| |
Mengelwerken in Dichtmaat en Proza, van Fredrik Vryheer van der Trenck. In 't Nederduitsch overgebragt, met bygevoegde aantekeningen, door P.J. Kastelein. Derde en Vierde Deel. Te Dordrecht by A. Blussé en Zoon, 1789 en 1790. In gr. octavo, 246 en 316 bladz. Met Plaaten.
Met de afgifte deezer twee Deelen acht de Heer kastelein het Werk van den Vryheer van der trenck voltooid te hebben, in zoo verre dit deszelfs uitgegeeven Mengelwerken aangaat. In het derde Deel vindt men 1) de Beschryving aller Zinnebeelden, benevens derzelver Byschriften op een tinnenbeeker, welke de Autheur, door middel van een Spyker, in zyne gevangenisse daar op gegraveerd heeft. 2) Eene verhandeling, met ingevoegde verzen, op de vraag: Wat is eigenlyk geluk en ongeluk der Menschen? 3) Patriottische gedachten over de hinderpaalen van het Herstellingswerk in Oostenryk. 4) Klaagreden by het Graf van maria theresia, en 5) eenige Fabelen en Vertelsels. Het grootste gedeelte van het vierde Deel is toegewyd aan de Nationaale Dapperheid der byzondere Volken, als de Pruissen, Turken, Portugeezen, Spanjaarden, Franschen, Hollanders, Engelschen, Deenen, Zweeden, Russen, Polakken, Zwitsers, Hongaaren, Italiaanen en Duitschers, welke dikmaals zeer juist, en ook dikmaals zeer valsch, in hunne dapperheid getroffen zyn, van welke laatste de Hollanders, op het spoor van den Vertaaler, (die echter nu en dan wat al te streng is) zouden kunnen getuigen. Het overig gedeelte bestaat in eenige Dichtstuk- | |
| |
ken, die wy, by vergelyking met het oorspronglyke, bevonden, veel aan de Vertaaling gewonnen te hebben.
De Heer van der trenck spreekt dikmaals met wat veel gezag, doch men moet aanmerken, dat hy veel gezien en ondervonden heeft, schoon de toon van ervaaring niet overal doorbliukt. Zyn verblyf aan het Russische Hof, en zyne waarneemingen aldaar, zyn denkelyk in deezen tyd belangryk genoeg, om overwoogen te worden, wanneer men de waare omstandigheden van dat Ryk, en deszelfs Beheerscheresse, wil kennen.
‘Men kan (zegt hy te regt) by een volk dat eerst onlangs in de jongelingsjaaren der verstandige burgerlyke maatschappy, en der edele denkbeelden, begon in te treden, niet éénsslags de kennis hunner innerlyke welvaart inprenten, waartoe zy door ééndragtige medewerking, onder de leiding eener groote catharina, kunnen koomen. Maar nog giet in 't slaafsche lyf de geest van oproer, en doorgaans leeven de meeste booswigten in oorden, waar hoofdigheid, barbaarschheid en trouwloosheid, nog in 't verraaderlyk bloed glimmen. Soortgelyke wanschepsels der menschheid hebben slechts hun eigen belang op 't oog, zonder deugd noch vaderlands-liefde, zonder het geluk te kennen, dat zy onder eenen zo zagt, als wys gevoerd wordenden, Scepter, genieten. Zy zien, dat de meeste tot hiertoe ondernomen revolutien tot voordeel der onderneemers uitvallen, en zonder te onderzoeken, of het oogmerk daarvan algemeen nuttig, wettig, dan of het slechts baatzuchtig, geestdryvend, raazend, of rad- en galgwaardig was, beschouwen zy, door blinde hartstogten geleid, de schynbaare grootte van hen, die door oproer en verraad hun personeel geluk bevorderden, en verkiezen het voorbeeld van een brutus, katalina, of pugatschef.
De laatste ligt thans op 't rad. Hadt echter het lot van den oorlog dit anders beslist, en waren de Turken wyzer en gelukkiger geweest, zoo zoude de veröveräar van Casan en Astrakan, misschien, reeds voorlang in Petersburg ingehuldigd, en de tegenwoordige Dictator in Europa, in plaats van de groote catharina, zyn.
Zoodanig klom meenig een booswigt en dwingland ten troon! En voor zulken is geen middenweg tusschen troon en schavot. Ten minsten beloont zulk eene onderneeming moeite en gevaar; want veele duizenden wagen niets minder voor eenige guldens, of voor een ordenbandje. Nu is hy dood, en: “God dank!” kan ieder Rus met
| |
| |
volle recht zeggen: want ongetwyfeld was hy een laag tiran, dewyl hy zich leevende liet vangen.
Voor 't overige wensche ik de groote Monarchin van harten geluk, naardien zy voor haare Staaten niets meer heeft te vreezen. Haar verheven dóórzigtig gedrag beschaamt de wangunst; en alle kenneren van waare grootheid, alle onpartydige historieschryvers, alle hoogachiers der beschermgoden van vrugtbaare Wetenschappen, zyn vervuld van eerbied, en bewonderen de princes van anhalt-zerbst als beheerscheresse van het Russische ryk. Derzelver onderdaanen daarentegen, wensche ik recht heldere oogen, om hunne Monarchin in hunne waare gedaante te kennen, als mede om hunnen tegenwoordigen welvaart wezenlyk te genieten, te vergrooten en te verzekeren.
Toen ik in 't jaar 1749 in Moskau woonde, en eene byzondere rol meê speelde, die men in myne levensgeschiedenis kan leezen, leerde ik dit ryk in zyne fundamenten kennen. Ik arbeidde by den toenmaaligen Grootkanselier Graaf bestuschef; en de Engelsche Minister Lord hyndford was myn vriend en leermeester. Hier ontdekte ik het volgende door peter den Grooten beraamd geheim ontwerp, tot Ruslands aanstaande Grootheid. De sleutel daartoe is kortelyk deeze:
Rusland behoeft in Europa geheel geene veroveringen te zoeken, maar alleen menschen en bekwaame mannen. Hier toe is het werkzaamste middel, belooning en vryheidsvergunning, of uitsteekende achting voor alle buitenlandsche geleerden, kunstenaars en soldaaten.
Duitschland verteert zich door inwendige tweedracht; en de meenigte van kleine souvereine Vorsten, met weinig inkomsten en groote pracht, met dwergvermogens en reuzengedaanten, onderdrukt den onderdaan, en brengt hem door armoede tot wanhoop. Dit voordeel moet men voornamenlyk zich tot Ruslands bevolking ten nutte maaken. De Duitsche moet vooräl gezogt worden, dewyl hy arbeidzaam, en even tot zoo onderdaanig gehoorzaamen gewend is, als de Rus door ellende, gebrek en onderdrukking.
Uit Poolen, en aangrenzende plaatsen des ryks, kan men genoeg menschen door kleine voordeelen lokken; deezen zyn goed genoeg om den hoop van menschen te vergrooten.
In Hongaryen en Croatien heerscht de Grieksche Godsdienst. Dáár moet men door geheime vrinden altoos den religiehaat voedsel geeven. Zy, die in Rusland komen,
| |
| |
om brood te zoeken, moet men met weldaaden overlaaden, om by de Natie altoos de neiging tot de waar-gelovige Grieksche kerk te versterken, en dienvolgens in allen opzichte Russische patriotten in vreemde landen te vinden. Dit is inderdaad eene groote Staatkunde: onze Croaaten gaven vreugdeseesten, wanneer hunne Patriarchen Turken sloegen en onzen Staaten naderden.
Naardien nu Rusland veele koude, onvrugtbare, landen bezit, welke noch tot verbetering, noch voor den handel, geschikt zyn, zo moet het voornaame doel meer op Asië dan Europa gericht weezen.
De Zweedsche Provinciën zyn niet beter dan die van Rusland; en hoe meer men Polen en de Moldau verzwakt, hoe nader koomt men by magtige nabuuren, tusschen wier grenzen het veel ligter is om eenen ondoordringbaaren dam, door groote woestynen, zonder vestingkosten te onderhouden.
Indien zich ook ooit alle magten van Europa wilden verëenigen, om de ontwerpen van Rusland te verydelen, zoo is het zekerste middel, als men van de Moldau tot aan Kourland alle oorden verheert en in woestynen verändert; de menschen en 't vee tot het binnenste des ryks zamentrekt, en zich met woestynen omgrenst.
Door zulke landen kan niemand met groote krygsheiren breeken, en met kleinen durft het niemand waagen, dewyl hem de Rus te huis gewapend verwacht daar hy alle voordeelen aan zynen kant heeft. Dit is reeds genoeg om allen Europeïsche Kabinetten moedig het hoofd te bieden.
Daar en tegen moet het hoofddoel op Asië en op het Chineesche ryk gericht zyn. De Kaspische en de Zwarte Zee zyn de voornaamste voorwerpen; en China is in zulk een weerloozen toestand, dat 30,000 Russen tot verovering genoeg zouden zyn. Daar zyn schatten en rykdommen te vinden, die nog in Rusland ontbreken. Maar als Rusland geld heeft, dan wordt het gewis onoverwinlyk, en kan de armeën van artaxerses, in Grieksche krygskunst geoefend, te veld brengen.
De Karavaanen, die, om thee en rhabarber te haalen, van Moskau naar Peking reizen, leggen allengs in de woestynen, door welke zy trekken, kleine voorraadschuuren en wapenplaatzen aan. Hoe ligt kan derhalven eene kleine armée dóórbreeken, en een ontwerp ter uitvoer brengen, dat door geene vreemde kabinetswerkinge kan verydeld worden!
Engeland, Holland, en de Bourbonsche Zeemogend- | |
| |
heden zouden dit alles magteloos moeten aanschouwen, en zich hunnen besten handel zien ontneemen.
Ten zelsden tyde deezer onderneeming, kan men uit de Noordsche onvrugtbaare landen alle leevende zielen trekken, en dezelven in de schoone oorden van Asie verplaatzen: en hoe meer Rusland zich langs de Kaspische Zee uitbreide, zo veel te meer menschen vindt het tot zyn oogmerk, zo veel te meer invloed verkrygt het in de rollen van Europa, en zo veel te minder heeft het voor het wezenlyke van zyne verbaasde magt te vreezen.
Zóó sprak, vóór zesëndertig jaaren, de Staatkunde in Petersburg. Ik zag zedert dien tyd reeds zeer veel vervuld, en kon misschien, door juiste verbindingen, nog gevolgen raaden en vóórzeggen, waar over men zich gewis te laat zal verbaazen, als zy niet meer konnen verhinderd worden. Ik zoude my ten minsten niet verwonderen, indien de nieuwstydingen aankondigden, dat de groote catharina wezenlyk in China zy gehuldigd. Misschien zullen eenigen myner leezers lagchen. - Maar ik lagchte toch vóór zesëndertig jaaren niet, als men my in Petersburg bewees, dat de Russen in de zwarte en middenlandsche Zeeën met hunne vlooten verschynen, en den Porte wetten voorschryven konden. Wat ik in myne openlyke schriften van 1772 voorzegd heb, ziet men thans alles reeds in verscheiden staaten vervuld. Wie hadt vóór vyftig jaaren kunnen gelooven, dat de meeste Cardinaalen Deisten of Atheisten zouden worden? - Dat men in Weenen tegen den Roozenkrans, der Munnikken heiligheid, en Pausselyke magt, openlyk zoude durven schryven, zonder leevende verbrand te worden? - Wie hadt durven waagen, om in Weenen te zeggen, dat de Koning van Pruissen tegen de Verëenigde magten van Oostenryk, Rusland, Frankryk, Saxen, Duitschland, en Zweeden eenen zevenjaarigen kryg zoude uithouden; na deezen oorlog geene schulden hebben, en nochthans zyne wezenlyke magt verdubbelen zoude? - Nog vóór twintig jaaren, twyfelden weinigen aan de heiligheid van ignatius, noch aan de magt van de sleutelen des Hemelryks. Darius geloofde ook niet by Arbela, dat de kleine hoop van alexander zyne Monarchie zoude veroveren. Wie twyfelt thans in Weenen, dat de Russen
onze oprechtste bondgenooten zyn! Welke verbaazende veranderingen hebben wy niet in korten tyd in Europa beleefd! Niets is derhalven onmoogelyk, zoo dra een wyze Monarch verstandige mannen weet te vinden en te kiezen, om, uit
| |
| |
de gebreken van anderen, voordeelen voor zyne oogmerken te trekken. En in zulke gunstige omstandigheden bevindt zich tegenwoordig in de daad de groote catharina. - Voorts erinnere men zich, wat ik reeds met opzicht der dapperheid van het Russische Nationaale caracter gezegd heb.
Vinden zy toevallig goede Veldöversten, zoo mogen hunne nabuuren beeven. De Oostersche volken zullen het gewis niet weêrstaan. In den laatsten Turkschen kryg konde hen geen officier tegenhouden, om den vyand met het bajonet op 't lyf te vallen. Wilden zy dit ook tegen de Pruissen waagen, dan volgen 'er zeker in den eersten aanval onheelbaare slagen, en algemeene verwarring, als men hen met standvaste orde ontvangt.
In 't algemeen is de Rus echter een meer geweldige dan in 't slagveld gevaarlyke vyand. Maar ook de laatste kan hy worden, als hy Duitsche officiers vindt. Te meer, wanneer de wetenschappen meer worden beöesend, en een Monarch den troon verkryge, die krygskunde bezit, en in staat is om de eigenschappen van zyn volk te beschaaven, en zich ten nutte te maaken.
Wee de waereld! als dààr een alexander, een karel, den seepter voere! De nationaale hoogmoed is by hen reeds zoo eigenzinnig ingeworteld, als by de trotsche Britten.’ |
|