Briefswyze Verhandeling, betreffende het leven van Em. Swedenburg, zyne Schriften, en derzelver betrekking tot de tegenwoordige tyden. Uit het Hoogduitsch vertaald. Met eenige Aanmerkingen in het licht gegeeven, door Y. van Hamelsveld. Te Amsterdam by Wessing en van der Hey, 1790. Behalven het Voorbericht, 100 bl. in gr. oct.
Naer den inhoud dezer Briefswyze Verhandelinge, is de Heer Swedenburg een Man, dien de Heer geroepen, en buitengemeen bekwaem gemaekt heeft, om de Waereld, door zyne Schriften, op te leiden, tot de rechte kennis van den inwendigen en verborgen zin der Heilige Schriften. Doch de daerbygevoegde aenmerkingen van den Heer van Hamelsveld toonen ten klaerste, dat 'er geen genoegzame grond is, om hem als zulk een ongemeen Man te beschouwen. Alles te samen genomen, en met elkanderen vergeleken zynde, komt de Heer Swedenburg voor, niet als een Bedrieger, maer als een zelf misleide Dweper, die zich door zyne verbeelding heeft laten vervoeren, en op wiens voorgewende openbaringen, door ene zoogenaemde verkeering met de Engelen en andere wezens, in de Geesten-Waereld, men zich geheel niet kan verlaten; te minder daer zyne, hier op gegronde verklaring van verborgen waerheden, den toets ener behoorlyke naspooringe, volgens Rede en Openbaring, geenszins kan doorstaen. - Het heeft den Heer van Hamelsveld goedgedacht dit Stukje, op zodanig ene wyze, in 't Nederduitsch gemeen te maken, ten deele ter voldoeninge der nieuwsgierigheid wegens dezen beroemden Man; en verder grootlyks als een middel, geschikt, om onze Landsgenooten, tegen deze en soortgelyke dweepagtige verbeeldingen, te ernstiger op hunne hoede te doen zyn. - Ene oplettende overweging van het hier bygebragte kan natuurlyk deze heilzame uitwerking hebben; en wanneer het vertier van dit Stukje de Uitgevers aenmoedigt, zal het achtervolgd worden, van 't geen verder tot deze Briefswyze Verhandeling behoort, als welke afgegeeven is tot een Voorlooper van een Kort Uittrekzel uit 's Mans Schriften, behelzende zyne Godgeleerde gevoelens van God, de Wereld, Hemel, Hel, Wereld der Geesten en het toekomend Leven. Met de afgifte van dit
Uittrekzel zal men ten duidelykste zien, dat de Heer van Hamelsveld alleszins geregtigd was, om op zodanig ene wyze te schryven als hy in dezen gedaen heeft, des het te hoopen zy, dat die Vertaling voortgang zal hebben.