van kwaaden toeleg. Maar niet alleen zogt Mr. cruden hem te ontheffen van het vonnis 't geen de Wet over hem uitsprak. Hy badt met hem, hy deelde hem vermaaningen mede, leerde hem de beginzels van den Godsdienst, bragt hem de slegtheid zyns voorgaanden leevens onder 't ooge, en de haatlykheid van het misdryf waar over hy stondt gestraft te worden; met één woord, hy maakte een Bekeerling van een arm schepzel, 't geen naauwlyks ooit iets van den Godsdienst ge- | |
| |
hoord had. Toen ving hy aan, Pardon voor hem te verwerven, en hoe onwaarschynlyk het was dat hy daar in zou slaagen, gelukten zyne herhaalde poogingen, en potter's Doodvonnis werd veranderd in dat van na eene Volkplanting overgevoerd te worden. Mr. cruden vergezelde zyn verzoek by den Graaf van hallifax, toen Staatssecretaris, met een Afdruk van de tweede Uitgave zyner Concordantie, waar hy een fraaije
Latynsche Opdragt aan den Staatssecretaris voor geschreven hadt. De tederhartigheid, met welke Mr. cruden zyne Leerling potter bezogt, vermaande, voedde en kleedde, de bekommerdheid welke hy betoonde, en de onaflaatende vlyt met welken hy aanhieldt by allen, die hy dagt dat potter eenigen dienst konden doen, verdienen met goedkeuring vermeld te worden, en dat wy veele van zyne zotte grilligheden verschoonen. Een byzonder verhaal, van alles wat ten dien opzigte gebeurde, werd dat jaar uitgegeeven onder den tytel van The History of Richard Potter.
Het gelukkig slaagen, in 't hervormen van deezen ongelukkigen Gevangenen, zette Mr. cruden aan om in dien arbeid voort te gaan by andere Gevangenen in Newgate. Hy ging ze alle dagen bezoeken, gaf hun Nieuwe Testamenten, Catechismussen, enz. onderwees hun daar uit, en gaf kleine geldbelooningen, aan die 't meest vorderden. Zyn arbeid was, egter, vrugteloos: de Boeken werden welhaast voor geld verruild, en het geld verdronken; en cruden, dit slegt gevolg ziende, slaakte dien arbeid.
Eene zugt tot het bevorderen van het eeuwig welzyn zyner medeschepzelen was een heerschende trek in zyn Character. Wonder was hy in zyn schik, als hy een ongelukkig schepzel verlost had uit de onkunde, of te regt gebragt van een slegten weg. Hier van hebben wy een ander voorbeeld, schoon wy den tyd, wanneer het geval gebeurde, niet net weeten. Op een Saturdag avond uit de Kerk komende, ontmoette hy een Man, wiens gelaad de uiterste verlegenheid, mismoedigheid, en, zo als het Mr. cruden toescheen, wanhoop aanduidde. Hy sprak hem terstond aan, en perste hem de belydenis af, dat de schreiende armoede waar in zyn Gezin gedompeld was, en andere redenen, hem bewoogen hadden, om de handen aan zich zelven te willen slaan. Mr. cruden bestrafte hem over de boosheid van dit opzet, en paarde met die bestraffing de vriendelykste raadgeevingen, voegde 'er een onderstand in geld by, en belofte van bystand in 't vervolg, zo dat de Man
| |
| |
zyn opzet staakte, en wel te vrede na huis keerde. In zulke daaden schiep Mr. cruden het hoogste genoegen.
Toen de geschillen tusschen Mr. wilkes en de Staatsleden het Ryk beroerden, schreef Mr. cruden een klein Stukje tegen Mr. wilkes, wiens naam hy niet kon hooren noemen zonder blyken van misnoegen en onverduldigheid te betoonen. Den afkeer van wilkes liet hy zien op eene wyze die alleen in hem kon vallen, naamlyk met No. 45, waar hy dat getal, op deuren of vensters, geschreeven vondt, uit te wisschen. Hier toe bediende hy zich van een groote spons, welke hy altoos in zyn zak droeg, deels tot dit einde, en deels op dat geene woorden, aanstootelyk voor goede zeden, op de deuren, schuttingen, of vensters, in de Hoofdstad mogten te leezen blyven. Deeze bezigheid maakte zyne wandelingen in de Stad lastig.
In den Jaare MDCCLXIX bezogt hy Aberdeen, zyne Geboorteplaats, en in een openbaare Vergadering deedt hy eene Voorleezing over de Hervorming; in dezelve beweerende, dat hy gebooren was om deeze Eeuw te hervormen, en Menschen van allerlei rang tot leevensbeterschap te vermaanen. Niets ongevoeglyks of ongerymds was 'er in zyne raadgeeving zelve; maar de wyze, op welke Mr. cruden te werk ging, was altoos van den weg af, en hy slaagde hier met zyne prediking niet beter dan elders. Men verhaalt veele byzonderheden van zyne verrigtingen te Aberdeen. Onder anderen hadt hy het Vierde Gebod in de gedaante van een Advertentie doen drukken, en gaf het over aan alle Persoonen zonder onderscheid, die hem op Zondag tegenkwamen. Aan een jong Geestlyken, die aan Mr. cruden te gemaakt, en te zeer naar de Mode toescheen, boodt hy met zeer veel deftigheids een kleine Catechismus aan, door de Kinderen in Schotland gebruikt; getyteld: The Mother's Catechism, dedicated to the Young and Ignorant. Voor jonge lieden hadt hy altoos zyn zakken vol van kleine Godgeleerde stukjes, als guyse's Sermons, en dergelyke, die hy met vermaak uitdeelde aan allen, die beloofden ze te zullen leezen.
Omtrent één Jaar zich in Aberdeen onthouden hebbende, keerde hy weder na Londen, en nam zyn intrek in Camden-street Islington, waar hy stierf. Op den eersten van November MDCCLXX vondt men hem dood op zyne kniën liggende, blykbaar in eene biddende gestalte. Eenige dagen te vooren nadt hy geklaagd over benaauwdheid in
| |
| |
de borst, doch het scheen niet gevaarlyk. Dewyl hy nimmer getrouwd geweest was, maakte hy het weinige, 't geen hy naliet aan zyne Bloedverwanten, uitgenomen eene zekere som aan de Stad Aberdeen, om Godsdienstige Boeken ten dienste der armen voor te koopen; en hy stigtte een Beurs van vyf Ponden Sterling 's jaars, om tot onderhoud te dienen van een Student in het Marshal Collegie. Dit geld kon alleen getrokken worden op zekere voorwaarden in zyn Uittersten wil uitgedrukt; een deezer was eene volkomene kennis van vincent's Catechismus.
Mr. cruden was in zyn doorgaande gedrag beleefd en gespraakzaam, gereed om zyn gevoelen te zeggen, en vast in alle zyne Godsdienstige begrippen. Jegens de Armen was hy zo mild met geld, als met raadgeevingen: zelden scheidde hy het een van het andere af. Zyne belangstelling in die voorwerpen moet opregt geweest zyn: want belang kon het roerzel niet wezen; zuiver zeker was zyne edelmoedigheid, want dikwyls gaf hy meer dan hy ten eigen gebruike overhieldt. Omtrent zulke Jonge Lieden, als aan hem waren aanbevolen, inzonderheid als zy van Aberdcen kwamen, gedroeg hy zig als een Vader, of geheel toegeneegene Beschermer.
Onder de Mannen van vernuft kon Mr. cruden zeker niet geteld worden, dan hy betoonde eene onvermoeide werkzaamheid, en de nuttigheid van zyne Letterkundige ontwerpen lydt geen twyfel. Zyne Concordantie was zyn meestgeliefde Werk, en 't is waarschynlyk, dat de aandagt, welke hy 'er op besteedde, gunstig was voor zyn geestgesteltenisse, schoon dezelve niet geheel kon voerkomen het wederkeeren der vlaagen van Krankzinnigheid, die zo veel invloed hadden op alle zyne bedryven, en hem vervulden met die harssenschimmige plans van Hervorming, en die hoope op Grootheid zo nutloos voor hem zelven als anderen.
In spreeken en schryven was zyn styl styf en gedrongen. Hy bezat geen vaardig geheugen, zyne woorden kwamen langzaam. In Godsdienstige gevoelens omhelsde hy die der Calvinisten, gelyk te zien is uit de bepaalingen welke hy in zyne Concordanlie geeft van de woorden Genade, Geloof, Voorbeschikking, enz. Maar dit moeten wy 'er byvoegen, hy was verre van Onverdraagzaamheid, en liet zich dikwyls met yver uit tegen de beginzelen en handelingen der Onverdraagzaamen. - Geduurende den meesten tyd zyns verblyfs in Londen, ging hy in Dr. guyse's Vergade- | |
| |
ring, in Great St. Helens te Kerk; doch toen, in 't jaar MDCCLXI, ouderdom en zwakheid dien Doctor noodzaakten van den dienst af te zien, en Dr. stafford hem opvolgde, hoorde hy meest Dr. conder op het Pavement Moorfields, en ging alleen op den eersten Zondag in ieder Maand, na guyse's Vergadering, wanneer aldaar het Avondmaal werd gehouden. |
|