Portien, mitsgaders over het Hollands Versterf-Recht, en hy voegde 'er by, eene Verzameling van Voorbeelden van Stersgevallen, geschikt naar aanleiding van de Artykelen des Versterfrechts; met aanwyzing hoe de nagelaaten Boedels, in zodanige gevallen, volgens het Zuid- en Noordhollands Versterf-Recht, te verdeelen zyn. Genoegzaam gelyktydig, doch even voor dat dit Geschrift te Utrecht afgedrukt was, kwam van eene Amsterdamsche drukpers te voorschyn eene soortgelyke Verzameling van Voorbeelden, welke de Heer en Mr. V.J. Blondeel grootlyks opgemaakt had, uit een Handschrift van dien inhoud, of wel afschriften, waarin verscheiden misslagen gevonden werden; die by deeze uitgave verbeterd zyn; by welke gelegenheid ook die Verzameling over 't geheel naauwkeuriger en vollediger gemaakt is. De Heer en Mr. v. Hessen, nopens die uitgave voor zyne afgifte verwittigd, verklaarde, ter dier gelegenheid, op eene voldoenende wyze, dat hy niet alleen nooit eenig gedrukt blad; maar ook nimmer dat Handschrift gezien had; des hy niet te verdenken ware, dat hy daaruit eenige Voorbeelden ontleend of afgeschreeven zou hebben. Men kan derhalven in Boedelverdeelingen hier de oordeelvellingen van twee onderscheiden Regtsgeleerden met elkanderen vergelyken; en daar by komt, met het in 't licht geeven van dit Zuid- en Noord-Hollands Versterfrecht, behelzende eene nieuwe ontvouwing dier Voorbeelden, in de derde plaats, de ophelderende voorstellingen van den Rechtskundigen van der Tooren. 's Mans oplettendheid in deezen, en de keurige uitvoering, die 'er eene meerdere duidelykheid aan byzet, pryst de uitgave van dit Werk den beoefenaaren der Versterfrechten, en allen denzulken, die de hand hebben in Boedelsplitzingen, ten sterksten aan.
De arbeidzaame van der Tooren, naamlyk, heeft zig, ter eigen oefeninge, de moeite gegeeven, om het door den vlytigen Blondeel vervaardigde Stuk, door eene uitgebreide bewerking, naauwkeurig te toetzen; en, by 't ontdekken van eenige misslagen, hem deswegens te schryven; waarop ook deeze edelmoedig zyne misvattingen erkend heeft. En hierop is dit Geschrift zodanigerwyze opgesteld, dat de gegeeven Voorbeelden eerst beknoptlyk ontvouwd zyn, en dan de daaruit naar rechten volgende verdeelingswyze des Boedels aangeweezen worde. Ter klaarer aanduidinge hiervan gaan, nevens de 96 opgegeeven Voorstellen, 28 Plaaten, waar in de tot de Voorstellen behoorende Geslagtboomen, ieder op zyne plaats, en met getalsaanwyzing, onder 't oog