zyde, eene scheuring onder de Volken van Europa veroorzaakt hebbe; en hoe dezelve, aan de andere zyde, ten gevolge gehad hebbe, eene verhuizing van vervolgden om den Godsdienst, welken zig daardoor met nabuurige Natien vereenigden: welk een en ander eene verbitterdheid van geest voortbragt, terwyl 'er tevens eene vermenging, en daarop volgende verbastering, der Nationaale Characters uit ontstond. - Aan deeze verklaaring van de algemeene oorzaaken der Europische Charactervorminge hecht onze Autheur voorts eene korte schets van die byzonderheden, welken doorgaans eene Volksgeaartheid bestemmen, en die t'zaamgewerkt hebben, ter daarstellinge van de Characters der byzondere Volken in dit menschenryk Waerelddeel. Hierin vereenigt hy zig met den Heer Montesquieu, als daar toe brengende, de lugtsgesteldheid, den Godsdienst, de Wetten, de grondstellingen van het Landsbestuur, en de Voorbeelden van gebeurde zaaken: dan de zeden en gewoonten, welken die Heer daaronder ook betrekt, heeft men, zyns oordeels, niet te houden voor iets, dat het Nationaal Character wyzigt, maar eer voor kenschetzen en gevolgen van de persooneele- of Volks-geaartheid. Liever voegt hy, by de voorgemelden, eene verscheidenheid van oorzaaken, die een deeglyken invloed hebben op de geäartheid der Europische Volken, en waarvan de eene hier, de andere daar, meer de hoofdrol gespeeld heeft; terwyl sommigen te gelyk werken, op alle de Landen van dit Waerelddeel. Hier onder betrekt hy de gemeenzaamer Verkeering en Vermenging van verschillende Natien, de Koophandel, het Krygsweezen, de uitbreiding der Weetenschappen, de beoefening der Letteren, der fraaie Kunsten en byzonder van het Tooneel: waar neffens, gelyk hy kortlyk meldt, nog veele andere byzonderheden gevoegd mogen worden, die het Nationaal Character min of meer van ter zyde aandoen, en daarin veranderingen bewerken kunnen. By voorbeeld, de Lectuur, de Romans, de Modes, enz.
Ten laatste komt nog in overweeging eene derde Vraag, van deezen inhoud. Hoe en waardoor is men in staat, om het Character van een Volk wel te leeren kennen en beoordeelen? Om deeze vraag met te meerder onderscheiding, ten nuttigste, te beantwoorden, bepaalt zyn Eerwaarde zig eerst tot het aanduiden van 't geen een Reiziger, of iemand, die eenigen tyd lang, of bestendig, onder eene zekere Natie verkeert, daaromtrent in agt behoort te neemen. Dan, daar 't een ieder niet gelegen komt, om zulk een opmerkzaam ooggetuigen van verscheiden Volken te weezen, zo legt hy 't 'er voorts op toe, om den Leezer zodanige hulpmiddelen aan de hand te geeven, waarvan hy zig, buiten zyne verkeering met Menschen, in zyne Studderkamer kan bedienen. Dit doet hy vergezeld gaan van eene welwikkende beoordeeling van etlyke, daartoe behoorende, hem bekende Reisbeschryvingen en Characterschetzende Boeken; met eene leerzaame onderrigting, hoe dezelven met vrugt te bezigen.
En hier mede wordt dit tweede Stukje beslooten, waarop de