Leerwyze, om jonge Lieden bekwaam te maaken, om hunne gedachten schriftelyk welgeregeld uit te drukken. Naar het Hoogduitsch van den Heer Villaume, Hoogleeraar te Berlyn. Met eene Tafel, behelzende de beheersching der Naamvallen. Te Dordrecht by F. Wanner, 1789. In gr. octavo, 160 bladz.
Deeze Leerwyze is eigenlyk eene Prysverhandeling van den Heer villaume, eerst door den Heer rezewitz, met bygevoegde Aanmerkingen, in een Tydschrist van hem, geplaatst, en naderhand, met de Aanmerkingen in den tekst gevlogten, meermaalen uitgegeeven. Het oogmerk van den Hoogleeraar daar in, is niet om juist onnavolgbaare Schryvers te maaken, of zodanige die men Genien noemt, welke zich zelven vormen, zo als rousseau gedaan heeft; neen, hy wil slechts eenvoudige, duidelyke en verstandige Schryvers maaken, welke in hunne omstandigheden, dat is, in hun eigen werk, in hunne eigen zaaken, de pen wel weeten te gebruiken.
‘Deeze kunnen (zegt hy) zekerlyk gevormd worden; doch of het noodzaakelyk zy voor dezelve zo zeer bezorgd te zyn? dit is de vraag. Die gedachten heeft, en de taal verstaat, zal, naar myn begrip, zonder eenig onderwys schryven kunnen. Want schryven en spreeken is toch voor hem die geenen opschik verlangt, en dien niet kent, byna eenerley. Nogthands is het zeker, dat menig een die zeer slegt schryft, echter goed spreekt: dan ik geloof dat de oorzaak hoofdzaaklyk deeze is: dat, als hy schryft, hy optooijen en verfraaijen wil, en, als hy spreekt, daar aan in 't geheel niet denkt; maar zich bloot zoo uitdrukt gelyk hy denkt, en de uitdrukking neemt juist zoo als zy hem voorkomt. Deeze verderfelyke opschik is dus de vrucht, niet van een verzuimd onderwys; maar van eene naauwgezette kwalyk begreepen onderrichting, van eene te zeer verfynde leerwyze.
My dunkt derhalven, dat het toereikende zoude zyn, als men het kind, den jongeling, denken, en enkel zyne taal leerde. Maar men wil al te vroeg de vrucht van zynen arbeid genieten; men wil hebben dat het kind jongeling, en de jongeling man zy. Ouders en leeraaren willen uitblinken, en kunnen den tyd, door de natuur bestemd, niet afwachten. - Men wil kerssen in den winter plukken, en men maakt stookkasten. - Men wil dat een zeventien-