| |
De vechtkunst der Engelschen, en hunne weddingschappen, deeze betreffende, in Ao. 1788.
(Uit archenholz Brittische Annalen.)
Het is bekend, dat de Zondag in Engeland zeer plechtig gevierd wordt, zo dat men niet alleen allen arbeid, als ook de Muzyk, het Danssen en Kaartspelen in dat land, op dien dag verboden heeft, maar zelfs wordt het verkoopen van noodzaakelyke levensmiddelen daar onder betrokken. Het is byzonder, dat, ondanks deeze gestrenge maatregelen, zedert eenige jaaren vernieuwd, en nog strenger zyn dan voorheen, de Kerken 'er echter niet voller, de aandacht des Volks niet grooter, de zeden niet beter, en de galgen 'er niet lediger zyn geworden. Maar allerbyzonderst is het, dat, op even denzelfden tyd, in welken men zich beyverde om het Volk godsdienstiger te maaken, het vechten met de vuist, of het zogenaamde Boxen, dat omtrend 30 jaaren uit de Mode geweest was, en, tot dien tyd toe, alleen tot vermaak van lieden uit de laagste classe strekte, nu in ééns, gelyk een pestziekte ontstond en voortsloeg, zo dat de meeste Britten, van welken ouderdom, geslachte of rang zy ook waren, even als de oude Romers, de Worstelaars overal naarliepen, welke meest met bebloede koppen, en dikmaals verminkt, t'huis kwamen. De Zondag was van dit (zogenaamd) vermaak niet uitgesloten, nadien in de Koninglyke Proclamatie niets daar van gemeld werdt; en dus volgden, zelfs eene menigtezogenaamde Vroomen, de Vechters met genoegen naar.
Humphries en mendosa, de twee grootste meesters in Engeland, om met de vuist te vechten, vochten in Louwmaand 1788, by Odiham, niet ver van Londen, met elkander; van welk gevecht vooraf, op alle straaten der hoofdstad, berichten uitgedeeld werden. Mendosa, een Jood, lag zyne party eenige Voorwaarden voor, welke deeze, zonder een ge tegenspraak, aannam. Zy zyn, om de gevolgen, merkwaardig. Daar een gevecht, met de vuist, meest als eene wedding moet aangezien worden, zo wordt 'er altoos eene zekere som, als vechtprys, vooraf hy bepaald. Zy was, in dit geval, 50 pond Sterlings. Volgens de aangeno- | |
| |
men regelen der Boxkunst, wordt het nedervallen voor geene schande, en noch minder voor eene nederlaag, gehouden: daar het opgeeven van den stryd, of een natuurlyk onvermogen om denzelven voort te zetten, de overwinning aan de tegenparty toekent. Deeze beide meesters echter kwamen overeen, dat de vallende alle aanspraak op de 50 pond Sterlings zoude verliezen. Het Kamp-Tooneel werdt op een vierkant van 24 voeten bepaald, kunnende enkel de scheidsmannen, de Secondanten, en de Oppassers, daar toegang op hebben. Geen gevecht tusschen de Secondanten zou den stryd kunnen hinderen, en het geld, dat de aanschouwers gaven, zou tusschen de beide Kampvechters gedeeld worden.
Het Gevecht begon, onder deeze voorwaarden, en een' verbaazenden toeloop van Volk, onder 't welk zich eene menigte lieden van Staat, verscheide beschaafde Vrouwen, en zelfs Geestelyken, bevonden. De Landwegen waren, den dag te vooren, reeds met Rytuigen en Menschen bedekt, en de Herbergen zodanig opgepropt, dat, in het nabygelegen Dorp Hooke, twaalf persoonen, van voornamen huize, op een hooyzolder vernachten moesten. Een groot getal lieden moest op halfwegen te rug keeren, nadien 'er geene Paarden te bekomen waren, om hen verder te brengen. Er werden verbaazende sommen by verwed. Ryan johnson, en andere beroemde Vechters, waren Secondanten, die, geduurende den stryd, schoon niet uitgekleed, agter de Vechters stonden, in eene vechtende houding. 's Middags om één uur beklommen, onder een luid geroep, beide partyen het Tooneel; gaven elkander de hand, een gebruik by het Boxen, te kennen geevende, dat zy vrienden waren, en met geene vyandige oogmerken daar verscheenen. Vervolgens ontblootten zy zich tot op den gordel, en sloegen, met gebalde vuisten, als Reuzen op elkander. In den beginne helde de overwinning na de zyde van den Jood mendoza; doch het gelukte humphries, na een half uur gestreden te hebben, zyn party een kunstslag onder zyn linker oor toe te brengen, waar door de stryd beslisent werdt. Mendoza storte op den grond neder, en lag in zyn bloed wentelende, en buiten adem, geheel zinneloos, zo dat hy de vraagen, welke humphries deedt, of hy niet meer vechten wilde, alleen door tekenen, met neen, konde beantwoorden. Hy was zo afgedekt, dat hy, gelyk een half dood mensch, moest weggesleept worden: daar tegen werdt humphries als overwinnaar, op de schouderen zyner Vrienden, in zegepraal rondgedraagen. De Jooden, welken op hun geloofsgenoot gewed hadden, verlooren, by deeze nederlaag, 50,000 pond Sterlings.
Mendoza schreef dit aan het noodiot toe, en eischte zyne party, door de openbaare nieuwspapieren, weder uit, om het gevecht te hervatten, zo dra hy hersteld zoude zyn. Deeze was 'er, onder zekere voorwaarden, mede te vreden, en wel, zo hy zich uit- | |
| |
drukte, om mendoza vermaak te doen. De Jood wilde dan zonder eenige bepaaling vechten. Het ontvangen geld werdt intusschen broederlyk gedeeld, en bedreeg 200 pond Sterlings.
Spoedig daar na openden deeze beide Meesters openbare Schoolen in Londen, in weiken het vechten met de vuist geleerd werdt. Hier leerde men geheel regelmaatig de kunst, om zyne party op een nette wyze de kinnebakken te verbryzelen, de oogen uit te slaan, en de ribben te brecken. Eindelyk kwamen 'er ook mannen voor den dag, welke deezen voortgaanden lust tot vechten zeer z'nryk verdeedigden, de Theorie van deeze gevaarlyke kunst in boeken beschreven, en het kenmerkende, van deeze beide schoolen, aanweezen. Van nu aan begon men de Vechters, even als men voorheen de Wysgeeren en Schilders deed, naar hunne schoolen te beoordeelen, in welken zy geleerd werden. Elk had een verschillenden styl in zyne kunst, zo wel in het aangrypen als verdeedigen. Humphries wyze was, met uitgestrekte armen, en de gebalde Vuisten ver van elkander, het oog van zyn party te ontmoeten; terwyl mendoza in tegendeel de gewoonte had, om zyne vuisten digt by elkander, juist over de kin te houden; alleen op eenigen asstand van dezelve, zo dat de Elboogen een weinig gekromd waren, wordende de hnkerhand een weinig voor de rechter gchouden. In deezen stand konden de regtlynige slagen het best humphries, en de kromlynige het best mendoza, treffen. En zo dachten beiden ook onder het vechten te Odiham, want mendoza sleeg altoos in een rechte, en zyn tegenparty in een kromme, lyn. Beide hielden hunne Voeten ver van elkander, bemoeijende humphries zich vooral, om de stooten van zyn party af te weeren, maar mendoza om dezelve, door buiginge des lighaams, te ontwyken De wyze van afweeren, door den eersten ingevoerd, geschiedde met den Elboog, doch die van den laatsten, met het vlakke van den arm. De vechtstyl van humphries was vast, mannelyk en vereenigd; die van mendoza, daar tegen, hevig en bchendig,
zo dat het zeer zwaar was, zyne eerste beweegingen te wederstaan. Hield men dezelve uit, dan was de stryd reeds half gewonnen, om dat deeze driftige slagen ras ophielden om hard neder te komen, en den geever zyne kragt en adem verzwakte. Humphries gaf, voor één guinie, zes, en mendoza, agt, lessen, by welke de laatste, toezienders, voor geld, dulde. Ernstige Britten, welke deeze Schouwspelen gaarne zagen, philosopheerden over dit vermaak, en beweerden, dat des zelfs oorsprong in het Aangenaame lag, dat altoos vereenigd is met de Makkelykheid om zwaarigheden te overwinnen; en dus eene bewondering over de menschelyke bekwaamheid voortbrengt, die de ziel van dit genoegen is.
In deeze vechtschoolen verscheenen de Boxers, op een Tooneel van vier voeten hoog, zynde met yzeren leuningen, en zybanken, voorzien. In Hooimaand 1788, gaf humphries, van veele
| |
| |
zyner goede vrienden vergezeld, een bezoek aan mendoza. Hy werdt daar als een Vorst ontvangen; men ruimde hem, en zyn gezelschap, de beste plaatzen in, en bedankte hem openlyk voor de eer, welke hy der Academie bewees, door daar te komen. Humphries was maar eenige oogenblikken welleevend, en begeerde, dat de nog niet herstelde mendoza, in Wynmaand, met hem op nieuw zou vechten. De Jood ontschuldigde zich met zyn zwakken toestand, en open wonden, welken hem buiten staat stelden, om den tyd tot eene nieuwe Vechtparty te bepaalen: doch beloofde, wanneer het zyne gezondheid toehet, binnen zes maanden te Boxen. Humphries stond 'er, op eene zeer onbescheidene wyze, op, dat mendoza den tyd zou bepaalen, het zy ziek of gezond. Daar deeze dat echter niet doen wilde, scheidden zy boos van elkander. Niemand van de menigte aanschouwers mengde zich in deezen twist, in welken de Christen zich laag, maar de Jood zich edel, gedroeg.
De Leerlingen zochten nu ook hunne aangeleerde kunst in Praktyk te brengen. Een van dezelve, fewster geheeten, had met iemand woorden gehad, het welk op eene volledige vechtparty uitliep. Fewster sloeg zyn party twee ribben aan stuk, en klopte hem zo digt af, dat hy den volgenden dag overleed. Fewster werdt daar over gedagvaard, doch daar het regelmaatige der Kunstoefening sprak, en door verscheiden getuigen bewezen werdt, dat hy geen doodslag bedoeld had, zo kwam hy met eene boete van 20 Schellingen, of één pond Sterlings, vry, die hem de Rechters in de Old-Bailey hadden opgelegt.
De zucht, om zyne bekwaamheden in 't vechten te toonen, nam zodanig toe, dat dikmaals fatzoenelyke lieden geen zwarigheid maakten, om met de heffe des volks te vechten. Men zag, op heldren dag, een Hoofdman van 's Koning lyfwacht, volgens alle de regelen der Kunst, met een Huurkoetsier Boxen, en eindelyk, blaauw geklopt en uitgelagchen, vertrekken.
Op de Markt te Coventgarden had men echter een grappiger Tooneel. Een Ezeldryver beleedigde een aanzienlyk man, en eischte hem tot vechten uit. Op de Vraag, tot wat prys hy kloppen wilde, gaf hy ten antwoord: dat hy geen baar geld bezat, doch zyn Ezel, en deszelfs laading, bestaande in Kool, was anderhalve guinje waardig, en die wilde hy verwedden. Zyn party lag even zo veel geld neder, en de stryd begon. Het duurde naauwlyks twintig minuuten, of de Ezeldryver lag ter aarde. De overwinnaar verkogt daadlyk den Ezel, met deszelfs laading, en deelde het daar van komende geld aan den armen.
In Oogstmaand verloor het Vechten met de vuist veel van zyn aanzien, wanneer 'er by Brighton, ter plaatze waar de harddravery gemeenlyk geschied, eene vechtparty gehouden wierdt. Verscheiden lieden van rang, en daar onder de Prins van Walles, waren daar tegenwoordig, nadien de beide Kampvechters, earl
| |
| |
en tyne, een Schoenmaaker en een Kleermaaker, ook onder de meesters hunner kunste behoorden. Zy vochten agt en veertig minuuten, tot de Schoenmaker dood ter aarde viel. Hy liet eene arme Vrouw, en vier hulpclooze kinderen na, welke de Prins van Walles naar zich nam. Dit bloedtooneel maakte zoo veel indruk op hem, dat hy traanen stortte, en verklaarde, nimmer zulke moordspelen meer by te zullen woonen; noch dezelve immer te beschermen.
Een tweede doodslag, van deeze soort, geschiedde omtrent denzelfden tyd, in Brighthelmstone. Een der stryders kreeg, geduurende het gevecht, stuiptrekkingen; doch, door het toejuichen der aanschouwers aangemoedigd, vervolgde hy den stryd, tot hem de laatste levenskragt ontweek, en hy dood nederviel.
De zucht tot vechten verschafte verscheiden byzondere Tooneelen. In Moorfields, een groote plaats in Londen, traden in Sprokkelmaand, twee Brouwersknechten ten voorschyn, en voehten, even als het Hoornvee, enkel met het hoofd, zonder hunne handen te gebruiken, welke kruislings over elkander geslagen waren. Zy stietten elkander in 't gezicht, op de borst en schouderen, zo dat het bloed 'er by langs gudsde. Deeze beestelyke vechtparty duurde ruim een uur, in tegenwoordigheid van eenige duizenden aanschouwers. Er was geen Theater voor opgericht; doch de Weddingschap bedroeg toch eene aanmerkelyke som.
De Degenvechters, welke hunne kunst, tot dien tyd, ongemerkt in Engeland oefenden, wilden nu ook deel hebben, aan de openbare opmerkzaamheid. Een groot getal van dezelve voegde zich te zamen, en hield in Sprokkelmaand zyne oefeningen, by welken veele lieden van rang, van beiderlei geslacht, tegenwoordig waren; als ook een troep Duitsche Muzikanten van den Hertog van York, welke by die gelegenheid speelde. Een jong persoon, met naame lynek, verkreeg de prys, die in eenen uitmuntenden Degen bestond, twintig guinjes waardig. Deeze werdt hem van den Ridder d'eon, die toenmaals in Engeland was, overgegeeven.
By deeze gelegenheid, dat alle gezelschappen van stryden en vechten herklonken, ontdekte men ook eene verzameling van Bulverhitters, welke zedert eenige jaaren, niet ver van Smithfields, (een beestenmarkt in Londen, en mogelyk de grootste van de waereld) gehouden wierd. Hunne te zamenkomst geschiedde alle Zondagen om middernacht, wanneer zy te zamen dronken, en hun ontwerp voor den volgenden dag beraamden. Zy hadden bepaalde Grondbeginselen, vaste Wetten, als mede eene Kas, in welke elk Lid weekelyks twee schellingen moest betaalen. Uit deeze toelage werden de Honden, Knuppels, Brandbare stoffen, en andere dingen gekogt, welke zy gebruikten, om het Hoornvee wild te maaken; ook werden zodanige Medeleden daar uit bezorgd, die in handen van 't gerecht vervielen. Tot Voorzitter
| |
| |
van deeze schoone Vergadering werdt altoos een Booswigt gekozen, die de kunst van aanhitsen meesterlyk verstond, en dit ambt onafgebroken moest bekleeden. Door deeze ontdekking werdt men ook met het geheele stelsel deezer wanschepsels bekend.
Het Vechten met de vuist bragt het duëlleren, met den Degen en het Pistool, geheel uit de mode. Evenwel bleeven verscheiden Engelschen nog getrouw aan hunne oude gebruiken, om zich van deeze doodelyke werktuigen, ter beslissing hunner twisten, te bedienen. Dit viel ook twee Officieren der Burgery van Londen in. De eene een Kaaskooper, en de andere een Kousekooper, kreegen by de monstering verschil, en eischten elkander, tegens den volgenden dag, voor den Degen: doch beide partyen dronken dien avond zo sterk, dat zy den volgenden dag het bepaalde uur van Vechten versliepen, waarna hunne Vrienden het geschil, onder een Kom Punsch, in 't vriendelyke wisten te schikken.
Een geheel oorspronglyk Duël geschiedde in Hooymaand, van datzelfde jaar, in Ierland. Twee nabuurige Land-Edellieden, bagnel en weld, hadden verschil. Bagnel werdt van den anderen uitgedaagd, om met Pistolen te vechten, en verscheen. Weld vuurde. Nu was het de beurt van zyn party, doch deeze weigerde een enkelen schoot te doen; begaf zich naar huis, en klaagde zyne party, zo wel wegens het gezonden Cartel, als den daadelyken aanval, aan. Deeze werdt ook schuldig bevonden, en tot een boete van 70 pond Sterlings, en één maand gevangenisse verweezen.
Intusschen dat de Vechtpartyen zo veel aandacht verwekten, had een Land Edelman te Hanmel, in het Graafschap Middlesex, den verstandigen inval, om eene Weddingschap in het Ploegen aan te gaan. Hy bepaalde drie pryzen voor de drie beste Ploegers, bestaande dezelve in een paar leeren Laarzen, een Hoed, en een zyden Zakdoek. Er kwamen zes boeren-knechten, netjes gekleed, en hunne Paarden zelfs met Linten versierd. Deeze toonden hunne bekwaamheid in het Ploegen, onder het gejuich van eene menigte aanschouwers. Dit Feest werdt met Zang en Dans gesloten.
Nooit waren de Weddingschappen in Engeland zo menigvuldig, en zo byzonder, als in het jaar 1788. Men verzon de alleron geregeldste denkbeelden, en evenwel had men aanstonds Lieden, die, voor geld, het denkbeeldige tot wezenlykheid deeden overgaan. Eén bewys zullen wy hier nog byvoegen.
De Hertog van bedford en Lord baltymore wedden om 500 pond Sterlings, over de mogelykheid om een mensch te vinden, die een Kat levendig zoude eeten. De Lord beweerde het, en vond wezenlyk een Kaerel, die dit voor weinig geld verrichtte. Men
| |
| |
hoorde, by deeze gelegenheid, dat zeker Herder in Yorkshire, in den jaare 1777, iets soortgelyks volbragt had. Dit Monster verscheen op de Jaarmarkt de Beverley. De prys, voor welke hy zich verplicht had, om een Kat levendig met Huid en Hair te eeten, was twee guinjes. Men bragt hem een groote zwarte Kater. Daadlyk pakte hy deszelfs vier pooten met de eene hand, en met de andere hield hy hem den bek toe. Nu pakte de Kanibaal den kop met zyne tanden aan, beet dien in stukken, en verslond dien. Het zelve geschiedde met de overige deelen, en wel met zulk eene onbegrypelyke gulzigheid, dat, in den tyd van een kwartier, de geheele Kater, met vel en been en ingewanden, geneel ingeslokt was. Hy bleef den geheelen dag op de Jaarmarkt, en vermaakte zich, zonder eenigen schyn van ongesteldheid, en zonder braakmiddel, in te neemen. Een ander mensch, in het Graafschap Dorset, met naame tyte, toonde dit jaar ook zyne Vraatzucht, in het byzyn van een aanzienlyk gezelschap, dat daar op gewed hadt. Hy at, binnen het uur, honderd en drie en dertig eieren, benevens een groot stuk spek, en zeer veel brood. En echter klaagde hy noch van den Honger! - ô Tempora! ô Mores!
|
|